Doelstelling

Dit blok bestaat uit vijf gesprekken over de five marks of mission. Meer informatie over deze marks of mission staat in het werkboek, blz. 97. In dit eerste gesprek bespreken we het eerste thema: De boodschap van het evangelie delen. Doel van dit gesprek is dat je weet wat de boodschap van het evangelie is en erover spreekt met anderen.

Weten: Het Goede Nieuws gaat over Gods bedoeling met deze wereld.
Ervaren: We worden verrast, ontroerd en komen in beweging omdat we ervaren dat het evangelie goed is.
Doen: We gaan zelf vreugdeboden zijn en het evangelie delen.

Persoonlijke vooorbereiding

Zing het lied ‘Laat heel de wereld het zien’ (OTH 382) of één van de andere liederen die in het werkboek staan beschreven.

Lied

Zing het lied ‘Laat heel de wereld het zien’ (OTH 382) of één van de andere liederen die in het werkboek staan beschreven.

Gebed

Dank God dat Hij jullie hier bij elkaar gebracht heeft en noem een aantal concrete dank- en gebedspunten. Bid tenslotte om Gods aanwezigheid bij deze bijeenkomst en zijn leiding in dit gesprek. 

Verhalen delen

Lees de tekst onder ‘Verhalen delen’. In een paar zinnen het Evangelie samenvatten is niet gemakkelijk… Benadruk daarom dat het er niet om gaat om het perfect te doen, maar om met elkaar te oefenen. Je kunt als gespreksleider natuurlijk wel van tevoren over je eigen pitch nadenken, maar het hoeft niet. Het gaat er namelijk niet om dat jij de ‘perfecte’ pitch bedenkt. Begeleid vooral het proces van samen nadenken. 

Geef iedereen een paar minuten de tijd. Stimuleer om even een paar kernwoorden op te schrijven. Vraag twee of drie vrijwilligers om een poging te doen. Als niemand wil beginnen, geef dan zelf het voorbeeld. Vraag daarna aan de groep welke belangrijke aspecten van het Evangelie in de pitch aan bod kwamen, waar de verschillende pogingen overlapten en welke aanvullingen anderen eventueel zouden willen maken. Bespreek ten slotte waarom het handig kan zijn om een dergelijke pitch in je achterhoofd te hebben. 

Bijbelstudie

Introductie 

Lees de tekst van de introductie of geef zelf woorden aan de intentie ervan. Lees daarna met elkaar de Bijbeltekst.

Jesaja 52:1-7 en Marcus 1:14-15 

Laat het gedeelte door iemand uit de groep lezen en vraag de anderen actief mee te lezen door gespreksvraag 1 alvast te benoemen: Wat gaat er vooraf aan de aankondiging van het Koninkrijk van God door Jezus? 

Gespreksvraag 1* 

Wat is de kern van het goede nieuws in beide Bijbelgedeelten? Hoe zou je dat in taal van vandaag verwoorden? 

Deze gespreksvraag is bedoeld om als groep even dieper in het Bijbelgedeelte te duiken en te kijken wat er staat. Geef mensen de ruimte om eerst voor zichzelf na te denken. Laat een paar mensen een antwoord noemen en dat toelichten. Het is niet nodig om nu alle vragen naar aanleiding van dit Bijbelgedeelte te beantwoorden of dingen uit te leggen. De meeste zaken komen waarschijnlijk later in dit gesprek nog een keer boven. ‘Parkeer’ vragen daarom even. Het is de bedoeling dat het gesprek vooral gevoerd wordt over de inhoud van het goede nieuws dat in deze tekst gebracht wordt. Hoe zou je dat in eigen woorden zeggen? Dat kan nog wel even een oefening zijn, omdat je als christenen onder elkaar al snel in ‘kerkelijke taal’ vervalt. Welke woorden zou je gebruiken tegen mensen die nog nooit iets over het evangelie hebben gehoord?

Lees de toelichtende tekst over ‘Jesaja: Gods is Koning’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.

Achtergrondinformatie: de koning 

Als wij aan de koning denken, associëren we dat misschien met koning Willem-Alexander of met Queen Elizabeth in Groot-Brittannië. Zo was die term voor de Joodse tijdsgenoten van Jezus ook gekleurd: Ze verwachten een Messias, een koning van Israël, die de Romeinen zou verjagen. Jezus is een koning van een heel andere orde en zijn Koninkrijk heeft heel andere dimensies dan landsgrenzen. Bij ‘koninkrijk’ moeten we in de Bijbel niet in eerste instantie aan een gebied of domein denken, maar aan ‘heerschappij’, ‘koningschap’. In het Oude Testament wordt de koning aangeduid als ‘Adonai’ (Heer of Heerser). God is koning omdat Hij Schepper van hemel en aarde is. Maar het volk Israël wil daarnaast ook een aardse koning en dat wordt Saul. Vanaf dat moment wordt het koningschap met bevrijding verbonden. Dat koningschap van God komt in de loop van het Oude Testament steeds meer onder spanning te staan: het volk luistert niet naar God en twijfelt of God wel de controle heeft. Dat zie je bij ons ook: we zijn telkens ongehoorzaam aan God en ondertussen zien we allerlei dingen in de wereld gebeuren waardoor je denkt: ‘waar zie ik Gods macht?’ Bij de profeten verschuift de gedachte van Gods koningschap naar de toekomst en wordt het een Messiaanse gedachte. Als Hij komt zal Hij dingen rechtzetten, zoals recht doen aan de armen. De mensen herkennen Jezus hier niet in. Jezus herdefinieert het koningschap, maar mensen begrijpen het niet. Daarom slaan ze Hem uiteindelijk aan het kruis. 

Achtergrondinformatie: tussentijd 

Wat zal de toekomst brengen? Daar is iedereen benieuwd naar. Je kijkt ernaar uit of je ziet er tegenop. Dat geldt voor ieder persoonlijk, maar ook wereldwijd. Zal er vrede zijn? Zal de wereld leefbaar blijven? Er is genoeg reden om zorg te hebben. In de Bijbel wordt de toekomst ons niet voorgesteld als een zwart gat, maar als een nieuwe stad (Openbaring 21). Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. De Joden in Jezus’ dagen geloofden dat deze toekomst van God aan zou breken met de komst van de Messias. Die zou in één klap afrekenen met al het kwaad en onrecht in de wereld en een einde maken aan onderdrukking en geweld. Hij zou oordelen en de dingen recht zetten. In het Nieuwe Testament wordt echter duidelijk dat Jezus wél komt als de Messiaanse Koning, maar dat Hij eerst komt om te dienen en te redden, en nog niet om te oordelen. Sterker nog, Hij zal eerst zelf de veroordeling en de straf van de gevallen wereld dragen. Zijn Koninkrijk breekt dus heel anders aan dan zijn tijdgenoten hadden verwacht. In de Evangeliën horen wij daarom van het Koninkrijk van God, dat gekomen is én dat nog komt. Jezus zelf roept mensen op tot bekering, omdat het Koninkrijk van God nabijgekomen is (Marcus 1:15). Hijzelf is de Koning van het Rijk, niet gekomen om te heersenmaar om te dienen (Marcus 10:45). En overal waar mensen Jezus in geloof aanvaarden als Redder en zijn heerschappij aanvaarden, krijgt dit Koninkrijk gestalte in het leven van zijn volgelingen. Tegelijk is de volle werkelijkheid van dat Koninkrijk nog verborgen in een wereld vol onrecht en gebrokenheid; het is niet aan te wijzen op de landkaart. Jezus maakt duidelijk dat de grote doorbraak nog wacht: de Koning komt terug. Als een heer die zijn dienaren ter verantwoording roept over hun talenten (Mt. 25:14-30), als een Bruidegom die zijn opwachting maakt (Mt. 25:1-13). Wij leren dus met twee woorden spreken: het Koninkrijk is er al én het komt nog. Wij leven in een tussentijd. Nog één ding: Mattheüs spreekt in zijn Evangelie niet over het Koninkrijk van God maar over het Koninkrijk der hemelen. Dat kan de suggestie wekken dat het vooruitzicht van een christen uitsluitend Boven ligt, waar mijn ziel bij God geborgen is. Toch is uit heel de Bijbel duidelijk dat Gods einddoel verder reikt: een nieuwe hemel én een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont, al zal dat door de crisis van het oordeel heengaan (Opb. 20,21). Deze aarde, waarop wij wonen, wordt gereinigd van het kwaad, en vernieuwd. God zal bij de mensen wonen. 

Gespreksvraag 2 

Als je zelf denkt aan het Koninkrijk van God, denk je dan vooral aan de toekomst, of verbind je het ook met de tegenwoordige tijd? Leg eens uit.

Deze vraag gaat in op de ideeën die er bestaan over het Koninkrijk van God. Het kan verhelderend zijn om daarbij de achtergrondinformatie over ‘De Koning’ en ‘De tussentijd’ te lezen, om verschillende gedachten over het koninkrijk van God te kunnen verklaren. Waar denken jullie als groep aan? Is het koninkrijk vooral iets dat later komt en waar we op wachten, of kun je nu om je heen al iets zien van het koninkrijk van God?

Lees de toelichtende tekst over ‘Marcus: Het Koninkrijk breekt aan en vraagt omkeer’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. Het kan verhelderend zijn om de tekst in het kadertje ‘Tussen D-Day en V-Day’ samen te lezen. 

Gespreksvraag 3*

Op welke manier is het aanbreken van het Koninkrijk van God goed nieuws voor mensen vandaag? Hoe zou je dat goede nieuws in je eigen woorden vertellen? 

Hier bespreken we eigenlijk de betekenis van het evangelie voor de mensen om ons heen. Waarom is dat goed nieuws? Wat maakt dat wij de komst van het Koninkrijk nodig hebben? En, opnieuw: hoe spreek je daarover in toegankelijke, niet al te kerkelijke taal? 

 Lees de toelichtende tekst over ‘Bekeer je’ en ‘Omdenken’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. 

Gespreksvraag 4

Waarom zou Jezus benadrukken dat het goede nieuws over het Koninkrijk van God om geloof en omkeer vraagt? Herken je dat zelf ook?

Dit is een heel persoonlijke vraag, neem hier de tijd voor en respecteer het als sommige leden van de groep niet meer delen dan een algemene definitie. Antwoorden kunnen variëren van uitgebreide verhalen over een moment waarop God ingreep in hun leven tot het beschrijven van een proces waarin iemand zich geleidelijk meer en meer richtte op God. Het is ook mogelijk dat sommigen vanwege ervaringen in het verleden een wat allergische reactie geven. Of zich afvragen of het voor hen wel weggelegd is om te veranderen. 

Achtergrondinformatie: de wederkomst 

Het zou kunnen dat er tijdens dit gesprek allerlei vragen opkomen over de wederkomst. Er zijn veel theorieën over en allerlei boeken (theologisch en fictie) verschijnen over dit onderwerp. We raden jullie aan nu niet teveel tijd aan dit onderwerp te besteden. Om als kringleider toch iets te zeggen over dit onderwerp kan je vertellen dat we met de kerk van de eeuwen belijden ‘dat Jezus zal wederkomen om te oordelen levenden en doden’. Wat zegt de Bijbel hierover? Bij zijn hemelvaart vertellen engelen dat Jezus terugkomt, zoals Hij is heengegaan (Hand.1:11). En verder? Wij lezen dat Jezus onverwachts zal verschijnen en dat zijn komst gepaard gaat met oordeel. (Matth.24:36 e.v.) Ons leven hier en nu wordt door Hem heel serieus genomen. Vandaar de oproep om ons erop voor te bereiden. In het oordeel zal God recht doen: alles wat scheefgegroeid is, wordt rechtgezet zoals God het bedoeld heeft! Het oordeel is dus ook reinigend. Door vuur heen (2 Petrus 3:10) komt de nieuwe aarde er, onder Gods nieuwe hemel.  

Wat betekent dit voor het hier en nu? Twee dingen: 

  1. Omdat wij weten van de wederkomst, worden wij geroepen tot een heilige levenswandel (2 Petrus 3:11). 
  2. Het is een enorme stimulans om het Evangelie door te geven: ‘Dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.’ (Matth.24:14) 

Lees de toelichtende tekst over ‘Verkondig het goede nieuws!’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. 

Gespreksvraag 5* 

Wat betekent het voor jou, dat allen die in jezus Christus geloven en Hem als Koning en Heer aanvaarden, ook geroepen zijn om dit goede nieuws door te geven? Hoe krijgt die opdracht een plek in jouw leven?

Misschien is dit nieuw voor sommigen. De opdracht om het goede nieuws door te geven is niet alleen voor een klein groepje mensen/zendelingen, maar geldt voor ons allemaal. Deel je ervaringen en gevoel daarbij. Vind je het een fijne opdracht? Wat maakt het mooi of lastig? Hoe kun je aan deze opdracht gehooorzaam zijn? Deel ervaringen en wissel tips uit.

Verhalen delen

https://www.izb.nl/focus/downloads

Kijk naar het filmpje van de Peace Penguins in Rotterdam. Als je het filmpje gebruikt, kijk dan van tevoren of het lukt met beeld en geluid. Zorg voor een download of een goede internetverbinding op de plek waar jullie als groep samenkomen. Geef voordat jullie het filmpje kijken de introductie of kijkvraag mee. Dat helpt de groep kijken vanuit de juiste context. Laat het filmpje zien en bespreek daarna met elkaar de kijkvraag: Wat vind je van de manier waarop zij spreken en denken over het koninkrijk?

In beweging

Lees de opdrachten voor en kies één van de opdrachten. Je kunt dit ook al van tevoren doen, als je kunt inschatten welke opdracht het beste past bij jouw groep. Peil de reactie op de opdracht, verhelder de opdracht voor leden van de groep die het misschien nog wat vaag vinden. Vertel de groep dat jullie hier bij de volgende bijeenkomst bij ‘verhalen delen’ op terug zullen komen. 

Gebed

Vraag vooraf of iemand specifieke dank-of gebedspunten heeft. Dank God voor glimpen van zijn Koninkrijk en vraag of Hij jullie wil oefenen in het zien daarvan. Spreek de genoemde dankpunten en voorbeden uit en sluit het gebed eventueel af met het gezamenlijk bidden van het ‘Onze Vader’. Je kunt samen nog het lied ‘Maak ons tot een stralend licht’(OTH 385) zingen, of het als luistertip meegeven aan je groepsgenoten.

Geef aan wanneer jullie volgende keer bij elkaar komen. Het is handig als ze zelf in de tussenliggende tijd het Bijbelgedeelte voor de volgende keer doorlezen.