Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Introductievorm en de Vertelling. Kies voor de oudere kinderen voor het onderdeel Bijbel en In beweging.  

Beginsituatie

Het is gemakkelijker om een ander aan te wijzen, dan om zelf een fout te erkennen. We zijn liever niet zelf de ‘schuldige’ als er iets mis loopt. We hebben de neiging om dan met een smoes te komen of de aandacht op iemand anders te vestigen. ‘Ik ben niet begonnen hoor’ of ‘als hij dat niet gedaan had dan… ‘ of ‘dat is niet mijn fout hoor’. Vraag de kinderen maar naar een voorbeeld hiervan, wedden dat ze niet lang hoeven na te denken?!

Eigenlijk doen de schriftgeleerden en farizeeën dit in het bijbelgedeelte ook. ‘Kijk eens Meester, hoe slecht deze vrouw is.’ Jezus reageert door te ons erop te wijzen om eerst naar onszelf te kijken. ‘Is er iemand zonder zonde onder jullie?’

Vergeving geven is niet altijd gemakkelijk. Soms moet je daarvoor een drempel over. Het vraagt een bepaalde houding van je. Een houding van vriendelijkheid, mildheid en verzoening. Zo’n houding kun je door te oefenen wél leren. Vergeving ontvangen is ook niet altijd gemakkelijk, gevoelens van schuld en tekortkoming kunnen een rol spelen: wat ben ik dom, ik kan ook niets. Ook onder kinderen.

Persoonlijke voorbereiding

Johannes 8:1-11 

– Lees het bijbelgedeelte door. 

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding.

– Is er in onze maatschappij veel veranderd als het gaat om ‘een schuldige aanwijzen’? Wat zegt Jezus’ reactie jou hierover?

Context

Jezus is in Jeruzalem waar het Loofhuttenfeest wordt gevierd. Zijn onderwijs wordt door heel veel mensen gehoord. Dat maakt de kerkelijke leiders heel ongerust (Joh. 7:32). Zij willen Jezus laten arresteren. Dat maakt dat zij heel erg gefocusd zijn op Jezus’ woorden en daden.

De aanklagers

Als het avond wordt, gaan de mensen naar huis, maar Jezus brengt de nacht door op de Olijfberg (vs.1). De reden waarom wordt niet vermeld, maar ongetwijfeld wil Hij bidden tot Zijn Vader. Dat deed Hij vaker. De volgende morgen is Hij alweer bij de tempel aanwezig, en de mensen weten Hem opnieuw te vinden. Ineens nadert er een groepje opgewonden schriftgeleerden en farizeeën die een vrouw met zich meevoeren, of misschien wel meeslepen. Ze is betrapt op overspel, ze hebben haar zo van het bed van haar minnaar getrokken. Ze zetten haar midden in de kring neer, pal voor Jezus. Wat moeten ze met zo iemand aan? Ze willen de mening van de rabbi uit Nazareth wel eens horen. De verhouding tussen Jezus en de schriftgeleerden is op dat moment al heel slecht.

Het valt op dat er in de woorden van deze kerkelijke (!) leiders geen enkele bewogenheid klinkt. Eerlijk gezegd: het gaat hen ook niet om deze vrouw. Zij zijn er slechts op uit om iets tegen Jezus te vinden. Dit ‘geval’ moet daarvoor dienen. Opnieuw wordt deze vrouw gebruikt. En de wetten van Mozes die betrekking hebben op overspel (Leviticus 20:10) komen daarbij goed van pas. Het drama voor deze vrouw, en haar geliefden wordt niet beseft, en al helemaal niet gevoeld. De man is trouwens nergens te vinden, hij wordt niet genoemd. Dat ze Jezus als ‘Meester’ aanspreken heeft niets te maken met dat ze Hem als hún Meester zien, maar dat ze hem als gelijke zien. Zij werden zelf ook zo aangesproken namelijk.

De val

Met hun actie willen de kerkelijke leiders Jezus in de val laten lopen, met als doel een reden hebben om Hem gevangen te nemen. Als Jezus in overeenstemming met de wet de vrouw wil laten stenigen, kunnen ze Hem aanklagen bij de Romeinen vanwege het verbod dat de joden niemand ter dood mogen brengen (Joh. 18:31). Als Jezus de vrouw vrijspreekt door haar onschuldig te verklaren, dan breekt Hij de wet van Mozes en is hij op grond daarvan des doods schuldig. Hoe gaat Jezus reageren op deze vrouw? Hoe gaat Hij om met de mannen, die haar beschuldigen? Moet er recht gedaan worden en hoe dan? Het is een dilemma!

Jezus’ reactie

Jezus bukt zich en schrijft met zijn vinger in de aarde. Opmerkelijk!  We weten eigenlijk niet waarom Hij dit zo doet. We stellen ons het rumoer even voor: een weerloze vrouw, omringd door mannen die Jezus heftig aanspreken: ‘Rabbi wat vindt u?’ En te midden van dat tumult schrijft Jezus schijnbaar wat afwezig in het zand. Hij laat zich niet meeslepen in het moment, Hij geeft niet direct antwoord maar laat een veelbetekenende stilte vallen. Hij houdt de regie. Hij leidt hiermee de aandacht van de vrouw af. Wát Hij schrijft is daarom niet van belang.

En dan richt Hij zich op en spreekt: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen naar haar.’ Daar staan de aanklagers. Ze hebben beschuldigend naar de vrouw gewezen, maar wezen intussen met nog meer vingers naar zichzelf. Het woord van Jezus legt hun kwade bedoelingen bloot, hun schijnheiligheid en dubbele moraal. En niemand van hen heeft nog de moed een steen aan te raken. En ze keren zich om, de een na de ander – van oud naar jong: opvallend! – en vertrekken zonder iets te zeggen.

Vergeving en opdracht

Intussen blijft vrouw alleen over, met Jezus. ‘Waar zijn ze, vraagt Hij, heeft niemand u veroordeeld? … Ga naar huis en zondig niet meer.’ Jezus spreekt niet goed wat zij gedaan heeft. Zij is verantwoordelijk voor haar daden, maar toch veroordeelt Hij haar niet. Dat is het geheim van het evangelie van de vergeving van de zonden. Jezus is niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar te behouden.

We zien Jezus hier als het Lam van God (Joh.1:29) dat de zonde van de wereld wegdraagt. Deze vrouw mag vrijuit gaan, maar Hij draagt de schuld mee, op weg naar zijn kruis.

Voor de vrouw betekent dit dat ze opnieuw mag beginnen. Jezus zet haar in vrijheid. Vergeving ontvangen betekent ook concrete verandering. Er komt liefde en kracht vrij om opnieuw te beginnen. Ze mag naar huis, naar de plaats waar ze geroepen is. Naar de mensen aan wie ze verbonden is. In Jezus’ naam mogen wij onze weg ‘lichtvoetig’ verder gaan (Psalm 32). Van Jezus zelf kun je dat trouwens niet zeggen. Aan het einde van Johannes 8 doen de mensen een poging Hem zelf te stenigen naar aanleiding van zijn prediking. En het moment komt dat Hij zal worden gedood aan het kruis. De vergeving die Hij schenkt is niet gratis, maar is duur betaald. Door Hemzelf.

Veroordelen in het N.T.

In het Nieuwe Testament komt het woord veroordelen maar 19 keer voor. Het betekent onder andere dat je een negatief oordeel uitspreekt over iemand. Speciaal komt het voor als er gesproken wordt over het veroordelen door God. Dan gaat het om het veroordelen van de zonde, de daad, en niet om de veroordeling van de persoon. In dit gedeelte is dat ook het geval. Jezus praat de daad van deze vrouw niet goed. Hij zegt niet voor niets dat zij niet weer moet zondigen. Het verschil tussen Jezus en de schriftgeleerden is dat bij de  schriftgeleerden de zonden en de zondaar samenvallen. Deze vrouw moet gestenigd worden als straf op haar zonde (al komen ze eigenlijk met andere motieven: ze willen Jezus een strikvraag stellen). Jezus kijkt anders naar mensen. Hij kijkt verder dan alleen die ene zonde, die de mensen nu juist veroordelen. Jezus maakt duidelijk dat iedereen een zondaar

is (…wie zonder zonde is werpe de eerste steen). Hij die Zelf zonder zonde is en dus het volste recht heeft om een steen te gooien, gooit geen steen! Hij laat zien wat genade is. Genade is vrijspraak terwijl daar geen enkele grond voor is in de persoon die gezondigd heeft. Die genade hebben we allemaal nodig!

Doelstelling

Weten: Kinderen horen dat Jezus de vrouw onvoorwaardelijk vergeeft.  

Ervaren: Kinderen beseffen dat Jezus hen vergeving van zonden schenkt, en dat zij daarom ook een vergevingsgezinde/open houding naar anderen mogen hebben.

Doen: Kinderen oefenen om een milde en vergevingsgezinde/open houding naar anderen te hebben.

Lied

Heet de kinderen welkom en zing het lied ‘Alzo lief had God de wereld’. Vraag na het zingen: Hoe weet jij dat God de wereld liefheeft? Laat kinderen aan het woord. Dat weet je door in de Bijbel te lezen dat God Zijn Zoon Jezus naar ons toegestuurd heeft en dat Jezus is gestorven aan het kruis voor onze zonden. Laat de kinderen hun eigen naam invullen op de stippellijnen in het lied. Hij deed dat voor jou!

Andere liederen:  

Psalm 32:1,3

Psalm 103:1,6

OTH 243 Heer, ik kom tot U

OTH 545 Tot zeven maal zeventig maal

Gebed

Wat een wonder dat God de wereld zo liefhad dat Hij Jezus naar ons toestuurde. Daar mogen we Hem voor bedanken. Door Jezus’ lijden en sterven kunnen wij vergeving krijgen van onze zonden. Dat kost ons niets, maar Jezus kost het alles. Wilt U ons helpen om te ontdekken dat omdat Jezus ons vergeeft, wij ook anderen mogen vergeven.

Verhalen delen

Gesprek over vergeving

Nodig: Het lied ‘Vergeving’ van Marcel en Lydia Zimmer (Kinderopwekking 159).

Voorbereiding: Zoek het lied op via Youtube en beluister het ter voorbereiding. Zorg dat je het kunt laten horen aan de kinderen.

Gesprek: In dit lied gaat het over vergeven. Wat is vergeven voor jou? Heb je weleens vergeving ontvangen? Wanneer dan? En heb jij wel eens vergeving gegeven aan iemand? Hoe vond je dat om te doen? Kostte dat moeite? Hoe komt het dat de één heel makkelijk vergeeft, en de ander hier grote moeite mee heeft? Laat de kinderen met eigen voorbeelden komen. Verdere vragen over dit lied: Wat vind je mooi in dit lied? Wat spreekt je aan? Wat herken je?

Voorbeeld: Geef een voorbeeld van onvoorwaardelijke liefde en vergeving en van opnieuw beginnen. Stel je voor dat jij niet geluisterd hebt naar je moeder en daar komt zij achter. Ze is boos op je en je krijgt straf. Als de straf erop zit, roept ze je bij je. Ze vertelt dat ze je vergeeft en heel veel van je houdt en dat je opnieuw mag beginnen. Want: ze blijft altijd je moeder én ze blijft altijd van je houden, wát je ook gedaan hebt! Ook toen je straf had, hield ze van je. Dat is niet gestopt. Maar, ze laat je ook merken dat het niet goed was wat je gedaan hebt. Wat is het fijn als je zo’n moeder hebt: die je vergeeft en van je houdt. Hopelijk hebben de kinderen uit jouw groep deze ervaring meegekregen.

Maak de overstap naar het bijbelverhaal en de bijbelopdracht: Luister naar het bijbelverhaal. Wat heeft dit met het voorbeeldverhaaltje te maken?

Bijbel

Vertelling 

Vertel het bijbelverhaal aan de kinderen. In deze handleiding vind je hiervoor een voorbeeldvertelling. Na de vertelling mogen de kinderen de opdracht in het werkboek maken. Hiervoor heb je voor elk kind een rood hart nodig dat je van tevoren knipt uit transparant papier (bijv. rode insteekhoezen). Verder is het belangrijk dat de kinderen hun ‘verkeerde dingen’ alleen met rood in het hart schrijven of tekenen!

Brug van de introductie naar de vertelling 

Leg een aantal stenen in het midden van de kring. Vraag: Wat kun je met deze stenen doen. Bouwen, gooien… Oei, dat laatste is niet zo mooi. Maar in de tijd van Jezus gebeurde dat wél. Als je een hele zware straf had verdiend, dan werden er stenen naar je gegooid. Je kunt je voorstellen dat je dan wel iets heel vreselijks gedaan moest hebben… .

 

Verhaal 

Het is nog vroeg in de morgen. In de tempel is het al een drukte van belang. Kijk, er zijn mensen die komen om te offeren of om te bidden. Er staan groepjes mensen om schriftgeleerden heen, die hen leren over de wet. En er zijn de duivenverkopers en geldwisselaars, die al volop zaken doen.

De Heere Jezus is ook alweer in de tempel, om de mensen te vertellen over Zijn Vader. Er zijn heel veel mensen, die speciaal gekomen zijn om naar Hem te luisteren. Want Jezus kan zo prachtig vertellen en Hij leert hen dingen over de Heere God die ze nog nooit gehoord hebben. Opeens…! Een heleboel lawaai bij de ingang van de tempel… Iedereen kijkt die kant op. Wat is daar aan de hand?! Er komt een groep Farizeeën en schriftgeleerden aanlopen. Ze komen recht op Jezus af. Maar… zien de mensen dat goed? Die deftige mannen hebben een vrouw bij zich! De vrouw kijkt ontzettend bang en loopt met haar hoofd gebogen. De mannen duwen haar vooruit en slepen haar mee naar de plek waar Jezus aan het vertellen is. Ze zetten de bange vrouw voor Jezus neer en gaan in een kring eromheen staan, zodat ze niet kan weglopen. Iedereen is stil en wacht in

spanning af. Wat gaat er gebeuren? Eén van de Farizeeën doet een stap naar voren. Hij kijkt eens goed om zich heen. Ziet iedereen wel hoe belangrijk hij is? Dan zegt hij luid, zodat iedereen het horen kan: ‘Meester, deze vrouw heeft iets heel slechts gedaan. Ze heeft met een man geslapen met wie ze niet getrouwd is! Ze heeft overspel gepleegd!’ De omstanders reageren rumoerig want dat is vreselijk, maar niemand durft hardop iets te zeggen. De Farizeeër gaat verder: ‘In de wet van Mozes staat dat zulke vrouwen gestenigd moeten worden! En U? Wat zegt U?’ Na deze woorden blijft het muisstil. De mensen denken bij zichzelf: ’Wat gaat Jezus doen? Wat gaat Hij zeggen?’ Dit is een hele lastige vraag. Eigenlijk is het geen vraag, maar een val. Weet je waarom? Omdat het altijd fout is wat Jezus zegt. De vrouw is fout geweest, dat is absoluut waar. Als Jezus zegt dat de vrouw gestraft moet worden, zal ze zeker sterven. Jezus wil de dood van deze vrouw niet. Hij is juist gekomen voor zondaars! Hij wil hen juist de liefde van God laten zien. Als Jezus zegt dat de vrouw niét gestraft moet worden, dan is Hij ongehoorzaam aan de wet en dan hebben de Farizeeën en Schriftgeleerden een reden om Hem te arresteren. En dat is nu precies wat ze heel graag willen! Jezus gevangennemen! ‘Aha… nu hebben we Hem!’, denkt de Farizeeër die de vraag gesteld heeft. ’Hier heeft Hij geen goed antwoord op.’ Het is nog steeds muisstil en het blijft ook muisstil… . Want Jezus zegt helemaal niets terug! Hij geeft helemaal geen antwoord op de vraag. Hij zit op de grond en schrijft met Zijn vinger

in het zand. Het is net alsof Hij de vraag helemaal niet gehoord heeft. ‘Wat is dát nu?’, denkt de Farizeeër. De mensen, die er al die tijd zo stil omheen staan, stoten elkaar aan. Ze wijzen naar Jezus. Wat schrijft Hij daar in het zand? Ze vergeten helemaal dat ze hier staan om de vrouw te veroordelen

en te straffen. En dat is juist de reden dat Jezus in het zand schrijft. Het is niet belangrijk wat Hij schrijft, maar dat de mensen hierdoor de vrouw even vergeten en één en al aandacht voor Hem hebben. Eindelijk stopt Jezus met schrijven in het zand en gaat staan. ‘Stt… Let op! Hij gaat iets zeggen!’, zeggen de mensen tegen elkaar. ’Wie van jullie zonder zonde is moet de eerste steen maar gooien’. (blijf even stil en kijk naar de stenen die midden in de kring liggen, ga dan verder) Meer zegt Jezus niet. Hij bukt zich opnieuw en gaat verder met schrijven in het zand. Het is stil. De mensen zijn

verbaast. Sommigen denken: ‘Wat zei Hij? Zonder zonde? Ik niet?’ Anderen denken: ‘Ik begin niet. Laat een ander maar beginnen, anders kijken ze mij erop aan.’ Eén voor één gaan de mensen weg. Er is niemand die van zichzelf kan zeggen: ‘Ik heb nog nooit iets fout gedaan.’ Uiteindelijk blijven

Jezus en de vrouw over. Jezus gaat opnieuw staan en kijkt om zich heen. Niemand… ‘Waar is iedereen?’, vraagt Hij aan de vrouw. ‘Is er niemand die u veroordeeld heeft?’ De vrouw slaat beschaamd haar ogen neer en zegt zacht: ‘Nee Heere, niemand.’ Dan zegt Jezus tegen haar: ‘Dan veroordeel Ik u ook niet. Ga weg van hier, maar zondig niet meer! Ga naar huis en begin opnieuw met uw leven!’

 

Afronding

De vrouw gaat blij en dankbaar naar huis. Jezus gooit geen stenen naar haar. En dat terwijl Hij het wel zou mogen doen! Weet je waarom? (laat kinderen reageren) Hij is immers de Enige die geen zonden heeft. Hij heeft het recht om te veroordelen, maar doet dit niet. In plaats daarvan vergeeft Hij haar én geeft Hij de vrouw hiermee een nieuw begin!

In beweging

Happy stones

Nodig: grote keien (tuincentrum), watervaste stiften/permanent markers of acrylverf, blanke vernis of blanke nagellak.

Vertel: Vertel de kinderen dat het vandaag over de prachtige boodschap van vergeving ging. Jezus wil ons (onvoorwaardelijk) vergeving schenken én daarom mogen we ook anderen vergeven. We mogen elkaar oproepen om vergevingsgezind in het leven te staan en om voor andere mensen goed en vriendelijk te zijn. Deze boodschap is zo mooi dat iedereen het moet horen, en daar gaan wij voor zorgen!

Ken je die zwerfstenen, die je soms zomaar op de straat kunt vinden? Die noem je Happy stones. Soms staat daar een mooie tekst op en soms is de steen gewoon heel vrolijk versierd. Het doel is dat je blij wordt als je zo’n steen vindt.

Werkwijze: Maak met de kinderen ‘happy stones’. Voorbeelden hiervan vind je eventueel ook op internet. Maak met potlood eerst een schets op de steen. Hierna ga je met verf of stift aan de slag en breng je mooie versieringen aan en/of schrijf je een woord of korte tekst op de steen. Tot slot breng je hieroverheen een laagje blanke vernis of nagellak aan zodat de steen langer mooi blijft. Korte teksten: Gratis vergeving, Jezus vergeeft, Ik vergeef jou, enz. Het leukste is het als je de zwerfstenen ook samen gaat verstoppen en/of neerleggen op allerlei plekjes in jouw straat, wijk of kerkplein/gebouw.

Tip: Als je geen echte stenen gebruikt, kunnen de kinderen ook in het werkboek de happy stones versieren. Knip ze uit en laat deze ‘papieren stenen’ ergens slingeren!

 

Gebed

Nodig: stenen, een kruis op papier.

Geef alle kinderen een steen of grote kiezel. Leg een kruis (teken op papier) in het midden van de kring. Vertel dat we gaan bidden en dat we dan ook vergeving gaan vragen voor iets dat wij fout hebben gedaan. Denk even in stilte na waar jij vergeving om kan vragen. Je hoeft dit niet aan de anderen te vertellen. Houd de steen in je hand tijdens het bidden. Bid voor vergeving en dank Jezus dat Hij onvoorwaardelijk vergeving schenkt als wij spijt hebben. Na het gebed mag elk kind de steen op het kruis leggen. Door Jezus sterven aan het kruis, kun jij vergeven worden. Jezus vergeeft jouw zonden en daarom mag je de steen loslaten en bij het kruis leggen. Zing tot slot uit de liedbundel Op Toonhoogte ‘Jezus, ik wil U bedanken’ (431) of ‘Heer, ik kom tot U’ (243).

Let op: Als je happy stones gemaakt heb met de kinderen. Leg dan ook deze stenen neer: want ook de vreugde van de vergeving mag je bij het kruis neerleggen. Dank God voor vergeving.