Gesprek 4: Het grote gebod van de liefde
Doelstelling
Weten: deelnemers kennen de kern van de geboden en beseffen dat het liefhebben van God en van de naaste helemaal bij elkaar horen.
Ervaren: deelnemers voelen zich geroepen om zich in hun leven te concentreren op de liefde tot God en de naaste.
Doen: in het concrete dienen van de naaste ontdekken deelnemers hun liefde tot God. In het liefhebben van God ontdekken deelnemers hun roeping voor de naaste.
Gebed
Ga voor in gebed.
Bijbelstudie
Introductie
Kom kort terug op wat jullie vorige keren hebben gedaan: het eerste gesprek ging over de raakvlakken tussen jouw wereld en die van mensen om je heen die niet in Jezus geloven.
Daarna spraken we over situaties waarin het zwaar kan zijn om je geloof in de praktijk te brengen in een omgeving waar niet iedereen (of bijna niemand) christen is. Vorige keer stonden we stil bij de gemeente die haar leden mag toerusten, steunen en uitdagen om het verschil te maken in hun omgeving. Door deze sessies heen hebben wij beklemtoond dat Gods ons wil gebruiken om een verschil te maken op de plek waar wij zijn. We willen de leden van de kring helpen in te zien dat waar ze ook zijn, God hen kan gebruiken om voor Hem een verschil te maken. Maar dan rijst vanzelf de vraag: Wat wil God dan dat ik doe? Dat is een goede vraag, maar ook een vraag die ons kan verlammen. We kunnen zo onzeker worden dat we maar helemaal niets doen. En soms helpt het luisteren naar verhalen van anderen ook niet. Succesverhalen kunnen ons intimideren en leiden tot de reactie: ‘OK, het heeft voor jou gewerkt. Maar verplaats je nu eens in mijn situatie, dan zou jij je ook niet zo zeker voelen’. Maar misschien maken we het ontdekken van wat God van ons wil wel te moeilijk. Misschien hoeven we alleen maar te vertrouwen dat Hij ons zal leiden waar Hij wil dat we gaan en ons duidelijk zal maken wat we doen moeten.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Lukas 10:25-37
Laat het Bijbelgedeelte door iemand uit de groep lezen. Vraag de anderen actief mee te lezen door alvast te bedenken welke personages ze in deze geschiedenis tegenkomen.
Kunst
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 1
Welke mensen spelen in dit Bijbelgedeelte een rol? Wat weten we van ze?
Deze vraag is bedoeld om als lezer meer in het Bijbelgedeelte te komen en te ontdekken wat er staat. Laat de groep eerst voor zichzelf nog een keer het gedeelte in stilte lezen. Vraag telkens iemand om een karakter uit het verhaal te noemen en te vertellen wat we over hem weten.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 2*
Voor de wetsgeleerde waren de geboden heel belangrijk. Zijn geloof uitte zich Inn het houden van de regels. Hoe is dat bij jou? Welke rol spelen gebonden en christelijke regels in jouw leven?
Verken met elkaar in hoeverre de wet, of het houden aan christelijke (ongeschreven?) regels, belangrijk is in jouw geloofsleven. Vind je dat alles maar moet kunnen, en voel je je beperkt door de wetten die we elkaar soms op kunnen leggen? Of vind je het juist belangrijk dat we vasthouden aan sommige uitgangspunten en regels, omdat die ons helpen om met God te leven?
Gespreksvraag 3*
Je kunt de kern van de wet ook wel samenvatten als een even in liefde. Hooe ziet dat eruit, denk je? Wat betekent het om van je naaste te houden?
De bedoeling van deze vraag is om concreet te worden. Hoe leef je in liefde? Waar blijkt dat uit? Om wat voor acties vraagt dat? Of is liefde alleen een mooi woord of abstract begrip?
Lees het volgende gedeelte of vat het in eigen woorden samen.
Gespreksvraag 4*
a. Wie zie jij als je naaste?
b. Noem een voorbeeld van een situatie waarin je mensen op afstand hield. Welke reden had je om aan hen voorbij te gaan?
De bedoeling van deze vraag is met elkaar te ontdekken voor wie jij een naaste kan zijn. Dat kunnen voor de hand liggende mensen zijn, maar misschien ontdekken kringleden dat er ook mensen zijn waarvoor ze een naaste kunnen zijn, waar ze in eerste instantie niet aan dachten.
Je kan ook nog terugverwijzen naar de netwerkoefening van gesprek 1. Zijn de mensen die je daar ingevuld hebt je naasten? Of zijn er ook nog andere mensen? Mensen waar je misschien liever snel aan voorbij loopt?
Laat de kringleden concrete voorbeelden noemen uit hun eigen leven, waarin ze mensen (die misschien wel hulp nodig hadden) toch op een afstand hielden. Soms kan het helpen om als kringleider eerst zelf deze vraag te beantwoorden met een persoonlijk voorbeeld.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Achtergrondinfo: voorwaarden om iemand te helpen
In beweging
Lees de instructie voor deze oefening voor. Laat de groep tweetallen vormen (of een drietal als er een oneven aantal is). Geef ongeveer 5 minuten tijd en maak daarna een rondje door de hele groep en inventariseer de ideeën. Gebruik dit als inspiratie om de komende weken extra alert te zijn op wie God misschien op jouw pad plaatst.
Geef vervolgens het ‘huiswerk’ op: Houdt bij voor wie en in welke situatie je iets ervaart van Jezus’ innerlijke ontferming. Als je voor iemand een naaste kunt zijn, probeer je dan in zijn of haar nood te verplaatsen en bedenk hoe je diegene zo ver mogelijk tegemoet kunt komen. Daarbij heb je God nodig, betrek Hem dan ook in elke stap. Hij brengt mensen op je pad, dan mag je er ook op vertrouwen dat Hij je geeft wat nodig is in die situatie.
Kondig aan dat jullie bij het onderdeel ‘in beweging’ van het volgende gesprek hier op terug zullen komen.
Doordeweeks
Bespreek bij voldoende tijd het verhaal van Elise en de bijbehorende vragen. Houd er rekening mee dat misschien niet iedereen (betaald) werk doet. Benadruk dan dat een vergelijkbare situatie zich ook bij vrijwilligerswerk, in de buurt of vereniging voor kan doen.
Gebed
Vraag vooraf of iemand specifieke dank-of gebedspunten heeft.
Dank God voor zijn innerlijke ontferming over ons en vraag Hij jullie innerlijke ontferming wil geven voor naasten die op je pad komen.
Spreek de genoemde dankpunten en voorbeden uit.
Sluit het gebed af met het gezamenlijk bidden van het ‘Onze Vader’.
Een andere of extra optie is om als afsluitend gebed ‘Heer, laat er meer ontferming zijn’ (OTH 372) van Sela met elkaar te lezen, luisteren of zingen. Via www.sela.nl kan je meeluisteren of de video-instructie om het lied samen te zingen bekijken. Een andere mogelijkheid is om het lied via Spotify te luisteren.
Lees ten slotte met elkaar in het werkboek de tekst van het idee voor de gebedswandeling voor. Moedig de groep aan dit individueel of met elkaar te doen. Vertel dat jullie er volgende keer bij ‘in beweging’ even op terugkomen om ervaren te delen.
Geef aan wanneer de volgende keer is en bedank de mensen voor hun bijdrage en aanwezigheid.
Gespreksplanner
Doelstelling van de avond
Samen nadenken over hoe wij opmerkzaam kunnen worden voor Gods stem op de plaats waar wij dagelijks zijn.
Weten: God brengt je dagelijks in situaties waarin je kan dienen. Je kunt leren oog te krijgen voor de naaste die onverwacht op je pad komt.
Ervaren: Geraakt worden (innerlijke ontferming ervaren) dat de ander verrassend anders kan zijn en dat Gods agenda anders kan zijn dan de onze.
Gaan doen: Als reactie op innerlijke ontferming door het zien van de nood van de ander je in beweging laten brengen. Let daarbij op de ‘interrupties’ in je leven: doe je ogen open voor wat er op je pad komt.