Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zal je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Vertelling en In beweging (brilletje op). Kies voor de oudere kinderen voor het onderdeel Bijbel en In beweging.

Beginsituatie

Het is bijzonder om te zien in deze Bijbelse geschiedenis dat Jezus van tevoren ‘geen eisen’ stelt aan Zacheüs. Jezus zegt niet: ‘Als jij je boel op orde hebt, dan kom Ik bij jou eten’. Hoe anders gaat dat vaak bij ons. Wij kijken al snel met bepaalde gedachten en/of vooroordelen naar anderen. Dit zullen kinderen ook herkennen. ‘Met hem wil ik niet spelen want hij draagt rare kleren.‘ of ‘Ik loop snel langs die straatverkoper heen want hij ziet er vies uit.’ Iemand echt zien, is nog best lastig. Maar, Jezus ziet Zacheüs helemaal zitten! Hij wil hem zelfs leren kennen. Zo ziet Jezus de kinderen ook zitten én wil Hij in hun leven komen. En door Hem ga je zelf ook anders kijken naar de mensen om je heen. Want áls Jezus in je leven komt, ga je dingen wél anders doen! Je gaat anders kijken!

Persoonlijke voorbereiding

Lucas 19:1-10

– Lees het Bijbelgedeelte door.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding. Let bij het lezen extra op de woorden die te maken hebben met ‘zien’ en ‘kijken’.

Jezus willen zien

Jericho is in rep en roer want Jezus komt eraan. Jezus is op weg naar Jeruzalem en moet daarvoor eerst door de stad Jericho reizen. Dit nieuws brengt kennelijk de hele stad op de been. Omdat de menigte zo groot is (vers 3), lukt het Zacheüs (die klein is) niet om Jezus te zien. Zacheüs heeft echter zo’n ‘drive’ dat hij zich hier niet door laat weerhouden. Hij zál Jezus zien! Daarom loopt hij vooruit en klimt hij een boom in. Daar wacht hij tot Jezus voorbij komt.

Jezus ziet eerst

Maar, Jezus gaat niet voorbij! Hij staat stil, kijkt omhoog en ziet Zacheüs. Het gaat er niet om of wij Jezus wel of niet ziet, maar dat Hij ons ziet zitten. Deze blik van Jezus, vol liefde en genade, verandert het leven van Zacheüs voorgoed. Er klinkt urgentie door in de tekst. Jezus zegt tegen Zacheüs: ‘haast u en kom naar beneden, want heden moet ik in uw huis verblijven’. (vers 5) In de cultuur van die tijd betekende dat zoveel als: ik wil je vriend zijn. Zacheüs klimt snel naar beneden en gaat Jezus voor naar zijn huis. Hij doet dat ‘met blijdschap’ (vers 6). Zou dat zijn omdat Jezus hem niet afwijst? Omdat Hij hem ziet zitten en met hem praat?

 Jezus’ blik verandert jou

De liefdevolle blik van Jezus, leidt tot een enorme verandering in het leven van Zacheüs. De mensen die het zien gebeuren, spreken er schande van. Zij mopperen en zetten Zacheüs (nog steeds) buiten spel. ‘Jezus is bij een zondig mens binnengegaan’ (vers 7). Maar, Zacheüs kijkt alleen nog maar naar Jezus. Hij belijdt schuld en wil recht doen. Hij beseft welk offer Jezus voor hem brengt. Hij wordt vergeven, krijgt een nieuwe kans en wordt in ere hersteld. Maar daarvoor betaalt Jezus de prijs. De spot, de afkeuring en de veroordeling, die eigenlijk voor Zacheus bestemd is, neemt Jezus op zich. Deze prijs die Jezus hier betaalt, is slechts een kleine afspiegeling van het offer dat Jezus uiteindelijk betaalt om gerechtigheid en vergeving waar te maken aan het kruis.

Zacheüs gaat door Jezus met andere ogen kijken naar zijn eigen leven en naar dat van anderen. Als Jezus je leven binnenkomt, is er weinig wat hetzelfde kan blijven. Het geeft Zacheüs en ook ons een andere blik in ons leven.

 Om voor jezelf over na te denken

– Welke mensen zie jij zitten? En welke niet? Hoe zal dat bij de kinderen uit jouw groep zijn?

– Een ontmoeting met Jezus verandert je leven! Kun je daarvan een voorbeeld noemen uit je eigen leven?

Doelstelling

Weten: Kinderen horen dat Jezus Zacheüs écht ziet zitten en dat deze ontmoeting zijn leven op z’n kop zet.

Ervaren: Kinderen beseffen en ervaren hoe fijn het is als je echt door iemand wordt gezien.

Doen: Kinderen denken na op welke manier Jezus hun leven verandert en worden aangemoedigd om met de blik van Jezus te kijken naar anderen.

Lied

Heet de kinderen hartelijke welkom en begin met het zingen van een lied. In het werkboek staat het lied ‘Jezus, open mijn oren’ uit de liedbundel Op Toonhoogte 534) afgedrukt.

Overige liederen:

Psalm 139 (Op Toonhoogte 68 of 69)

Zacheüs is een tollenaar (471)

Jezus, open mijn oren (534)

Gebed

We hebben het net al gezongen, maar we gaan het nu ook samen bidden. Lees het tweede couplet van het lied als een gebed voor aan het begin van deze bijeenkomst. ‘Jezus, open mijn ogen. Leer mij de mensen te zien, zoals U ze ziet uit de hoge. U ben de Heer die ik dien. Om uw liefde te geven aan wie met mij leven. Leer mij de mensen te zien. Amen’.

Verhalen delen

Het verhaal van

Vertel het onderstaande verhaal en laat de kinderen hierna op de vragen reageren. Bedenk zelf of met de kinderen een naam voor over wie het verhaal gaat. Vermijd hierbij een naam uit de groep of iemand die iedereen goed kent.

Stel je voor dat… de koning in ons dorp (of stad) op bezoek komt. Aan het begin van het dorp staan de wethouders, de burgermeester en de belangrijkste winkeliers al klaar om hem te verwelkomen. Afgesproken is dat hij, na een rondleiding langs de kerk en winkels, bij de burgemeester gaat eten. Maar…wat gebeurt er dan? De koning loopt voorbij de wethouders, voorbij de burgermeester en ook voorbij de winkeliers! En… hij staat stil bij (..), die arme, slonzige (…). (…), die helemaal niet zo goed bekend staat in het dorp. Eigenlijk mijden ze hem allemaal een beetje. Hij ziet er raar uit en zijn huisje is ook heel armoedig om te zien. Maar de koning zegt: ‘Ik ga met jou mee naar huis!’

Vragen

– Hoe denk jij dat de mensen hierop reageren? Wat zou de burgermeester en de wethouders hiervan vinden?

– Hoe zou dit zelf vinden?

– Hoe denk je dat (…) dit vindt? Zal hij verbaasd, blij of misschien wel heel verlegen zijn?

 

Probeer nu het gesprek nog dichterbij te halen. Maar let op dat de kinderen geen namen gaan noemen. Zeg dit ook van tevoren.

Vragen

– Ken jij iemand zoals (…)? En zou je die persoon vragen om bij jou te komen spelen? Waarom wel of niet?

– Stel je voor dat je het wél zou doen… hoe zou dat dan zijn? Hoe zouden jouw vrienden hierop reageren? En je ouders? En dat kind zelf?

Maak de overstap naar het Bijbelgedeelte als volgt: In het Bijbelgedeelte maken we kennis met iemand die slecht bekend staat bij de mensen in de stad. Ze kennen hem wel… Maar, Jezus doet dan iets heel verrassends! Daar kunnen wij veel van leren.

Bijbel

Eens zien of jij goed kijken kunt! 

Voordat je het Bijbelgedeelte samen gaat lezen, geef je de kinderen eerst een kijkopdracht!

Let bij het lezen heel goed op of je woorden ziet die te maken hebben met ‘zien’ of ‘kijken’.   Zet hier dan meteen een dikke streep onder. De kinderen kunnen deze woorden ook met een kleurtje arceren. Deel van tevoren stiften uit. Na het lezen, gaan de kinderen in kleine groepjes aan de slag met de opdrachten. Aan het einde bespreek je de opdrachten kort met ze. Waarbij jij ze uitdaagt om de volgende dingen te ontdekken:

  1. Jezus kijkt eerst! Hij ziet Zacheüs. En Hij ziet hem écht!
  2. Je mag blij zijn dat Jezus jou ook ziet. Dat Hij van jou houdt.
  3. Als je Jezus ontmoet, dan ga je zelf ook anders kijken. Jezus verandert je leven.
  4. Wie zie jij in je omgeving? Wat zou jij voor deze persoon kunnen doen?

In beweging

Brillenshow

Nodig: papieren brillen, karton, kleurpotloden/stiften.

Werkwijze: Denk van tevoren na of je de kinderen een papieren bril geeft en dat ze voor zichzelf werken. Of dat je kleine groepjes maakt en ze samen een hele grote bril van karton laat maken. Als ze een eigen bril maken, kun je het voorbeeld uit het werkboekje gebruiken. Je kunt ze hun bril dan ook gemakkelijk meegeven naar huis. Met een groepswerk stimuleer je meer de samenwerking en het gesprek. Bedenk eerst met elkaar wat je op de bril kunt schrijven aan tips om beter rond te kijken. Leg uit: Dit is de bril van Jezus en als je daar doorheen kijkt, dan kijk je anders om je heen. Kijk ook even terug naar de bijbelopdracht!

Wat zie jij door deze bril? Laat de kinderen met ideeën komen. Luisteren naar je oma, iemand groeten op straat, kind helpen dat valt, een kaartje sturen naar een zieke klasgenoot, enz. Kies nu een aantal (twee of drie) uit die je wilt onthouden. En misschien zelfs wel gaat doen. Schrijf die op je bril en versier hem. Na afloop kun je er nog een brillenshow van maken. Zet ‘m op en loop een rondje door het gebouw. Of: hang de brillen op in de ruimte.

Gebed

Verzamel van tevoren gebedspunten van de kinderen zelf. Voor welke mensen zou jij willen bidden? Denk eens aan mensen die op Zacheüs lijken… Niemand ziet ze staan, ze tellen niet mee. Bid samen voor deze mensen. Vraag ook of God jouw ogen wil openen zodat je ziet waar je kunt helpen. Dank Jezus dat Hij jou altijd en overal ziet: Hij kent/ziet jou écht!