Beginsituatie

 Van de christelijke feestdagen ‘wringt’ Goede Vrijdag misschien nog wel het meest. Het sterven van Jezus aan een kruis roept vaak veel vragen op, ook bij jongeren. Waarom moest Hij sterven? Waarom op deze manier? En wat heb ik daarmee te maken, en mijn zonden en fouten?

  • Er kan ook een andere vraag leven rond dit thema, namelijk: hoe weet ik nu dat Jezus ook stierf voor mij, zijn leven voor mij gaf? Jongeren weten meestal wel dat Jezus aan het kruis stierf voor onze zonden, maar soms is dat niet méér dan een weetje. Maar of dat ook persoonlijk voor hen geldt?
  • Daarnaast zullen er jongeren zijn die het persoonlijk geloven en ervaren: Jezus geeft zichzelf voor mij. Maar die het vervolgens wel moeilijk vinden om dit uit te leggen aan anderen. Hoe doe je dat?

Bijbelgedeelte Lukas 23:33-43

Het Bijbelgedeelte dat in dit gesprek centraal staat is heel bekend. Tijdens dit gesprek willen we vooral inzoomen op de mensen rond het kruis en de vraag stellen: Op welke manier kijken zij naar Jezus?

Doelstelling

  • Jongeren zijn zich opnieuw bewust van wat Jezus voor ons gedaan heeft aan het kruis en waarom het nodig was.
  • Ze proberen woorden te vinden om ook aan anderen duidelijk te maken waarom je als christen niet zonder Jezus kunt leven.

Lied

Zie, hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem (OTH 131).

Gebed

Vraag of God wil helpen om na te denken over het lijden en sterven van Jezus. Zodat we meer en meer mogen begrijpen en onder de indruk raken hoe groot Jezus’ liefde is voor ons mensen.

Verhalen delen: Make a difference!

Terugkijken naar het thema van het vorige gesprek: Vorige keer is gevraagd om na te denken op welke manier je beschikbaar kunt zijn voor anderen, hoe je het verschil kunt maken in je gewone dagelijkse leven. Bespreek met elkaar of het gelukt is en wat je gedaan hebt. Ook als je de opdracht niet hebt uitgevoerd, is het goed om terug te kijken waarom het niet lukte.

Vooruitkijken naar het thema van dit gesprek: Leg in het midden van de groep een kruis(je) neer. Geef iedereen even kort de tijd om na te denken (en op te schrijven) welke gedachte er bij hem/haar opkomt bij het zien van dit kruis. Vertel elkaar kort wat je bedacht en/of opgeschreven hebt, zonder er verder uitgebreid op in te gaan of over te discussiëren.

Introductievorm: Jezus, wat heb je met Hem?

Tieners denken na over de vraag hoe ze aan een ongelovige vriend zouden uitleggen wie Jezus voor hen is.

Benodigdheden

  • Een groot vel wit papier met stift voor ieder groepje of een white-board en een stift als je deze vorm centraal doet.
  • Voor iedere tiener de pagina uit het werkboekje.

Werkwijze

  • Maak groepjes. Geef ieder groepje een vel papier en een stift.
  • Zet in het midden van het witte vel papier of op het white-board de naam ‘JEZUS’. Schrijf daar omheen de volgende woorden: |Voorbeeld, Verlosser, Vriend, Redder, Profeet, Zaligmaker, Inspirerend figuur, Zoon van God, Koning, Leraar, Priester, Messias| .
  • Leg de tieners de volgende vraag voor: Een ongelovige vriend vraagt aan jou wie Jezus voor je is. Wat heb jij met Hem? Welk(e) woord(en) zou jij gebruiken om hem dit uit te leggen? Laat tieners even kort over deze vraag nadenken en hoogstens twee woorden kiezen. Ga over de gekozen woorden met elkaar in gesprek.
  • Welke keuzes zijn er gemaakt? Hoe kun je aan een nietgelovige uitleggen op een goede manier wie Jezus is? Welke ervaringen hebben tieners daar zelf mee? Vraag: welke twee woorden zou jij gebruiken om aan een ongelovige vriend of vriendin uit te leggen wie Jezus is?

Bijbelstudie

Tieners/jongeren ontdekken welke manieren van kijken naar Jezus in dit Bijbelgedeelte naar voren komen.

Benodigdheden

  • Voor elke jongere een werkboek en een Bijbel.

Werkwijze

  • Lees het Bijbelgedeelte met elkaar.
  • Vraag of duidelijk is wat er staat. Geef antwoord op eventuele vragen die er kunnen zijn n.a.v. de tekst.
  • Probeer vervolgens jongeren zich te laten inleven in de situatie rond het kruis. Daarvoor lezen ze nogmaals de tekst en verplaatsen zich in de mensen rond het kruis. Er staan heel wat: … Aan wie zouden ze een vraag willen stellen en welke vraag is dat? Kunnen ze ook een antwoord bedenken dat deze persoon waarschijnlijk gegeven zou kunnen hebben?
  • Probeer tot slot de vraag en situatie iets persoonlijker bij jongeren binnen te laten komen door hen de vraag te stellen: Stel dat je er nu zelf bij geweest zou zijn, waar zou jij gestaan hebben, in wiens plek/positie/reactie rond het kruis herken je jezelf het meest?

Verhalen delen mogelijkheid 1: Daarom draag ik het!

Vraag van tevoren aan iemand die een ketting met een kruisje draagt, of hij hierover iets wil vertellen. Misschien is er wel een leidinggevende (of gemeentelid of jongere zelf!) die zo’n ketting draagt!

Begin het gesprek als volgt: Sommigen mensen hebben een schilderij van een kruis aan de muur hangen of zelfs een houten kruis. Heb jij dat wel eens gezien? Er zijn ook mensen die een kruisje om hun nek hebben hangen als ketting. Ken jij mensen die een ketting dragen met een kruisje eraan? Weet jij wat dit kruisje betekent? Waarom zouden deze mensen dit dragen? Dat is toch eigenlijk best wel vreemd… Het gaat om een hele verdrietige, nare gebeurtenis en dan draag je dat altijd bij je… Vraag hierna aan de leidinggevende, het gemeentelid of jongere, waarom het kruisje zo belangrijk is. Waarom draag je dit?

Verhalen delen Mogelijkheid 2: Verhaal van Toe uit Thailand

Verhaal van Toe uit Thailand
Over de unieke bevrijdende kracht van Jezus Christus Toe (spreek uit Too) is opgegroeid in een boeddhistische familie. ‘Ik dacht dat het een goede godsdienst was. Het leert je om een goed mens te zijn. Ik kreeg les van de monniken en dat was goed onderwijs. Ik hoopte in de hemel te komen door goede daden te doen, zoals het eten geven aan de armen. Het feest van de goede daden (Merit Making) was een erg mooi feest. Toch ben ik christen geworden. Toen ik 18 jaar was, kwam ik in Bangkok te werken op een christelijke kleuterschool. Ik hield me eerst afzijdig maar na twee jaar ging ik een keer mee met een kamp van de kerk. In dat kamp ging het over het feit dat God de Schepper van de aarde was. Dat had ik nog nooit gehoord! Ik wist niet beter of alles was vanzelf ontstaan en waren wij – mensen – afkomstig van de apen. Ik besloot de Bijbel te gaan lezen en ik ging geloven dat God echt bestond! Je kon in de hemel komen en Jezus Christus was de Weg. Dat Jezus mensen die falen, die zondig zijn, verlost en eeuwig leven biedt, was voor mij helemaal nieuw. Ik was altijd bezig met goede daden om direct naar de hemel te kunnen gaan en niet eerst weer te reïncarneren in een ander leven. Dit leven ervaarde ik al als heel moeilijk. Er was thuis altijd ruzie. In zo’n gezin wilde ik liever niet nog een keer geboren worden. Ik was ervan overtuigd dat ik in dit ruziënd gezin geboren was omdat ik in een vorig leven heel veel slecht karma had opgebouwd. Genoeg goede daden doen was mijn enige mogelijkheid om daaruit te ontsnappen. Nu ken ik Jezus en dat is zo bevrijdend! Je hoeft niet zelf de hemel te verdienen. Ik hoorde dat ik een zondig mens was, maar tegelijk ook dat mijn zonden vergeven worden. Maar ik ontdekte ook meer. Mijn vader sloeg mijn moeder en ons. Ik zag dat christelijke mannen dat niet deden. In die gezinnen was er liefde omdat ze in een goede God geloven. In die liefde van God wil ik ook leven. Ik ben niet boos op mijn ouders maar ik voel wel pijn; we zijn thuis tekort gedaan. Ik heb me wel vaak genoeg afgevraagd hoe het toch kan dat ik in dit gezin geboren ben, ook nu ik in God geloof en niet in karma. Tegelijk zie ik dat door mij mijn zus ook tot geloof gekomen is.

Een paar keer per week ga ik naar mijn ouders toe om voor hen te zorgen en eten te koken. Het huis staat vol beelden en ik vind het heel moeilijk om daarmee om te gaan. Mijn verlangen is om God te dienen. Ik blijf daarvoor liever single en kan nu heel veel betekenen op de middelbare school waar ik inmiddels les geef en als vrijwilliger in het gemeentestichtingsproject van de kerk.’

Gespreksvragen
1. De ontmoeting met Jezus bevrijdt Toe van de kramp om zelf als goed mens te moeten leven. Waar in je leven ervaar je het geloof in Jezus Christus als bevrijding? Van welk ‘moeten’ heeft Jezus jou concreet bevrijd?

2. Toe ervaart heel sterk dat het werk van Jezus Christus totaal anders is dan het boeddhisme. Stel dat iemand je vraagt waarom het christelijk geloof zo bijzonder is, wat zeg je dan?

In Beweging: Goede Vrijdag is voor mij…

Tieners gaan in hun eigen omgeving na wat de betekenis is van Goede Vrijdag.

Werkwijze

  • Ga met tieners in gesprek over Goede Vrijdag. Binnenkort is het weer Goede Vrijdag / Pasen. Steeds meer mensen in onze omgeving weten niet meer wat die dagen betekenen. Waarschijnlijk zullen er ook mensen in de omgeving van de tieners zijn die dit moeilijk vinden. Ga daarom met elkaar in gesprek over deze ‘feestdag’. Zouden ze aan iemand durven vragen: weet je waar we aan denken met Goede Vrijdag? Ook kunnen ze de vraag stellen: Weet je ook waarom deze dag Goede Vrijdag genoemd wordt?
  • Het zou mooi zijn als ze in het nadenken over deze vragen ook zelf iets proberen uit te leggen over deze dag. En wellicht ook wat het kruis voor hen persoonlijk betekent.
  • Oefen zo’n gesprek over Goede Vrijdag als afsluiting van dit programma met elkaar. Denk daarbij ook aan de vragen die je mensen zou kunnen stellen. Moedig tieners aan dit gesprek de komende week/weken ook daadwerkelijk te voeren. Kom hier een volgende keer op terug.

Gebed

Dank God de Vader dat Hij zijn Zoon gaf voor ons. Dank dat Hij het mooiste wat hij had, aan ons gaf. Dank Jezus voor alles wat Hij voor ons gedaan heeft. Bid dat christenen en niet-christenen (steeds) meer onder de indruk komen van Goede Vrijdag. Bid om kracht en de juiste woorden als je aan anderen iets wilt vertellen over Jezus en waarom het zo belangrijk is om in Hem te geloven.