Persoonlijke voorbereiding

Leid jij de ontmoeting rond dit gesprek? Neem dan tijdens je voorbereiding rustig de schriftlezing en het gesprek in het werkboek door. Bedenk wat dit bijbelgedeelte en het werkboek bij jou losmaakt. Je zou bij de 7 G’s nog eens terug kunnen bladeren naar het vorige werkboek, blok 3 gesprek 3. Daar zijn ze uitgebreid aan de orde. Daarna kun je aan de slag met de handleiding.

Bedenk je van tevoren hoeveel tijd je hebt met je gespreksgroep, en of je het gaat redden om alles in die tijd te bespreken. Als je denkt te weinig tijd te hebben, raden we je aan om alleen gebruik te maken van de gespreksvragen waar een sterretje bij staat. Met deze vragen heb je de kern van het gesprek te pakken, en houd je wat tijd over voor het delen van verhalen en de oefening onder ‘in beweging’.

Doelstelling

Omdat Christus Heer is, hoeven we niet te leven vanuit angst of verwarring, maar weten we ons geroepen tot getuigenis.

Weten: We mogen leven met het oog op de opgestane Christus en kunnen onbevangen in het leven staan, zelfs in moeilijke omstandigheden.

Ervaren: Het als gemeenschap ervaren en delen dat Christus de Levende is, doet hoopvol leven en ook getuigen wanneer dat mij wordt gevraagd.

Doen: Het erkennen van Christus oefent mij in een andere levenshouding, gevuld met zachtmoedig en respect. Als mensen dat vreemd vinden, probeer ik daarin toch te volharden.

Lied

Zing het lied ‘Heer wij komen vol verlangen’ (LvdK 360) met elkaar. Je kunt ook één van de andere liederen kiezen die in het werkboek worden genoemd.

Verhalen delen

Geef iedereen even de tijd om de column door te lezen of vraag iemand om de tekst voor te lezen. Bespreek met elkaar de vraag die onder de column staat. Het gaat erom bij deze vraag dat je verkent op welke manier christenen hun verantwoordelijkheid nemen. Hoe doen de mensen die in deze column genoemd worden dat? Het kan zijn dat mensen dit confronterend of beklemmend vinden. Is dit de enige manier? Geef aan dat zo’n reactie niet gek is, maar juist ook de spanning laat zien die je als christen kunt ervaren.

Vraag

Wat vind je van zo’n levenshouding? Zou je het zelf ook doen? Waarom wel of niet?

Gebed

Dank God dat Hij jullie hier bij elkaar gebracht heeft en noem een aantal concrete dank- en gebedspunten, en vraag om zijn aanwezigheid in jullie midden. Bid dat hij door jullie houding maar ook door gesprekken heen zelf mensen roept.

Bijbelstudie

Lees de tekst van de introductie of geef zelf woorden aan de intentie ervan. Noem in ieder geval de zogenaamde 7G’s, zeven manieren om Jezus na te volgen en je geloof vrucht te laten dragen: Geestelijk groeien, goed werk doen, genade en liefde doorgeven, gewoonten doorbreken, gerechtigheid zoeken, goed nieuws vertellen en tijd maken voor gebed. Die keuzes kunnen vragen oproepen. Vandaag gaat het over hoe je daarover in gesprek gaat.

1 Petrus 3:13-17

Laat het gedeelte door iemand uit de groep lezen en vraag de anderen actief mee te lezen door gespreksvraag 1 alvast te benoemen: 

Gespreksvraag 1

Wat wordt er gevraagd van degenen die het goede navolgen? Wat moeten ze wel doen en wat niet doen?

Deze gespreksvraag is bedoeld om als groep even dieper in het Bijbelgedeelte te duiken en te kijken wat er staat. Geef mensen de ruimte om eerst voor zichzelf na te denken. Laat een paar mensen een antwoord noemen en dat toelichten. Het is niet nodig om nu alle vragen naar aanleiding van dit Bijbelgedeelte te beantwoorden of dingen uit te leggen. De meeste zaken komen waarschijnlijk later in dit gesprek nog een keer boven. ‘Parkeer’ vragen daarom even.

Lees de toelichtende tekst over ‘Wie goed doet…’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Gespreksvraag 2*

In welk opzicht is het belangrijk voor jou wat anderen over je denken? Hoe beïnvloedt dat de keuzes die je maakt en in hoeverre is dit een obstakel voor het navolgen van Jezus?

Wat we vooral met deze vragen bedoelen is: Richt je je op God of op mensen? Is Christus echt Heer van je leven? Ga nu niet het gesprek aan over de negatieve reacties die je kan krijgen op het belijden van Jezus, het lijden komt in gesprek 4 aan bod. Spreek vooral met elkaar over je houding: wiens mening telt eigenlijk echt?

Gespreksvraag 3*

Christus als Heer herkennen: dat heeft een binnenkant en een buitenkant. Wat de binnenkant betreft: Jezus als Heer erkennen betekent ook in voortdurende verbinding met Hem staan. De hoop moet worden gevoed. Hoe doe je dat in de praktijk? Kijk naar de voorbeelden en schrijf een eigen, heel praktische manier in de lege ballonnetjes. Welke ligt het dichtst bij jou? Hoe helpt je dit om onbevangerener te zijn?

Geef iedereen 3 minuten tijd om naar de voorbeelden te kijken en om na te denken over hun eigen praktijk. Deel ze vervolgens in de groep. Laat mensen ook op elkaar reageren. Zitten er mooie ideeën bij? Deel deze met andere christenen in Nederland door ze te sturen naar focus@izb.nl.

Lees de toelichtende tekst over ‘Je antwoord klaar hebben’ en ‘Hoe getuig je?’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Gespreksvraag 4

‘Verkondig het evangelie… desnoods met woorden.’  Je hoort die uitdrukking wel eens. Reageer op deze stelling in het licht van de tekst die je net hebt gelezen.

Getuigen van je geloof kan (uiteraard) met je houding én met woorden. Het gaat er bij het reageren op een stelling niet om dat iedereen het met elkaar eens is, maar dat mensen delen hoe zij ernaar kijken en reflecteren op hún manier van getuigen. Is er balans tussen woord en daad? Of wordt er nooit om woorden gevraagd?

Lees de toelichtende tekst over ‘De stijl’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Gespreksvraag 5*

Woorden geven aan het geloof met zachtmoedigheid en respect: waar denk je dan aan? En wat vraagt dat van jou?

Wellicht zijn er mensen die verlegen worden van deze vraag, omdat ze woorden geven aan hun geloof heel moeilijk vinden. Als er grote verschillen zijn in mondigheid en ervaring hiermee, zorg dat er geen veroordelende sfeer ontstaat waarbij sommigen zich minder voelen. Als de conclusie is dat iemand nooit op zijn of haar geloof bevraagd wordt, probeer er dan samen achter te komen hoe dat kan. Een argument dat wellicht aangedragen wordt is dat je getuigen niet altijd met woorden doet. De manier waarop je leeft en wie je bent zijn veel belangrijker, vinden sommigen. Als dat ter sprake komt kan je balans in het gesprek aanbrengen door te zeggen dat God toch ook voor het Woord heeft gekozen om zich aan ons te openbaren. Soms is er zomaar een mogelijkheid om iets van het evangelie te delen. Wat doe je dan en wat zeg je dan?

Van de genoemde houdingen wordt zachtmoedigheid in onze cultuur niet meer zo gewaardeerd (daarmee red je het niet, vinden veel boeken en sollicitatietrainers) en respect (of verdraagzaamheid) wordt zover doorgevoerd dat het de vraag is of je nog wel moeite met bepaalde dingen mag hebben. Het is goed om deze Bijbelse waarden tegenover de cultuur te zetten, maar probeer het gesprek niet algemeen te houden, maar ook iets van persoonlijke zelfreflectie op te roepen.

In beweging

Neem met elkaar de ‘tien tips voor het woorden geven aan geloof’ door zoals je die in het werkboek vindt op pagina 83. Neem daarna de tekst door onder ‘In beweging.’ Vorm tweetallen of bespreek de reacties in de groep. Welke tip spreekt het meest aan? En kun je een setting bedenken waarin je deze tip kunt gebruiken?

Gebed

Vraag vooraf of iemand specifieke dank-of gebedspunten heeft. Noem die in het gebed. Bid ook dat God openingen geeft voor een ontmoeting waarbij Jezus ter sprake kan worden gebracht. Bid ook dat je de goede toon mag raken: respectvol, invoelend maar ook duidelijk.

Tip

Bij de IZB hebben we extra gespreksmateriaal ontwikkeld rond het thema ‘woorden geven’. Met dat materiaal oefen je in zeven gesprekken met het verwoorden van je geloof. Als je hier als kring of met andere gemeenteleden in geïnteresseerd bent, kun je er gebruik van maken in bijvoorbeeld een thema- of zomerkring, of na afloop van het Focustraject. Van harte aanbevolen!