Doelstellingen

Dit blok bestaat uit vijf gesprekken over de five marks of mission. Dit tweede gesprek gaat over het thema ‘nieuwe leerlingen maken.’ De doelstelling bij dit gesprek is dat je ontdekt dat je als leerling van Jezus ook andere leerlingen helpt te groeien naar Jezus toe.

Weten: We dragen verantwoordelijkheid in het helpen bij het groeien van het geloof van anderen.
Ervaren: We ervaren dat God ons inschakelt bij de groei van het geloof van anderen.
Doen: We staan stil bij wie je zou kunnen helpen groeien en denken na over hoe we dat kunnen doen.

Persoonlijke voorbereiding

Leid jij de ontmoeting rond dit gesprek? Neem dan tijdens je voorbereiding rustig de schriftlezing en het gesprek in het werkboek door. Bedenk wat dit Bijbelgedeelte en het werkboek bij jou losmaakt. Daarna kun je aan de slag met de handleiding.

Bedenk je van tevoren hoeveel tijd je hebt met je gespreksgroep, en of je het gaat redden om alles in die tijd te bespreken. Als je denkt te weinig tijd te hebben, raden we je aan om alleen gebruik te maken van de gespreksvragen waar een sterretje bij staat. Met deze vragen heb je de kern van het gesprek te pakken, en houd je wat tijd over voor het delen van verhalen en de oefening onder ‘in beweging’.

Lied

Zing het lied ‘Laat me in U blijven, groeien, bloeien’ (OTH 284, LvK gezang 78) met elkaar, of kies één van de andere liederen die in het werkboek vermeld staan. 

Gebed

Het vorige gesprek ging over ‘Goed nieuws brengen’ en eindigde met twee oefeningen. Bespreek met elkaar of je die oefeningen hebt uitgevoerd (en waarom wel/niet), en hoe je dat hebt ervaren. Het gaat daarbij niet om een oordeel over wie het wel of niet doet, maar om het delen van ervaringen en om de aansluiting bij het vorige gesprek.

Verhalen delen

Het vorige gesprek ging over ‘Goed nieuws brengen’ en eindigde met twee oefeningen. Bespreek met elkaar of je die oefeningen hebt uitgevoerd (en waarom wel/niet), en hoe je dat hebt ervaren. Het gaat daarbij niet om een oordeel over wie het wel of niet doet, maar om het delen van ervaringen en om de aansluiting bij het vorige gesprek.

Bijbelstudie

Introductie

Lees de tekst van de introductie of geef zelf woorden aan de intentie ervan, zodat voor iedereen duidelijk is dat het in dit gesprek gaat om de verbinding tussen je eigen geloof in Christus en het delen daarvan. Je kunt alleen nieuwe gelovigen bij Jezus brengen, als je zelf met Hem verbonden bent!

Johannes 15:1-8 en Mattheüs 28:16-20

Laat de gedeelten door iemand uit de groep lezen en vraag de anderen actief mee te lezen door gespreksvraag 1 alvast te benoemen:  

Gespreksvraag 1 

Wanneer je de NBV als uitgangspunt neemt, komt in beide gedeelten het woord ‘leerlingen’ voor. Wat zeggen beide gedeelten over wat het betekent om leerling en volgeling van Jezus te zijn? 

 Deze gespreksvraag is bedoeld om als groep even dieper in het Bijbelgedeelte te duiken en te kijken wat er staat. Geef mensen de ruimte om eerst voor zichzelf na te denken. Laat een paar mensen een antwoord noemen en dat toelichten. Het is niet nodig om nu alle vragen naar aanleiding van dit Bijbelgedeelte te beantwoorden of dingen uit te leggen. De meeste zaken komen waarschijnlijk later in dit gesprek nog een keer boven. ‘Parkeer’ vragen daarom even, en richt je op het gesprek over de verschillende invalshoeken van leerling/volgeling van Jezus zijn.

Achtergrondinformatie: Ik ben 

Dit is één van de zeven ‘Ik ben’- woorden uit het Evangelie van Johannes. Zo openbaarde God zichzelf in het Oude Testament al: ‘Ik ben die Ik ben’ (Ex. 3:14) en in het tweede deel van Jesaja openbaart de Heere zich meerdere keren als de Redder van Israël door te zeggen ‘Ik ben…’ (bv. Jes. 43:25: ‘Ik, Ik ben het Die uw overtredingen uitdelgt). In deze lijn van God die zich laat kennen, mag je ook deze uitspraak van Jezus lezen. Aan ‘Ik ben de Wijnstok’, gingen al zes ‘Ik ben’- uitspraken vooraf: ‘Ik ben het Brood des levens’ (6:35), ‘Ik ben het Licht der wereld’ (8:12), ‘Ik ben de Deur’ (10:9), ‘Ik ben de goede Herder’ (10:11), ‘Ik ben de Opstanding en het Leven’ (11:25) en ‘Ik ben de Weg, de waarheid en het Leven’ (14:6). De beelden die Jezus gebruikt (brood, licht, deur, herder, weg, leven) zijn eenvoudig en bekend. Iedereen verlangt naar licht en vreest honger of zelfs de dood. Nu komt daar ‘vrucht’ bij: leven dat betekenis heeft. Jezus zelf is dus de vervulling van onze verlangens en voorziet in wat wij zelf niet kunnen maken. 

 Lees de toelichtende tekst over ‘Leerling zijn: wie je bent’ en ‘Verbonden blijven’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. 

Gespreksvraag 2* 

Jezus zegt dat de leerlingen zijn als ranken die met de wijnstok zijn, maar hij roept hen ook op om ‘in Hem te blijven’. Wat is daarvoor nodig? Hoe blijven we verbonden met Jezus? 

Peil wie op deze vraag wil antwoorden. Wil je er zelf iets over delen? Bereid dit dan voor. Dat kan andere leden van de groep ook inspireren om over hun verbondenheid met Jezus te delen. Op die manier kun je van elkaar horen hoe jullie verbonden zijn met Jezus, en misschien kun je van elkaar nieuwe manieren leren!

Verhalen delen

 https://www.izb.nl/focus/downloads

Kijk naar het filmpje waarin Marieke, GZB-zendeling in Oost-Azië, spreekt over Bijbels bidden. Zorg voor een download of een goede internetverbinding waar jullie als groep samenkomen. Geef voordat jullie het filmpje kijken de kijkvraag mee. Dat helpt de groep kijken vanuit de juiste context. Laat het filmpje zien en bespreek daarna met elkaar de kijkvraag: 

 Hoe probeert Marieke dagelijks met God en zijn Woord te leven? Wat spreekt je aan in haar verhaal? 

Bijbelstudie

Lees de toelichtende tekst over ‘Leerlingen maken’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. 

 Gespreksvraag 3* 

Wat vind je van de gedachte dat wij als leerlingen en volgelingen van Jezus ook verantwoordelijk zijn voor de geloofsgroei van anderen?

Het idee dat wij verantwoordelijk zijn voor de geloofsgroei van anderen, kan best nieuw en confronterend zijn. Geloof is immers niet ‘maakbaar’, en misschien ligt dit bij sommigen wel gevoelig, bijvoorbeeld als het gaat om kinderen die niet meer geloven. Wees je bewust van de lading van deze vraag, maar ga hem niet uit de weg! Geef ruimte aan de verschillende ervaringen.

Verhalen delen

Lees de tekst onder ‘verhalen delen’ voor en bespreek de vraag. Misschien is namen noemen ongemakkelijk, maar het gaat hier niet om het ‘verheerlijken’ van anderen. Het gaat er vooral om dat je beseft dat je geloven niet alleen doet, maar dat je elkaar daarbij kan helpen.

In beweging

Lees de opdracht voor en vraag of het duidelijk is. Peil de reactie op de opdracht, verhelder de opdracht voor leden van de groep die het misschien nog wat vaag vinden. Het kan best spannend zijn om deze opdracht uit te voeren. Denk niet te groot: je hoeft niet iemand van ongelovig naar gelovig te brengen, maar je kunt ook iemand helpen die al gelooft en graag wil groeien. Of misschien wil je zelf geholpen worden? Vertel de groep dat jullie hier bij de volgende bijeenkomst bij ‘verhalen delen’ op terug zullen komen.

Bekijk de ik-ben-uitspraken op blz. 114 en bespreek met elkaar hoe je deze in de komende week op je gewone dagen terug kunt laten komen. Je kunt ze bijvoorbeeld gebruiken als hulp bij de oefening, zodat je concreet elke dag voor diegene kunt bidden die je in gedachten hebt.

 

Gebed

Vraag vooraf of iemand specifieke dank-of gebedspunten heeft. Denk met elkaar na welke beloften Jezus in het Bijbelgedeelte geeft. Geef tijd om te bedenken wat ieder persoonlijk nodig heeft om nog meer vrucht te dragen. Vraag wie er wil voorgaan in gebed, of ga zelf voor in gebed of ‘verdeel’ de verschillende dank- en gebedspunten. Noem dan ook de namen die genoemd zijn tijdens de bewegingsoefening. Spreek dan wel af wie het gebed afsluit.  

Bedank de groep voor de inbreng en aanwezigheid en wens hen succes met de oefening. Geef even aan wanneer jullie volgende keer bij elkaar komen. Het is handig als ze zelf in de tussenliggende tijd het Bijbelgedeelte voor de volgende keer doorlezen.