Beginsituatie

Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad.

Beginsituatie

Kinderen moeten nogal wat presteren in onze maatschappij. Ze moeten goede cijfers halen op school, uitblinken in ‘hun sport’ en veel vrienden/volgers hebben op sociale media. Dit zijn verwachtingen waar kinderen zelf niet per sé iets aan kunnen doen of waar ze zelf voor kiezen. Onze maatschappij en denkbeelden zijn gewoon zo ingericht. Zo worden er onderzoeken gedaan naar ‘de prestaties op school’, waarvan dan de uitslag is ‘dat kinderen minder presteren’ (zie bijvoorbeeld het NOS Jeugdjournaal van 11 april 2018). Wat de verwachting oproept dat het eigenlijk beter zou moeten… We leren kinderen al jong dat ze aan een bepaalde verwachting of ‘succes-standaard’ moeten voldoen. Ook zijn thema’s als ‘het voorkomen van een burn-out’ of ‘allerlei vormen van meditatie en ontspanning’ heel normaal geworden. Er zijn zelfs scholen die meditatie of yoga toepassen in hun lesprogramma. Er wordt gezocht naar ‘rust’, naar een tegenhanger van die prestatiedruk en naar manieren om met die druk om te kunnen gaan.

Wat heerlijk dat Jezus in Johannes 15:1-8 zegt dat je vooral rust vindt door dicht bij Hem te blijven! Dat je, wanneer je aan Hem vastzit (verankert als ‘rank’ aan Jezus de Wijnstok), je vanzelf vrucht gaat dragen. Dat er dan vanzelf mooie ‘prestaties’ (lees: vruchten, gaven) komen in jouw leven. Als Jezus de Wijnstok in je leven is, geeft dat ons en onze kinderen houvast in deze prestatiemaatschappij.

Persoonlijke voorbereiding

Johannes 15:1-8

– Lees het Bijbelgedeelte door. Probeer om je een levendig beeld te vormen van een wijngaard, het werk van de wijngaardenier, het snoeien, de druiventrossen, enz. Als je zelf ‘het plaatje’ voor je ziet, helpt dat jou zeker om het levendig door te geven aan de kinderen.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding.

Ik ben de ware Wijnstok

Johannes noemt hier in zijn Evangelie de zevende en laatste ‘Ik ben-uitspraak’ van Jezus. Jezus zit, samen met zijn discipelen, aan tafel. Het is de laatste paasmaaltijd die Hij met hen viert. Hij houdt een afscheidstoespraak, waarvan deze gelijkenis het hart vormt. In het OT is de wijnstok of de wijngaard vaak het symbool van Israël. Maar Israël ging vaak een eigen weg en los van God, droeg zij geen vrucht. Vanaf nu is Jezus de Wijnstok en iedereen die in Hem blijft, Hem navolgt, zál vruchten dragen. ‘Mijn Vader is de Wijngaardenier’: God is de Eigenaar van de wijngaard.

Het werk van een wijngaardenier

Om een maximale oogst te krijgen, moet de wijngaardenier de wijnstokken goed verzorgen. Naast water, voedingsstoffen en licht, moet hij de wijnstokken flink snoeien. Hij moet alle ranken verwijderen die geen druiventrossen opleveren. De andere ranken krijgen dan meer ruimte en meer voedingsstoffen om te kunnen groeien. De afgesneden ranken verdorren en worden in het vuur verbrand. De ranken die wel druiventrossen dragen, kijkt de wijngaardenier zorgvuldig na. De slechte druiventrossen haalt hij weg en ook haalt hij bij elke tros de uitgedroogde of slechte druiven weg. Dit noem je wel ‘druiven krenten’. Op deze manier kunnen de andere druiven doorgroeien tot volle, prachtige druiventrossen. Tip: Zoek op YouTube een filmpje dat gaat over het snoeien en/of krenten van de druiven. Hiermee krijg je een goed beeld van de groei van een wijnstok.

Vrucht dragen

Het verbonden zijn van de ranken aan de wijnstok is een voorwaarde voor vrucht dragen (vers 5). En dat vrucht dragen hoort bij het leven met Jezus. Het is niet vrijblijvend want zonder Jezus is er geen leven en geen toekomst (vers 6). Bij vrucht dragen mogen we ook denken aan Galaten 5:22: ‘De vrucht van de Geest is echter liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing’. Direct na deze gelijkenis spreekt Jezus over ‘Het gebod van de liefde’. Jezus roept ons op om elkaar lief te hebben, zoals Hij ook ons heeft liefgehad. Als je in Jezus blijft, zoals een rank in de wijnstok, gaan de mensen om jou heen als vanzelf ook de vruchten (van Geest en liefde) bij jou opmerken. Maar, het begint bij Jezus de Wijnstok. Dit mag ontspanning geven (blijf maar bij Mij, dan ga je wel vrucht dragen) en het mag ook verlangen oproepen om dicht bij Hem te blijven.

In Mij blijven

Als we in Jezus blijven, dan is er de belofte dat zijn Woord ook in ons is. In zijn Naam mogen we dan bidden en ontvangen we wat we Hem vragen (vers 7). Als we op die manier geloven, leven, bidden, Jezus volgen en vrucht dragen, dan wordt de Vader verheerlijkt (vers 8). Deze verzen hebben zowel iets verfrissends als iets bedreigends. Enerzijds tekenen ze een aantrekkelijk perspectief van vruchtdragen. Je zou bijna zeggen: wie heeft daar géén zin in? Toch waarschuwt Jezus anderzijds ook voor een leven dat géén vruchtdraagt, of beter: voor een leven dat niet op Hem aangesloten is. Blijkbaar is ook dát een mogelijkheid waarvoor we kunnen kiezen.

Kijktip

Voor je eigen voorbereiding het filmpje ‘De wonderlijke wijnstok’ op YouTube. Hierin wordt besproken op welke manier er in de Bijbel gesproken wordt over ‘druiven’. Tegelijkertijd wordt er een verband gelegd met het heden, door beelden te vertonen van het bedrijf ‘De Westlandse druif’. https://www.youtube.com/watch?v=b77-oY9Pt_I

Doelstelling

Weten: Kinderen leren dat het allerbelangrijkste is dat zij dicht bij Jezus blijven.

Ervaren: Kinderen ervaren dat als ze dicht bij Jezus blijven het hebben van succes of het goed kunnen presteren niet meer het belangrijkste is, en dat er dan vanzelf mooie dingen gaan gebeuren (de vruchten gaan groeien).

Doen: Kinderen denken na over hoe zij dicht bij Jezus kunnen blijven.

Lied

Begin met het zingen van het lied ‘Jezus is…’ (OTH 533) waarin Jezus als ware wijnstok wordt genoemd. Vraag na het zingen aan de kinderen hoe Jezus in dit lied wordt genoemd. Laat ze zoveel mogelijk namen opnoemen. Je kunt de kinderen ook de opdracht geven om alle namen van Jezus in dit lied op te zoeken en een kleurtje te geven: Licht der wereld, Levend Woord, Messias, enz. Hoeveel verschillende namen heb jij gevonden? Vandaag gaan we het over één van die speciale namen/beelden van Jezus hebben, namelijk: Jezus is de ware wijnstok.

Gebed

Dank de Heere God dat Hij jullie weer bij elkaar heeft gebracht zodat jullie met elkaar over de woorden die Jezus zegt in de Bijbel kunnen nadenken. Wat is het fijn dat Jezus een heel mooi en duidelijk beeld geeft over wie Hij is. Want zo kunnen we nog beter begrijpen hoe groot en goed Hij is voor ons.

Verhalen delen

Een druivenplant

De kinderen ontdekken hoe een druivenplant (wijnstok) eruit ziet zodat ze het beeld dat Jezus over zichzelf vertelt beter kunnen begrijpen.

Nodig: Zoek plaatjes of foto’s op van een druivenplant en eventueel van een wijngaard en een wijngaardenier/wijnboer aan het werk. Deze zijn eenvoudig op internet te vinden. In het werkboekje staat er ook één, deze kun je uiteraard ook gebruiken tijdens het gesprek. Het mooiste zou zijn als je samen met de kinderen een echte druivenplant kunt bekijken. Misschien heeft een gemeentelid er wel één in de tuin staan en mogen jullie even langskomen.

Vertel: Laat een plaatje zien en vertel dat dit een druivenplant is. Leg meteen uit dat de druivenplant ook wel een wijnstok wordt genoemd. Waarom denk je dat dit zo is? Van de druiven wordt heel vaak wijn gemaakt. En het is meer een ‘stok’, dan een stam zoals bij een boom. Een boom ziet er heel anders uit, die bestaat altijd uit een stam en een aantal takken. Bij een wijnstok komt er altijd één wat oudere, dikkere stok uit de grond en daaraan zitten dan kriskras en hoog-laag allerlei takken en takjes aan. Deze takken noem je de ranken.

Gesprek: Laat de kinderen vertellen wat ze nog meer zien door vragen aan hen te stellen. Hoe zien die ranken eruit? Dik of dun? Wat groeit er aan die ranken? Welke kleur hebben druiven? Wat heeft de plant/wijnstok nodig om te groeien? Hoe noem je al die kleine druifjes bij elkaar? Heb jij zelf wel eens een druivenplant of wijngaard gezien? Laat kinderen vertellen over hun eigen ervaringen. Misschien zijn ze wel eens op bezoek geweest bij een wijngaard, hebben ze er een filmpje over gezien of hebben ze in hun eigen tuin een druivenplant staan. Rond het verzorgen van de planten, kun je eventueel de volgende dingen inbrengen: de rankjes zonder trosjes moeten eraf gehaald worden, er moeten bladeren weggehaald worden zodat de zon/het licht erbij kan komen, slechte druiventrossen worden weggehaald zodat de andere beter kunnen groeien en ook in elke tros zelf worden de slechte (kleine/dorre) druifjes weggehaald zodat er later een mooie, volle tros ontstaat.

Maak een brug tussen dit gesprek en het Bijbelgedeelte door ieder kind een paar druifjes te geven om op te eten. Of geef een klein glaasje druivensap om op te drinken. Zeg hierbij: Mmm… lekker is dat! Wat fijn dat zo’n druivenplant van die lekkere vruchten krijgt zodat wij hiervan kunnen genieten. In het Bijbelverhaal vertelt Jezus dat Hij net zoals een wijnstok is, waar ook ranken aan groeien en druiven. Denk je dat die druiven in dit verhaal ook zo lekker smaken?

Bijbel

Vertelling

Lees het Bijbelgedeelte eerst voor uit de Bijbel. Kinderen van groep 4 en 5 kun je zeker laten meelezen. Eventueel gebruik je hiervoor een andere vertaling. Na het lezen uit de Bijbel, vertel je dit verhaal in je eigen woorden. Hiervoor vind je een voorbeeldvertelling in deze handleiding.

Voorbereiding

Verdiep je in het Bijbelgedeelte met hulp van de achtergrondinformatie die hierboven staat onder ‘persoonlijke voorbereiding’.

Brug van de introductie naar de vertelling

Misschien heb jij wel eens gezien hoe druiven groeien? Dat kan in een druivenkas zijn, maar ook ergens tegen een heuvel aan in een wijngaard. De planten moeten goed verzorgd worden. Dat doet de landman, of wijngaardenier. Hij verzorgt de planten zodat er lekkere druiventrossen aan gaan groeien. (doe als verteller of je rondkijkt in de wijngaard…)

Verhaal

Zo zeg, kijk nu eens, die druiven zijn goed gegroeid! Ze beginnen zelfs al een klein beetje paars te worden. Nog even geduld. Dan kunnen ze eraf geknipt worden! Aan de wijnstok (laat een plaat zien) zitten mooie ranken en hieraan groeien de vruchten. Prachtige druiventrossen zijn het. De landman loopt door de wijngaard. Overal om zich heen ziet hij de wijnstokken staan. Het hele jaar heeft hij hard gewerkt en nu is het bijna zover. Het duurt niet meer zo lang voor hij de druiven kan oogsten. Wat geweldig om een rondje door de wijngaard te lopen. De landman geniet ervan om alle vruchten zo mooi te zien groeien. ‘Maar wacht even. Kijk daar eens. Aan die rank, daar zitten helemaal geen druiven aan. Hoe kan dat?’ De landman komt dichterbij. Hij ziet al wat er aan de hand is. Die rank zit niet meer vast aan de wijnstok. Dan krijgt hij ook geen voedsel meer. Daarom is hij helemaal dor geworden. Daar groeit geen druifje meer aan. En dan is er maar één oplossing. De landman haalt de dode tak weg en gooit deze op de hoop om te verbranden. Dan loopt hij weer verder… Hij ziet nog meer takken die geen vrucht draggen. Alle takken die geen vrucht dragen, haalt de landman weg. ‘Kijk daar. Aan die rank zitten wel vruchten. Maar die tak zit zo vol, dat de druifjes bijna geen ruimte hebben om verder te groeien. Zo krijgen ze ook niet voldoende licht.‘ De landman haalt er wat druiventrosjes tussenuit. Zo worden de vruchten, die blijven hangen, nog groter en mooier. Met liefde kijkt de landman alle druiventrossen na. Hij haalt de slechte eruit zodat de andere nog beter kunnen groeien. Het zijn mooie ranken, ze halen prima voedsel uit de wijnstok. Dat kun je wel zien. Wat een feest zal het over een tijdje zijn als de druiven geoogst gaan worden.

Jij kunt je vast wel voorstellen dat die landman trots is op zijn mooie wijngaard. Dit verhaal staat in de Bijbel en Jezus heeft het verteld. Hij vertelt het met een bedoeling. Er zit in het verhaal van de landman een geheim verstopt. Luister maar of jij dat geheim kunt ontdekken. Jezus vertelt verder. ‘Ik ben de wijnstok’, zegt Hij. En de ranken die uit de wijnstok groeien, dat zijn jullie. Alleen als je dicht bij Mij leeft, en in Mij gelooft, draag je vrucht. En als je vrucht draagt, dan is dat ook aan je te zien. Dan heb je God lief en de mensen om je heen. Dan ben je geduldig als je eens wachten moet op je kleine zusje. Dan probeer je geen ruzie te maken met kinderen uit je klas, maar je wilt juist vrede met iedereen. Dan probeer je vriendelijk te zijn tegen andere mensen. Dan ben je blij met wat Jezus voor je heeft gedaan. Weet je wat zo geweldig is? Als we vrucht dragen, dan krijgt God de eer. Want die landman, dat is God. De landman is heel erg blij als Hij ziet dat de wijngaard vruchten draagt.

Afronding

– Geef de kinderen de opdracht om heel goed op te letten omdat zij hierna zelf het verhaal mogen navertellen. Geef een aantal kinderen de beurt om het verhaal in hun eigen woorden te vertellen.

– Extra mooi is het als ze daarbij een aantal platen of foto’s gebruiken die bij de introductie ‘Verhalen delen’ al een plek hebben gehad. Eventueel kies je zelf een aantal foto’s uit, waaruit ze mogen kiezen.

– Hierna maken de kinderen de opdracht die staat in het werkboek. Bij deze opdracht maken de kinderen een link tussen het beeld van de wijnstok en de volgelingen van Jezus. Stel vragen om de kinderen te laten ontdekken dat ook zij een rank zijn aan de wijnstok en dat zij daardoor vrucht gaan dragen.

– Houd een gesprekje over hoe je dicht bij Jezus kunt blijven. Dat doe je door met Hem bezig te blijven, door te luisteren naar verhalen over Hem, door te bidden, door te praten over Hem, door goed naar zijn schepping te kijken hoe alles groeit en bloeit en je te verwonderen, enz.

In beweging

Hoe smaakt het?

Door dit smaakspelletje staan de kinderen nogmaals stil bij het Bijbelverhaal.

Nodig: Zorg voor allerlei soorten fruit, met in ieder geval ook druiven. Schil ze en snijdt ze alvast in stukjes. Let erop dat de kinderen dit niet mogen zien. Leg er een grote theedoek overheen. Zorg voor blinddoeken (theedoeken) om bij de kinderen om te doen. In het werkboek kunnen de kinderen de antwoorden van de vragen opschrijven. Vraag voordat je met die spel begint aan de kinderen of er iemand allergisch is voor bepaald fruit.

Werkwijze: Doe steeds één kind de blinddoek om. Vertel dat jullie om de beurt fruit gaan proeven. Je mag niet vertellen wat je hebt geproefd. Want, dat moeten de andere kinderen gaan raden. Als jij hebt geproefd, ga je de vrucht omschrijven. Vertel hoe hij smaakt, hoe hij eruit ziet, welke kleur hij heeft, enz. Ik ben benieuwd wie de druif heeft! Want dat is ook een spelregel. Als je de druif hebt, dan hoeven de anderen het niet te raden, maar dan roep je heel hard ‘druif!’. Iedereen moet dan meteen een opdracht uitvoeren én er moet een vraag beantwoord worden. De opdracht vertel je van tevoren, de vraag pas als ze deze hebben uitgevoerd. Bijv. ga op de grond zitten, ga op één been staan, geef twee andere kinderen een hand, raak de muur aan, enz. Hierna stel je een vraag. De kinderen kunnen de antwoorden op de vragen eventueel opschrijven in het werkboek. Na afloop kun je deze dan nakijken. Of je doet dit meteen na elke vraag. Hierna ga je verder met fruit raden. Als je een grote groep hebt, kun je dit spel in kleinere groepen spelen. Zorg dat elke groep een spelleider heeft. Je kunt ook een wedstrijd van dit spel maken. Maak dan twee of drie groepen en laat steeds één kind per groep fruit komen proeven. Zorg ervoor dat ze tegelijkertijd hetzelfde stukje fruit proeven. Wie van de proevers raadt als eerste zijn stukje fruit? Die krijgt een punt. Als er een vraag gesteld wordt (bij een druif), schrijft elk groepje het antwoord op en wordt dit later nagekeken. Zorg wel dat er vaart blijft zitten in dit spel.

Gebed

Luister naar het lied ‘Blijf in mij’ van Elly & Rikkert. Je kunt dit vinden via YouTube. Je kunt dit lied ook als gedicht voordragen. Vraag de kinderen na afloop: als je nu dit lied hebt gehoord, waar kun je dan God voor danken? Wat vind jij nog moeilijk als je terugdenkt aan het Bijbelverhaal? Wat zou jij willen vragen aan God? Het derde couplet is ook heel mooi om samen te bidden.

Extra

Als je extra tijd hebt, kun je de kinderen een mooie druiventros laten maken als reminder aan het Bijbelgedeelte.

Maak een druiventros

Kies één van onderstaande ideeën en verzamel alles wat je nodig hebt om dit uit te voeren. Als de druiventros klaar is, schrijven de kinderen de woorden uit Johannes 15:5 over op een kaartje en hangen ze dit op aan hun tros. Oudere kinderen kunnen ook een eigen tekst verzinnen: Wat wil jij onthouden? Schrijf dat op.

Idee 1 – Met jonge kinderen is het leuk om te werken met ‘speelmais’, ook wel fun mais of play mais genoemd. Geef de kinderen hiervoor een flinke hoeveelheid mais, een nat schuursponsje om de mais aan elkaar te plakken, een schaar om eventueel stukjes te knippen.

Idee 2 – Je kunt ook werken met brooddeeg. Het recept hiervoor is: zout, bloem, water, glycerine (verhouding: 3 kopjes bloem, 1 kopje zout, 1 tot 1,5 kopje water, lepel glycerine). Zorg ook voor paarse en groene verf en voor stevige haakjes om de tros op te kunnen hangen. Het brooddeeg kun je van tevoren een kleur geven door een deel van het deeg groen en een deel van het deeg paars te maken. Dit doe je door voldoende verf aan het deegmengsel toe te voegen. Je kunt het werkstuk ook naderhand laten verven door de kinderen. Geef ze de opdracht een eigen druiventros te maken, met rank en met bladeren. Voor het bakken draai je een haakje in het werkstuk. Laat het eerst een paar dagen drogen. Zet de oven nooit te hoog. Begin bij 125 graden en zet de oven steeds wat hoger, tot 150 graden. Afhankelijk van de dikte van het werkstuk, varieert de baktijd van 1,5 tot 4 uur.