Persoonlijke voorbereiding

Leid jij de ontmoeting rond gesprek 2? Neem dan tijdens je voorbereiding rustig de schriftlezing en het gesprek in het werkboek door. Bedenk wat dit bijbelgedeelte en het werkboek bij jou losmaakt. Daarna kun je aan de slag met de handleiding.

Bedenk je van tevoren hoeveel tijd je hebt met je gespreksgroep, en of je het gaat redden om alles in die tijd te bespreken. Als je denkt te weinig tijd te hebben, raden we je aan om alleen gebruik te maken van de gespreksvragen waar een sterretje bij staat. Met deze vragen heb je de kern van het gesprek te pakken, en houd je wat tijd over voor het delen van verhalen en de oefening onder ‘in beweging’.

Doelstelling

Door de verbinding met Jezus Christus heeft de gemeente niet alleen een bijzondere status maar ook een bijzondere opdracht. God wil de gemeente gebruiken om midden in deze wereld een getuigenis te zijn van wie Hij is en wat Hij doet en gedaan heeft. Zoals de tempel die bovenop de berg getuigt van de aanwezigheid en daden van God. Mensen kunnen door de gemeente niet om God heen. 

Weten: Beseffen en geloven dat God de gemeente een zichtbare en plek wil geven in deze wereld. Geloven dat de gemeente zelfbewust, koninklijk en tegelijk dienend, priesterlijk, krachtige betekenis heeft in het Koninkrijk van God en in de samenleving.
Ervaren: Verwondering over de bijzondere positie die God de christenen geeft en hoe belangrijk de lokale gemeenschap van christenen is.
Doen: Bewust leven met een heilige en dienende levensstijl die in zichzelf lofprijzing is. Concreet: het doen van de (priesterlijke) voorbede voor mensen in deze wereld en letterlijk uitspreken en uitzingen van Gods grote daden.

Lied

Zing het lied ‘Zingt een nieuw lied voor God de Here’ (OTH 368, LvK 320) met elkaar. Je kunt ook één van de andere liederen kiezen die in het werkboek worden genoemd.

Verhalen delen

Vraag de leden van de groep of ze in de afgelopen tijd nog stil hebben gestaan bij het vorige gesprek. Hoe werden keuzes beïnvloed door je identiteit als christen? Kan iemand een voorbeeld noemen? Of een voorbeeld van een situatie waarin dat niet het geval is, maar waarvan je achteraf misschien dacht dat je dit wel had moeten doen?

Het kan zijn dat mensen het moeilijk vinden om een voorbeeld te noemen. Soms helpt het om iemand aan te wijzen, of zelf een voorbeeld te noemen. Anderen kunnen dan reageren op jouw initiatief. Het kan ook zijn dat mensen niet meer weten waar het tijdens het vorige gesprek over ging. Gebruik dit moment om even terug te bladeren naar het vorige gesprek. We zijn immers bezig met een serie over de eerste brief van Petrus, en gaan vandaag verder waar we de vorige keer gebleven waren.

Gebed

Dank God dat Hij jullie hier bij elkaar gebracht heeft en noem een aantal concrete dank- en gebedspunten. Dank dat God ook jullie gemeente wil gebruiken om zijn Koninkrijk te bouwen en daarvoor concreet aanwijzingen geeft in de Bijbel. Bid tenslotte om Gods aanwezigheid bij deze bijeenkomst en zijn leiding in dit gesprek.

Bijbelstudie

Introductie

Lees de tekst van de introductie of geef zelf woorden aan de intentie ervan, namelijk een beeld van de manier waarop God tot zegen is voor mensen buiten de kerk. Het gaat over Christus die zijn kerk bouwt. Het is heel beeldend uitgedrukt, als een tempel in aanbouw. In de tekst zien we dat christenen volop in beweging zijn.

1 Petrus 2:4-10

Laat het gedeelte door iemand uit de groep lezen en vraag de anderen actief mee te lezen door gespreksvraag 1 alvast te benoemen:

Gespreksvraag 1

Welke beelden voor de christelijke gemeente gebruikt Petrus in dit gedeelte? Welk beeld spreekt je het meeste aan en waaraan moet je denken bij dat beeld?

Deze gespreksvraag is bedoeld om als groep even dieper in het Bijbelgedeelte te duiken en te kijken wat er staat. Geef mensen de ruimte om eerst voor zichzelf na te denken. Laat een paar mensen een antwoord noemen en dat toelichten. Als iemand alleen korte feitelijke antwoorden geeft, kan je vragen waar hij aan denkt of wat het volgens hem betekent. Het is niet nodig om nu alle vragen naar aanleiding van dit Bijbelgedeelte te beantwoorden. Beperk het gesprek daarom liever voor dit moment.

Lees de toelichtende tekst over ‘Eerste beweging: Komen tot Jezus’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Gespreksvraag 2*

Stel dat iemand je zou vragen om in eenvoudige woorden uit te leggen wat ‘komen tot Jezus/je bij Hem voegen’ is. Wat zou je dan zeggen?

De eerste beweging van een christen is dat je je bij Jezus voegt en hem steeds weer opzoekt. Maar wat bedoel je daarmee? Dat kan best een lastige vraag zijn. Het is een klassieke kerkelijke uitspraak, maar zoek daar maar eens eigen woorden voor! Probeer hier te zoeken naar andere woorden, en de kerkelijke termen te ontwijken. Je zou het zelfs uit kunnen spelen, alsof je een gesprekje hebt met iemand van buiten de kerk. Zo ‘oefen’ je met uitleggen op welke manier je Jezus op kunt zoeken.

Gespreksvraag 3

Hoe kun je elkaar praktisch helpen en steeds stimuleren om te ‘komen tot Jezus’?

Deze vraag ligt in het verlengde vaan gespreksvraag 2. Bij Gespreksvraag 2 gaat het om de betekenis van die woorden, en het uitleggen van kerkelijke taal. In deze vraag gaat het om concrete manieren waarop je komt tot Jezus. Daarin kunnen we van elkaar leren, iedereen doet dat op een andere manier! Let op dat je hier niet op zoek gaat naar één goede manier, maar dat je als gelovigen onderling tips uitwisselt. Er is geen goed of fout, maar misschien heeft een ander een manier gevonden die ook bij jou past!

Het kan zijn dat je bij gespreksvraag 2 al allerlei manieren hebt gedeeld. Dan kun je deze vraag overslaan.

Lees de toelichtende tekst over ‘Tweede beweging: Je laten gebruiken voor een geestelijk huis’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Gespreksvraag 4a*

Waar zie je in de samenkomst van de gemeente iets van ‘geestelijk offeren’ (denk aan de verschillende aspecten van de eredienst)?

Priesters zijn mensen die tussen God en de wereld instaan: ze brengen iets van God naar de mensen (offers en gaven), maar ze brengen ook iets van mensen naar God (het uitdelen van de zegen). Als kerk zijn ze we ook een gemeenschap van priesters. Zie je iets van die dubbele beweging terug in de kerkdienst?

Deze vraag kan best lastig zijn. Denk met elkaar na, op welke manier je in de dienst terug ziet hoe we iets van mensen (uit de kerk én uit de wereld) verzamelen en voor God brengen, maar ook hoe je in de dienst ziet hoe de zegen van God gedeeld kan worden in de wereld. Je kunt eventueel alle momenten in een zondagse eredienst nalopen. Is daar sprake van offeren? En ben je daar namens jezelf bezig, of misschien ook namens mensen búiten de kerk?

Gespreksvraag 4b*

Wat vraagt dit van de gemeente?

Het kan best zijn dat het denken over de eredienst als een moment waarop iedereen priester is, nieuw is voor jullie. Bespreek met elkaar hoe je dit element van gemeente-zijn zou kunnen versterken. Je kunt daar eventueel ook het filmpje bij gebruiken onder het kopje ‘verhalen delen’. Daar zie je een voorbeeld van hoe de gemeente in ’s Graveland dat doet.

Verhalen delen

Zoek het filmpje op over de gemeente in ’s Graveland. Je vindt deze video onder ‘downloads – blok 5’. Dit filmpje geeft een voorbeeld van hoe een gemeente laat zien dat zij namens het dorp bezig zijn, ook tijdens de eredienst. Bekijk het samen er praat erover door aan de hand van gespreksvraag 5.

Gespreksvraag 5

Op welke manier is de gemeente van ’s Graveland hoorbaar en merkbaar verbonden met het dorp, de gemeenschap? Hoe zit dat bij jullie gemeente? Hoe merkt de omgeving van jullie gemeente dat jullie Jezus als Heer erkennen en Hem volgen? Welke reacties roept dat op?

Bijbelstudie

Lees de toelichtende tekst over ‘Derde beweging: Verkondigen van Gods grote daden en eigenschappen.’

Gespreksvraag 6

Psalm 136 is een lied dat de grote daden van God bezingt (eerste twee regels) waarbij het refrein steeds is: Want zijn goedertierenheid, zal bestaan in eeuwigheid (NB). Deel de groep in groepjes van twee en bedenk per groepje voor de eerste twee regels een nieuwe tekst. Tekst die iets weergeeft van Gods aanwezigheid of grote daden die je zelf hebt ervaren in je leven of iets waarom je God wilt prijzen.

Zing de verzen die jullie hebben gemaakt met elkaar. 

Misschien houden jullie als groep niet van zingen, of van het herschrijven van een psalm. Deze gespreksvraag is er vooral voor bedoeld om te bedenken hoe je in de eredienst kunt inbrengen wat je doordeweeks hebt meegemaakt. Is er iets concreets waar je God voor wilt danken?

In beweging

Lees de opdracht door en bedenk hoe je concreet invulling kan geven aan je rol als priester. Kun je iemand bedenken voor wie je wilt bidden, of met wie je wilt danken? Probeer met elkaar te bedenken hoe je dat wat er gebeurt in de kerk en in de wereld met elkaar kan verbinden. Dat kan dus door gebed of door loflied, maar misschien zijn er nog wel meer manieren. Kijk daarbij ook nog even naar wat je genoemd hebt bij vraag 4b. Wellicht zijn daar dingen genoemd die jullie zelf op kunnen pakken!

Gebed

Vraag vooraf of iemand specifieke dank-of gebedspunten heeft en noem deze in het gebed.

Neem ook de gebedspunten mee die genoemd werden bij zojuist besproken in beweging-oefening. Wat heb je nodig van God om de ander te dienen?

Bedank de groep voor de inbreng en aanwezigheid en geef even aan wanneer jullie volgende keer bij elkaar komen. Het is handig als ze zelf in de tussenliggende tijd het Bijbelgedeelte voor de volgende keer doorlezen.

Boekentip

In het boek ‘Vreemdelingen en priesters’ van Stefan Paas wordt de gedachte dat de kerk een gemeenschap is van priesters, verder uitgewerkt. Misschien heb je dit boek in huis, dan zou je er een stukje uit kunnen lezen voor je eigen voorbereiding of ter introductie van de kring. Als mensen er interesse in hebben zou je ook een studiekring over dit boek kunnen organiseren, met je eigen groep of met andere geïnteresseerde gemeenteleden.