Beginsituatie

Jongeren kunnen denken dat als hun christen-zijn hen minder populair maakt, dat er dan iets mis gaat. Er klopt iets niet, want christen-zijn zou prettig moeten zijn. Ook hierin kan een mindshift nodig zijn. In de eerste plaats dat lijden erbij hoort (daarover gaat het in het volgende gesprek), en in de tweede plaats dat het juist een gelegenheid is om verantwoording af te leggen van de hoop die in je is (daarover gaat het nu).

‘Hoop’ is een lastig woord om concreet te maken. Wat betekent het dat een christen hoop heeft? En nog moeilijker: hoe verwoord je ‘hoop’ tegenover iemand die zich totaal niet hopeloos voelt? Hoe getuig je daar dan van? Voor veel jongeren zal het begrip ‘hoop’ onduidelijk zijn. Sommigen zullen het misschien vergelijken met verwachting; maar er is één duidelijk verschil: bij verwachting weet je vaak wat er komt en bij hoop niet. Hoop kan wijzen op iets goeds of iets slechts: het is spannender, je weet niet wat er van terechtkomt, je geeft alleen aan wat je wens of diepe verlangen is: ik hoop (maar) dat… Hoop stelt mensen in staat om in de moeilijkste omstandigheden vol te houden (‘waar leven is, is hoop’, zegt het spreekwoord). Veel jongeren denken bij het Bijbelse begrip hoop al snel aan de wederkomst en aan de hoop die Jezus brengt in dít leven en daarna. Het zal dus voor de meeste jongeren sterk gekoppeld zijn aan de wereld die nog zal komen. Weinig jongeren zullen het begrip hoop echter koppelen aan het leven hier en nu, aan het christen zijn in deze tijd en in deze cultuur. Maar dat is juist waar niet-christenen in deze tijd niet op zitten te wachten. Velen accepteren de gedachte van ‘dood is dood’ en hebben geen hoop op méér nodig!

Mogelijk denken jongeren bij ‘verantwoording afleggen’ vooral aan het gebruik van veel christelijke woorden. Nu zal verantwoording afleggen inderdaad met woorden gebeuren, maar het begint bij een ‘goede levenswandel in Christus’ die hoop laat zien! Het heeft dan te maken met volharding in moeilijke omstandigheden, ondanks alles een opgewekt gemoed houden. Dát zal mensen opvallen, zodanig dat ze verantwoording gaan vragen: hoe komt het dat je zo opgewekt, vriendelijk enz. blijft! Het valt vaak niet mee om op de juiste manier verantwoording van je geloof af te leggen. Jongeren kunnen zich aangevallen voelen en zich daarom fel gaan verdedigen. Of ze voelen zich gedrongen om zelf in de aanval te gaan en – omgekeerd – de ander ter verantwoording te roepen. Hoe doe je het nu op de juiste manier? Dat is een vraag waarmee jongeren kunnen zitten.

Als het gaat om christen zijn met hoop vinden jongeren dit vaak moeilijk. Globaal kun je een aantal groepen jongeren omschrijven. Er zijn jongeren die…
… zich terugtrekken in hun eigen veilige omgeving en subgroep en dat wel best vinden;
… in de kerk en onder christenen laten zien en merken dat ze geloven, maar hier buiten de kerk en onder niet-christenen niets van laten zien (omdat ze bang zijn dat …);
… op een positieve manier proberen iets van de liefde en het volgen van Jezus uit te stralen aan de mensen om hen heen.

Met name de eerste twee groepen jongeren willen we door middel van dit programma aanspreken om met durf en hoop christen te zijn!

Met dit gesprek willen we jongeren leren wat een leven vanuit hoop betekent. Dat het niet ‘het product is van één of andere naar binnen gerichte spiritualiteit’, maar een leven, dat zich naar buiten richt en verankerd is buiten onszelf in Gods liefde en trouw aan deze wereld en aan mij persoonlijk. Dat betekent dat jongeren in alle situaties van hun dagelijkse leven eenvoudig maar zichtbaar christen mogen zijn. Om met de mogelijkheden die ze hebben, zichtbaar aanwezig zijn om Christus present te stellen.

Doelstelling

  • Jongeren ontdekken wat de hoop van een christen is, juist als de omstandigheden moeilijk zijn.
  • Ze krijgen handvatten om op de juiste manier van die hoop verantwoording af te leggen, en oefenen daarmee.

Bijbelgedeelte

1 Petrus 3:13-17
Kernwoord in deze verzen is ‘hoop’. Dat valt des te meer op doordat Petrus het heeft over een context van ‘lijden vanwege de gerechtigheid’. Dat lijden zou je in verwarring kunnen brengen, maar dat is niet nodig! Geheim daarvan is het heiligen van God in je hart (vers 15). Dat geeft hoop!

Lied

Laat uw glorie zien (OTH 384)

Net als tijdens de vorige Focus-ontmoeting, zingen we dit lied. Vorige keer stond de gemeente centraal, waarbij we samen proberen om de wereld te dienen. In deze ontmoeting hebben we het over hoop, waar dit lied óók over gaat. Zie je de verschillende delen van de brief van Petrus terugkomen in dit lied?

Gebed

Bid voor deze avond en vraag of het begrip ‘hoop’ duidelijk mag worden.

Bid voor mensen die leven zonder hoop.

Vraag of het leven als christen met hoop jongeren in beweging brengt om zichtbaar aanwezig te zijn in de samenleving. Formuleer met elkaar concrete voornemens en breng die in gebed bij God.

Verhalen delen

Vorige keer ging het over de gemeente, samen hebben we gekeken op welke manier jij een bijdrage kunt hebben aan de gemeente en hoe je zelf ook aan de gemeente kunt bouwen. Heb je daar nog verder over nagedacht? Op welke manier kun jij zelf ingezet worden in de gemeente?

Introductievorm

Jesus, hope of the nations
Brian Doerksen schreef en zong het lied ‘Jesus, hope of the nations’. Dit lied gaat over hoop. Jongeren ontdekken wat hoop is en kruipen door dit lied in situaties waar het hebben van hoop uitkomst kan bieden.

Benodigdheden
– Werkboekje met het lied en de gespreksvragen
– Zorg dat je het lied van Brian Doerksen hebt gedownload en kunt afspelen (op een geluidsinstallatie) of dat je via een internetverbinding het liedje kunt luisteren op YouTube.

Werkwijze
– Introduceer de eerste opdracht, de luisteropdracht, bij het lied.
– Draai vervolgens de muziek (misschien wel twee keer – of zing het een keer in het Nederlands) en laat de jongeren alleen en dan in tweetallen de eerste opdracht maken. Bespreek vervolgens in groepjes de andere vragen.
– Brian Doerksen laat zien dat het bestaan in onze samenleving soms best hopeloos kan zijn. Tegelijk laat hij in het lied ook duidelijk zien waar hoop gevonden kan en mag worden: bij Jezus.
– Maak de overstap naar de Bijbelstudie en vertel de jongeren dat daarover het programma ook zal gaan. En dat deze hoop niet iets is wat pas in de toekomst ligt, maar dat Jezus je bestaan nu al wil kleuren. Dat je nu al als christenjongere met hoop je leven mag en kan leven.

Bijbelstudie

1 Petrus 3:13-17
De lezers van de brief van Petrus waren bekeerde heidenen in Turkije die vol waren van Jezus, maar het heftig vonden om in de samenleving stand te houden. Niet raar, want als christen was je uitschot. Puur vanwege het feit dat je christen was, werd je opgepakt en gemarteld of geëxecuteerd. Jezus volgen betekende voor hen baanverlies, verstoten worden uit de samenleving, vervolging. Op allerlei gebieden was er tegenstand omdat ze geloofden in Jezus. Petrus probeert hen met zijn brief een hart onder de riem te steken, zo van houd vol, zorg dat je herkenbaar bent als christen, ook al betekent het dat je dan tegenstand ervaart. Niet opgeven! De vraag is dus: op welke manier roepen wij als christen in Nederland vragen op door ons anders-zijn? Hoe leven wij de hoop uit die Christus ons gegeven heeft? Het Bijbelgedeelte roept ons op om in alle situaties van het dagelijkse leven eenvoudig, maar zichtbaar christen te zijn. Om concreet een spoor van liefde en hoop achter te laten in de wereld om ons heen.

Aanwijzingen voor een hoopvol leven

Benodigdheden
– Voor elke jongere het werkboek en een pen.

Werkwijze
Hoe kun je nu in je eigen omgeving hoopvol leven? Petrus geeft ons aanwijzingen!
– Lees het Bijbelgedeelte voor jezelf door. Doe daarna de volgende opdracht:
– Onderstreep tijdens het lezen (werk)woorden die je opvallen.
– Schrijf voor jezelf op welke gedachten er bij je boven komen als je naar deze (werk)woorden kijkt.
– Welke springt er voor jou uit als het gaat om christen zijn met hoop en waarom?
– Bespreek daarna met elkaar de vragen. Sta met name stil bij wat daar nu mee bedoeld wordt: verantwoording afleggen van de hoop die in je is. En ga ook in gesprek over de manier waarop: met zachtmoedigheid en eerbied/respect. Hoe doe je dat concreet?
– Probeer tot slot in één woord samen te vatten wat voor jou een leven met hoop betekent.

Aantekeningen bij de tekst
Vers 13 – de HSV en de NBV vertalen dit vers verschillend. De HSV vertaalt met ‘navolgers van het goede’. Dit veronderstelt een persoonlijk voorbeeld, en hiermee zou Petrus zichzelf kunnen bedoelen. Maar veel meer nog wijst hij op het Voorbeeld uit hoofdstuk 2:21-23, Christus zelf. Het gaat erom om Hem te volgen. De NBV vertaalt met ‘je volledig inzetten’.

Vers 14 – gerechtigheid: leven in juiste verhouding tot God en de naaste. De weg van de gerechtigheid kan de weg van de meeste weerstand zijn: lijden trotseren. Volgens Petrus is dit een mogelijkheid die zich in bepaalde situaties ook werkelijk voordoet. Degenen die vanwege de gerechtigheid moeten lijden, worden (net als in de Bergrede) gefeliciteerd, want ze volgen het goede Voorbeeld.

Vers 15 – … Heilig God, de Heere, in je hart – Het anders zijn van een christen komt voort uit de persoonlijke relatie met God en niet uit het bouwen van zuilen en hekken (angst voor het vreemde). Daar ligt het geheim: leven vanuit diep respect voor God, Hem bijzondere tijd, liefde en aandacht geven, steeds onderzoeken wie Hij voor je is. Vraag om over na te denken: hoe doe je dat zelf?

… wees altijd bereid om verantwoording af te leggen: Als christen ben je altijd bereid om je op dat leven met God te laten bevragen. Dat betekent ook dat er wat te zien moet zijn, anders valt er ook niks te bevragen. Bij verantwoording reageer je op een vraag die je zelf oproept, niet die je moet stellen! Steeds ben je alert hoe je de ander concreet kunt laten (in)zien wie Christus voor je is. Het komt aan op eenvoudig, maar kleurrijk christen-zijn – niet meer en niet minder.

… van de hoop die in je is: Hoop is voor een christen in de eerste plaats een persoon: het is Jezus Christus die ons opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop (1 Petrus 1:3). In onze taalbeleving heeft hoop vaak de associatie met straks en later; je hoopt op iets wat nog komen gaat. Maar dat wordt hier niet bedoeld. De hoop die Jezus geeft, is concreet, geen misschientje en geldt nu. Het maakt dat je dingen ziet die anders niet te zien zijn. Het maakt dat je durft te leven, zonder je door angst voor wie of wat dan ook te laten verlammen. Wat betekent het om hoop te hebben, om met de Hoop te leven? Hoe krachtig is jouw identiteit in Christus?

… met zachtmoedigheid en eerbied: Twee veelzeggende woorden die de houding van een christen weerspiegelen. Zachtmoedig… heb je de moed om zacht te zijn naar de ander? Ben je bereid om de ander het gevoel te geven: je bent welkom met je vraag, met je kritiek, met je tegenstand.

Eerbied… de ander altijd hoger achten dan je zelf. Dat is de houding waarmee een christen opereert, zelfs onder druk en bij weerstand.

Vers 16 – uw goede levenswandel: Overal waar mensen het nieuwe leven zien, rijzen vragen. Evangelisatie is in wezen niets anders dan zulke vragen oproepen en die vervolgens beantwoorden. Geef verantwoording, motiveer…

Vers 17 – overgang naar vers 18-22: Het is gunstiger wanneer je lijdt door het goede te doen, dan dat je last krijg vanwege onbehoorlijk gedrag. Wie het goede doet, volgt immers het goede Voorbeeld.

In Beweging

Een spoor van hoop
Jongeren denken er concreet over na hoe zij een spoor van hoop kunnen achterlaten in hun omgeving.

Benodigdheden
– Voor elke jongere het werkboek en een pen
– Post-its (liefst een aantal kleuren) en een groot vel papier
– Knikkers, verf, voor iedereen een A4-tje of een oud laken (dit alleen bij tieners doen)

Werkwijze stap 1 – Laat de jongeren eerst in groepjes nadenken over de vraag hoe ze zelf hoop kunnen uitstralen naar de mensen in hun eigen omgeving. Met andere woorden: hoe kunnen ze de liefde van Christus concreet uitleven en weerspiegelen? Hoe kunnen zij beschikbaar zijn voor anderen? Hoe kunnen zij de gewone dingen van het leven met maximale liefde doen? Je kunt ze eventueel op weg helpen door voorbeelden te noemen, zoals: vriendelijk zijn tegen iemand die je voortdurend dwarszit, voor de buren de kliko aan de straat zetten, een klasgenoot een leuke kaart sturen… Elk groepje schrijft hun ideeën op de post-its en plakt die op een vel papier. Bekijk met elkaar de post-its en plak de briefjes met ongeveer dezelfde inhoud bij elkaar, zodat je uiteindelijk een aantal ideeën hebt. Geef ieder groepje met dezelfde ‘soort’ ideeën één kleur.

Werkwijze stap 2 (alleen voor tieners) – Nu gaan de jongeren individueel verder; ze kiezen allemaal twee ideeën (dus twee kleuren) waarvan zij vinden dat dat de manier is waarop zij graag hoop willen doorgeven aan de mensen om hen heen. Iedereen krijgt een papier. Op het papier doen ze wat klodders verf van de kleur van hun keuze en vervolgens gooien ze een aantal knikkers op het papier. Als ze bewegen met het papier ontstaan er mooie verfsporen van de knikkers; een schilderij met hun sporen van hoop! Laat het papier met de verf vervolgens drogen… en plak het daarna als een groot/lang spoor achter elkaar, zodat het zichtbaar wordt welke tekenen van hoop deze groep tieners ‘achterlaat’.

Alternatief bij werkwijze stap 2 – In plaats van knikkers kunnen de tieners ook hun handen in (vinger!)verf dopen en vervolgens daarmee een afdruk op papier zetten om zo hun sporen van hoop achter te laten. Jongeren kunnen met hun voeten in de verf gaan staan en allemaal een paar stappen zetten op een groot, oud laken (iedereen zet dan bij z’n eigen spoor zijn eigen naam). Zo krijg je een groot schilderij met allemaal sporen van hoop van de hele club bij elkaar.

Twee visies
Jongeren gaan met elkaar in gesprek over stellingen over hoop.

Benodigdheden
– Voor elke jongere het werkboek en een pen.

Werkwijze
– Lees met elkaar hardop de tekst van Tim Keller. Voordat je naar de stellingen kijkt, kun je vragen om in het algemeen te reageren op de verhalen. Vinden de jongeren dat ze passen bij het thema ‘hoop’? Waarin wel en waarin niet?
– Sta daarna stil bij de drie stellingen. Ga erover met elkaar in gesprek. Helpen de verhalen van Tim Keller bij je meningsvorming over één van de stellingen?