Gesprek 4: Jezus raakt ons aan
Doelstelling
Denken: deelnemers weten dat voor God niemand te min is en dat zijn bijzondere liefde uitgaat naar mensen aan de rand van de samenleving.
Ervaren: deelnemers ervaren iets van wat het met mensen doet als ze door God worden aangeraakt en ervaren ook hoe wij anderen in de weg kunnen zitten om aangeraakt te worden.
Doen: deelnemers proberen zelf één stap dichter bij mensen te komen waar ze anders misschien wel aan voorbij zouden lopen en mogelijk iets concreets voor die ander te doen.
Lied
Heet de groep welkom en zing het lied ‘Ik wil jou van harte dienen’ (OTH 374) of één van de andere liederen of een zelfgekozen lied). Kijk bij het zingen steeds of jouw groep het lied kent en er eventueel begeleiding is.
Gebed
Ga voor in gebed en neem in de dankzegging of voorbede ook mee wat mensen hebben ervaren in de oefening.
Bijbelstudie
Introductie
Kom kort terug op wat jullie vorige keren hebben gedaan: Het eerste gesprek ging over de eerste ontmoeting met Jezus, het tweede gesprek over het kijken door Jezus, het derde over het spreken van Jezus. Vandaag staan we stil bij dat Jezus mensen aanraakt en het effect ervan. Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting. Laat het Bijbelgedeelte door iemand uit de groep lezen
Lucas 5:12-16
Lees na een moment van stilte de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 1
De man vraagt niet aan Jezus om hem aan te raken. Toch doet Jezus dat wel. Wat laat Jezus daarmee zien?
Geef aan dat Jezus bijna altijd verrassend anders werkt dan wij verwachten, zo ook hier. Ik heb niet om een aanraking gevraagd en toch doet Jezus het. Deze gespreksvraag helpt de deelnemers om zich in te leven in de situatie. Bedenk zelf van te voren antwoorden op deze vraag. Of beter: misschien ken je wel iemand die weinig of nooit wordt aangeraakt en wat die ene aanraking met die persoon deed…
Gespreksvraag 2
Wie zijn in onze samenleving de onaanraakbare mensen? Bij wie bewaar je zelf liever afstand?
Onaanraakbare mensen zijn dichterbij dan je denkt. Misschien dat mensen direct vluchtelingen noemen of drugsverslaafden of daklozen, en dat zijn ze ook, maar help de groep ook dichterbij te komen: de ene oude mevrouw die wel in de kerk zit maar door iedereen een beetje vreemd gevonden wordt. Of die chef van ons die ogenschijnlijk lak heeft aan alles en iedereen, maar waarvan je je afvraagt of hij werkelijk gelukkig is.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Achtergrondinformatie
Gespreksvraag 3
Met alle goede bedoelingen kun je toch voor anderen die Jezus nodig hebben een obstakel zijn. Kunnen jullie met elkaar een paar concrete voorbeelden bedenken? Wat kunnen voor de christelijke gemeente hindernissen zijn in het bereiken van mensen aan de rand van de samenleving?
Het kan zelfs zo zijn dat je zelf heel erg gericht bent op het meer willen leren van God en dichter bij Jezus leven en dat je toch een ander in de weg kan zitten om tot Jezus te komen. Onze manier van christelijk leven en onze gemeente kan ook heel exclusief zijn. Mensen uitsluiten en zichzelf bevestigend. Houd dat een beetje in het achterhoofd als je met de groep rond deze vraag aan de slag bent.
Gespreksvraag 4
Wat vraagt het van jou zelf om een stap dichterbij mensen te komen die aan de rand van de samenleving zijn of door anderen genegeerd worden?
Laat de groep een aantal dingen noemen (en opschrijven) die het van jezelf vraagt. Vergeet daarbij schuldbelijdenis en diepe afhankelijkheid van Jezus Christus niet. Dichterbij anderen komen is ons niet op het lijf geschreven en is uit ons zelf niet maakbaar…
Dienen en delen
Dit is een oefening met een bijzonder diaconaal karakter. Je kunt deze oefening klein houden door ieder persoonlijk na te laten denken over iets doen voor een ander. Maar misschien moet je de uitdaging aan gaan om als groep iets te doen. Zie beschrijving. Maak het wel steeds haalbaar en klein. Bedenk trouwens wel dat wij nooit voor de ander kunnen bepalen wat goed is. We doen soms wel veel goed in onze eigen ogen, maar vergeten vaak te vragen wat de ander wil dat we doen. Zoals die ene oude mevrouw die geholpen werd door een jongere. De jongere begon gelijk met redderen en schoonmaken. Toen de jongere vriendelijk afscheid had genomen en de vrouw weer stil in haar stoel zat, dacht ze: waarom heeft ze mijn huis schoongemaakt terwijl ik zo graag had gewild dat ze met mij het oude fotoalbum het ingekeken. Bedenk ook hoe moeilijk het is om als jij in de hulpvraagpositie zit om concrete hulp te vragen. Laat de groep door de oefening vooral ook ontdekken hoe het is om in een ‘randsituatie’ te leven. Het geeft niet als je als groep er niet helemaal uitkomt als het gaat om een concrete actie. Je kunt vragen of twee van hen voor de volgende keer een plannetje in de groep presenteren.
Gebed
Bid met de groep, laat hen concreet ook voor mensen bidden die jullie hebben genoemd. Sluit af met een lied.
Gespreksplanner
Doelstelling van de avond
Denken: deelnemers weten dat voor God niemand te min is en dat zijn bijzondere liefde uitgaat naar mensen aan de rand van de samenleving.
Ervaren: deelnemers ervaren iets van wat het met mensen doet als ze door God worden aangeraakt en ervaren ook hoe wij anderen in de weg kunnen zitten om aangeraakt te worden.
Doen: deelnemers proberen zelf één stap dichter bij mensen te komen waar ze anders misschien wel aan voorbij zouden lopen en mogelijk iets concreets voor die ander te doen.