Beginsituatie

  • De wereld waarin jongeren leven is er één waarin de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker zichtbaar worden. Het is een feit dat de aarde opwarmt en dat dit gebeurt door toedoen van de mens. In het klimaatverdrag van Parijs is afgesproken dat de klimaatopwarming maximaal twee graden mag zijn. De christelijke meteoroloog Reinier van den Berg zei in een interview dat de wetenschappelijke norm ligt op anderhalve graad en dat de aarde inmiddels al één graad extra is opgewarmd. Gevolgen daarvan zijn bijvoorbeeld overstromingen in Bangladesh en droogte in Kenya.
  • Een andere manier om het probleem aan te duiden is die van de ecologische voetafdruk . Daarmee wordt het stukje aarde bedoeld dat nodig is om te produceren wat één persoon aan consumptie verbruikt. De ecologische voetafdruk van de gemiddelde Nederlander is 6 hectare, terwijl er per wereldbewoner maar 1,8 hectare beschikbaar is. We verbruiken dus veel méér dan er bij een eerlijke verdeling beschikbaar is. Of anders gezegd: we zijn de aarde aan het ‘op maken’.
  • Hoe je het ook wendt of keert, het is duidelijk dat God dit niet bedoelde toen Hij de mens de opdracht gaf om de aarde te onderwerpen. Ghandi had gelijk toen hij zei dat de aarde voldoende biedt voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht. Christenen moeten daarom zeggen dat de klimaatproblematiek voor een groot deel samenhangt met menselijke zonde. Of met woorden van Paulus: door de zonde van de mens zucht heel de schepping en is zij in barensnood (Rom. 8:22).
  • Jongeren zullen op deze gegevens heel verschillend reageren. Er zijn jongeren die zich hier oprecht zorgen om maken en die er rekening mee proberen te houden in hun consumptiegedrag. Maar zij vormen een minderheid. De meeste jongeren zullen zich er, evenals hun ouders, niet zo druk om maken. Zonder paniekerig te doen, moeten we jongeren erop wijzen dat christen-zijn óók te maken heeft met hoe we omgaan met Gods schepping. Het is zoals je omgaat met het schilderij van een beroemde schilder: daar ga je niet op zitten kliederen. Zo ga je ook zorgvuldig om met kunstwerk van je hemelse Vader.
  • Missie van de kerk: dat zorg voor de schepping een missie van de kerk is, wordt al helemaal niet opgemerkt door veel jongeren. Dat het in het Koninkrijk van God niet alleen gaat over de verlossing van de mens, maar ook over de verlossing van de schepping is nieuw voor hen. Lijden aan de gebroken schepping en meezuchten, verlangend naar de komst van de nieuwe aarde.

Doelstelling

  • Jongeren beseffen dat de mens verantwoordelijk is voor het goed of fout beheren van de schepping en de gevolgen daarvan.
  • Ze krijgen handvatten aangereikt voor een duurzamer gebruik van de schepping en proberen daarnaar te handelen.

Romeinen 8: 19-23

In Romeinen 8:19-23 stelt Paulus de schepping voor als een persoon. Je kunt gerust zeggen: de schepping (de natuur) zit niet lekker in haar vel. Dat komt door de zonden van de mens. Want die zonden maken niet alleen de relatie met God stuk, ze hebben ook gevolgen voor de hele schepping.

Lied

  • Dank God voor Zijn scheppingskracht, voor al het mooie dat Hij heeft gemaakt.
  • Dank God voor de hoge plaats die Hij de mens heeft gegeven om voor Zijn schepping te zorgen.
  • Belijd dat we veel te nonchalant met de schepping omgaan, en niet alleen dat. Maar dat ook onze zonden gevolgen hebben voor de schepping.
  • Bid of God ons wil leren hoe we voor de schepping kunnen zorgen.

Gebed

  • Dank God voor Zijn scheppingskracht, voor al het mooie dat Hij heeft gemaakt.
  • Dank God voor de hoge plaats die Hij de mens heeft gegeven om voor Zijn schepping te zorgen.
  • Belijd dat we veel te nonchalant met de schepping omgaan, en niet alleen dat. Maar dat ook onze zonden gevolgen hebben voor de schepping.
  • Bid of God ons wil leren hoe we voor de schepping kunnen zorgen.

Verhalen delen

We delen wat de slogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ bij ons oproept.

Werkwijze

  • Lees met elkaar de slogan en ga in gesprek over bijbehorende vragen.
  • Houd dit onderdeel kort. Het is niet de bedoeling om de antwoorden op deze vragen nu uitgebreid te bespreken. Het is een eerste inventarisatie om af te tasten hoeveel zorg jongeren ervaren of nemen voor de schepping…

Introductievorm

De beste smoes

Tieners worden geconfronteerd met mogelijke redenen om maar niets aan het milieu en de daarbij behorende vragen te doen.

Werkwijze

  • Zorg voor negen A4-tjes en schrijf op elk a4-tje één van de volgende smoezen:
    • Smoes 1: ‘Het valt allemaal wel mee, joh!’
    • Smoes 2: ‘Ik vind mensen belangrijker dan de natuur.’
    • Smoes 3: ‘Je kunt beter tijd steken in evangeliseren.’
    • Smoes 4: ‘Ik kan toch niet alles? Ik moet al zoveel!’
    • Smoes 5: ‘De techniek los alles wel op.’
    • Smoes 6: ‘Het gaat toch om je geloof, niet om je werken?’
    • Smoes 7: ‘Het is te duur om rekening te houden met het milieu.’
    • Smoes 8: ‘Alles gaat toch kapot.’
    • Smoes 9: ‘Ik vind het best goed hoor, maar je moet niet zo’n activist worden.’
  • Hang de A4-tjes po in de zaal. Verder: onder ieder A4jte een lege tafel. Tenslotte voor ieder groepje 10 lege blikjes. Tip: om in korte tijd aan zoveel blikjes te komen, kun je de blikvanger of de prullenbak langs de kant van de weg, op het voetbalveld misschien wel leeghalen. Krijg je meteen een idee hoeveel zooi we met elkaar produceren.
  • Verdeel de tieners in kleine groepjes. Elke groep krijgt de gelegenheid om aan te geven wat zij de beste smoes vinden om niets aan het milieu te doen. Daarbij mag gekozen worden uit de negen smoezen die verspreid in de zaal aan muur hangen. De 10 blikjes mogen ze gebruiken om hun keuze voor een bepaalde smoes kenbaar te maken. Spreekt een bepaalde smoes hen erg aan, dan kiezen ze ervoor om een bepaald aantal blikjes op de tafel onder die smoes te zetten. Spreekt een smoes hen niet aan, dan zetten ze daar ook geen lege blikjes neer. Zo verdelen ze alle 10 de blikjes over de smoezen. Bekijk tenslotte hoe dit is gebeurd. Zijn er smoezen waar heel veel blikjes bij staan Of juist heel weinig? Kunnen tieners dit toelichten? Laat elke groep aangeven bij welke smoes zij de meeste blikjes hebben neergezet. Was het lastig om het eens te worden in de groep? Herkennen ze de smoezen uit hun dagelijks leven? Maken ze zich druk over het milieu? Voelen ze zich verantwoordelijk voor de schepping?
  • Een ding kun je waarschijnlijk wel concluderen: we hebben meestal genoeg smoezen om ons niet druk te maken over het milieu. Hoog tijd om eens te kijken wat de Bijbel zegt over onze houding ten opzichte van de schepping.

Bijbelstudie

Romeinen 8:19-23 – De zuchtende schepping

Werkwijze

  • Romeinen 8:19-23 is natuurlijk best een moeilijk bijbelgedeelte. Toch – of juist daarom – kiezen we ervoor om het jongeren eerst zelf te laten verkennen.
  • Laat hen in tweetallen aan de slag gaan met de vragen uit het werkboek. Zet ze op het spoor door te zeggen dat ze moeten letten op alle zinnen waarin ‘de schepping’ voorkomt. In al die zinnen wordt iets over de schepping gezegd: hoe ze ervoor staat, wat ze doet, wat ze hoopt en wat ze verwacht. Laat ze dan alle zinnen onderstrepen waarin iets over de schepping gezegd wordt. Dat helpt al verder. Het gaat dan om de volgende zinnen, ter informatie van de eventuele leidinggevenden in de groepjes:
    • De schepping verwacht het openbaar worden van de kinderen van God (vers 19).
    • De schepping is aan de zinloosheid onderwerpen (vers 20).
    • De schepping hoopt bevrijd te worden van de slavernij (vers 21)
    • De schepping zucht en is in barensnood (vers 22)
  • Zo komen ze hopelijk tot de volgende antwoorden:
    • De schepping is aan de zinloosheid onderwerpen / ze zucht en is in barensnood.
    • Ze hoopt op bevrijding.
    • Ze verwacht het openbaar worden van de kinderen van God.
    • Deze vraag maakt het natuurlijk direct al heel persoonlijk: op de één of andere manier heeft het herstel van de schepping te maken met het openbaar worden van de kinderen van God – vooral in de toekomst, maar ook nú! Bekering heeft dus alles met de schepping te maken – en andersom: de schepping vraagt om bekering!
  • Loop de antwoorden samen langs, en ga er dieper/verder over in gesprek. Gebruik hierbij ook de achtergrondinformatie hieronder. Daarmee zal het bijbelgedeelte duidelijker worden.

Achtergrondinformatie

  • De schepping is van God – Bespreek met jongeren de grootsheid van de schepping. In Genesis 1 en 2 lezen we hoe God de hemel en aarde geschapen heeft. We mogen nog dagelijks genieten van wat God ons hierin gegeven heeft. Genieten van het mooie in de schepping, genieten van wat God ons geeft in andere mensen, genieten van het eten dat groeit etc.
  • Misbruik van de schepping is zonde Mensen zijn onderdeel van deze schepping. Ook wij hebben onze unieke plaats binnen het geheel van de schepping. Wij mogen ‘heersen’ over de aarde. Sta vervolgens stil bij de betekenis van heersen over de aarde. Bij het woord heersen moet je misschien wel denken aan een koning, die heerst over zijn koninkrijk. Misschien klinkt heersen voor veel jongeren een beetje negatief in de oren, zoals het heersen van een tiran of dictator. Maar de Bijbel bedoelt hier het heersen van een goede koning Heersen over de hele aarde betekent dus het goede zoeken en doen voor de schepping. In Genesis 2:15 lezen we dat de mens er is om de schepping te bewerken en onderhouden. Dit betekent voor de schepping zorgen, zorgen dat het kan blijven bestaan. Maar ook uitbouwen, zorgen dat de schepping verder tot bloei kan komen.
  • Sta stil bij de invloed van de zondeval op de schepping en onze omgang als mensen met de schepping. Met de zondeval kwam de gebrokenheid in de wereld. De relatie tussen God en mensen, tussen mensen onderling, maar ook die tussen mensen en de schepping is verstoord. Daarmee bedoelen we in de eerste plaats dat ook de schepping niet meer is zoals God haar bedoelde, niet meer zo perfect en compleet, niet meer zo als het moment dat God zag dat het goed was. De gebrokenheid van de schepping zien we dagelijks terug in het lijden van mens, dier en natuur. De oorzaak daarvan is de zonde van de mens.
  • Dat de relatie tussen mensen en de schepping is verstoord, betekent in de tweede plaats dat de mens er verkeerd mee omgaat. Gaan we in wijsheid, liefde en recht om met wat God gemaakt heeft? Waarom wel? Waarom niet?
  • Je kunt hierbij denken aan antwoorden als: ‘Ja, we hebben het best goed gedaan; we zorgen dat er eten kan groeien’ er zijn veel plekken waar dieren rustig kunnen leven; we zorgen voor elkaar; hebben huizen gebouwd met de materialen die God geeft in de schepping.’ Of: ‘Nee, want er is honger in de wereld; de aarde warmt op; dieren sterven uit; er is droogte; en door verkeerd omgaan met de natuur, ontstaan er natuurrampen.’ Vat kort samen wat er uit de groep komt. Bevestig dat we inderdaad als mensen goede dingen doen met de schepping, maar dat we ook dagelijks de realiteit zien van het niet voldoende zorgdragen voor de schepping.
  • Geef concrete voorbeelden: de bijen, waar er steeds minder van zijn, omdat we gebruik maken van chemische bestrijdingsmiddelen. Denk aan alle uitstoot die we in de westerse wereld veroorzaken met onze industrie, waardoor de aarde opwarmt met alle gevolgen van dien. Je kunt hierbij aanvullend benoemen de voetafdruk die we achterlaten als Nederlander op de aarde. We gebruiken als Nederlander 3,5 keer zoveel van de aarde als beschikbaar is. Denk aan al het plastic in de oceanen, wat grote gevolgen heeft. Kortom: we dragen niet voldoende zorg voor de schepping, we doen de schepping geen recht, maar juist kwaad. We zien hier duidelijk de gevolgen van de zonde in terug. De schepping die zo goed en perfect was toen God de aarde schiep, is niet perfect meer. En daar hebben wij mensen een groot aandeel in.
  • De schepping zucht – Het is dáárom dat Paulus in Romeinen 8 zegt dat de schepping zucht. Ze voelt zich onderworpen aan de zinloosheid en aan de slavernij van het verderf. Het is mooi en belangrijk om erop te wijzen dat het geen hopeloos zuchten is. De barensnood van vers 22 verwijst naar de barensweeën waarover Jezus het heeft in Markus 13:8. Er zit dus de verwachting achter van de geboorte van een nieuwe schepping! Daarop doelen ook vers 20-21. Commentators wijzen erop dat degene die de schepping aan de zinloosheid heeft onderworpen, niet Adam is of de duivel, maar God. Want alleen Hij kan de schepping onderwerpen in hoop. Er zit dus de hoop (zekere verwachting) achter dat de schepping bevrijd zal worden van de slavernij. Daarvoor zorgen niet mensen, maar God zelf!
  • De schepping wacht op de kinderen van God – In de bijbelstudie hebben we al gezien dat de schepping daarom wacht op het openbaar worden van de kinderen van God. Wat wordt er bedoeld met deze ‘mysterieuze’ (zo kunnen jongeren het ervaren) zin? Het gaat in de eerste plaats om het herstel van de hele schepping, die in de toekomst zal plaatsvinden bij de wederkomst van Christus. Dan zullen de kinderen van God openbaar worden. Zoals de zondeval de vervloeking van de hele schepping betekende, zal de toekomstige verlossing van de mens ook de verlossing van de hele schepping betekenen. Dan wordt alles hersteld.
  • Maar dat betekent natuurlijk niet dat we ondertussen gewoon kunnen doorgaan met zondigen tegen de schepping en het misbruiken van de aarde. God wil dat we nú al leven als Zijn kinderen. Door geloof in God en geleid door de Heilige Geest mogen we werken aan de opdracht die God in Genesis 2:15 gaf. Zodat er nú al iets te zien zal zijn van hoe het eens zal zijn! Zo kun je zeggen dat de schepping als het ware nú al zegt: ‘Waar zijn jullie, kinderen van God? Laat in jullie omgang met mij zien dat jullie kinderen van God zijn!’
  • ‘Al dat milieugedoe’ moet dus wel degelijk iets zijn wat ons raakt. Misschien leeft de gedachte onder jongeren wel dat ze al dat milieugedoe maar onzin vinden. Misschien vinden ze het wel belangrijk, maar denken ze dat hun aandeel zo klein is dat ze niets kunnen betekenen. Wellicht zijn ze al heel actief als het gaat om het zorgdragen voor de schepping. Afhankelijk hiervan kunt u de punten hieronder kort bespreken of er wat dieper op in gaan.
    • Is al dat milieugedoe niet wat overdreven? Is het vooral wat voor hippe mensen in de stad? Die gaan voor tweedehandskleding, alleen winkelen bij een boerderijwinkel en veganistisch eten? En wat bereik je er nu mee?Bespreek met hen dat het er niet zozeer omgaat hoeveel je – in je eentje – kunt bereiken. Het gaat erom dat je weet dat je van God een opdracht hebt gekregen om voor de aarde te zorgen. Hij vraagt van jou om op een goede manier met de aarde om te gaan. Het is goed om erover na te denken hoe je daar invulling aan kunt geven in je dagelijks leven.
    • Kun jij als één persoon wel wat veranderen aan de opwarming van de aarde? Natuurlijk kun je het proces niet in je eentje terugdraaien. Je kunt hier wel aandeel in zijn, door goed om te gaan met wat je van God gekregen hebt. Door bewust te zijn van hoe je leeft en te veranderen waar mogelijk. Misschien zijn jongeren al bezig met het goed zorgen voor de aarde, denken ze heel erg na bij wat ze wel of niet doen. Bespreek met jongeren of zij zich ook bewust zijn dat ze hiermee God dienen. Door te zorgen voor Zijn schepping, eer je God. Mooi om zo een extra dimensie te geven aan het duurzaam leven.
  • Vat nog even kort samen waar het in deze les om draait: Wij zijn onderdeel van Gods schepping en hebben als mensen een bijzondere opdracht van God gekregen. Namelijk om zorg te dragen voor de schepping in wijsheid, liefde en met recht. Door dit te doen, dienen we God. Door de zondeval is alles veranderd, ook in de schepping en hoe wij ermee omgaan. De schepping heeft veel te lijden in deze tijd, wij mensen zijn hier (direct of indirect) de veroorzakers van. Toch kun jij ook nu nog handen en voeten geven aan de opdracht die wij hebben gekregen van God, met hulp van de Heilige Geest. Juist ook in de kleine dagelijkse dingen kun jij van grote betekenis zijn voor de schepping.

In beweging

Dit kan ik eraan doen!

Jongeren denken na over eenvoudige acties die zij zelf kunnen toepassen om verantwoord(er) om te gaan met de schepping.


Werkwijze

  • Benoem dat je je kunt afvragen wat jij er nu aan kunt doen – aan milieuvervuiling, de opwarming van de aarde, enz. We hebben gehoord dat je je niet moet afvragen hoeveel het uitmaakt, maar hoe je zelf verantwoord(er) kunt omgaan met Gods schepping.
  • Laat de tieners hierover in groepjes nadenken. Eerst vult iedereen de lijst met acties uit het werkboekje in, vervolgens worden keuzes gedeeld.
  • Doel van deze vorm is vooral dat ze erover nadenken dat christen-zijn ook tot uiting komt in heel concrete daden. Het is niet nodig om deze opdracht plenair na te bespreken. Je kunt wel vragen naar een paar ervaringen: wat vonden jullie ervan om hierover na te denken?