Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zal je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Introductievorm en de Vertelling. Kies voor de oudere kinderen voor het onderdeel Bijbel en In beweging.

Beginsituatie

De meeste kinderen zullen het gebed ‘Onze Vader’ wel herkennen. Ze horen het in de kerkdienst, bidden het thuis (of bij opa en oma) aan tafel en zingen het op school. De meeste kinderen zullen het gebed dus (een heel eind) kunnen opzeggen. De vraag is in hoeverre de kinderen ook begrijpen waar het gebed over gaat. Er gaat immers een hele ‘wereld’ schuil achter elke bede. De kans is groot dat het voor veel kinderen zoiets is als ‘een versje opzeggen’. De meeste kinderen zullen weten dat dit gebed in de Bijbel staat en dat Jezus ons dit gebed gegeven heeft.

Persoonlijke voorbereiding

Mattheüs 6: 9-13

– Lees het Bijbelgedeelte door.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding. Om het gebed concreet te maken voor het dagelijks leven, is het belangrijk dat je de inhoud van elke bede begrijpt. Dit helpt je om straks met de kinderen in gesprek te gaan.

God de eer

Jezus geeft ons de opdracht (vers 9a: Bidt u dan zo…) om te bidden. Hij leert ons Zelf wat we bidden mogen. Hij geeft ons een gebed dat volmaakt is. Een gebed met daarin: aanbidding, schuldbelijdenis en lofprijzing. Als wij bidden, werken we aan de relatie met God. Het gebed heeft te maken met de verwachting, het beeld dat we van God hebben. We leren door het gebed God kennen en we leren om te vertrouwen op Hem.

Mooi om te ontdekken dat dit gebed begint en eindigt bij God, bij Zijn eer! Ook in de inhoud zien we dit terug. De eerste drie beden gaan over God en zijn eer, de laatste drie over ons en wat wij nodig hebben.

 

Aandachtspunten bij het gebed

Onze Vader – God is onze Schepper. Wij mogen Hem Vader noemen door het offer van Jezus. Zó dichtbij wil Hij komen, dat wij Zijn kinderen mogen zijn. In het woord ‘onze’ zit ook de gezamenlijkheid. We mogen ons verbonden weten met christenen van alle tijden en plaatsen.

Uw naam worde geheiligd – God is heilig. Aan Hem komt toe alle eer. Als we de verzen voorafgaand aan dit gebed lezen in de Bijbel, zien we dat de Farizeeërs en heidenen vooral voor hun eigen eer gingen (vers 2 en 5). In deze bede klinkt tegelijk de wens dat iedereen God de eer zal (gaan) geven die Hem toekomt.

Uw Koninkrijk kome – Deze bede was niet ongebruikelijk voor de joden van die tijd, alleen klonk in hun gebed het verlangen van de komst van de Messias door. Jezus’ volgelingen bidden dat het Evangelie van Jezus Christus overal bekend mag worden. Dat Zijn Koninkrijk in volle glorie en volheid zal aanbreken. Zodat iedereen de macht van Jezus, de Verlosser, zal erkennen.

Uw wil geschiedde – Als Gods Koninkrijk aanbreekt, zal Zijn wil geschiedden. Gods wil is goed en volmaakt. In Zijn Woord maakt Hij ons Zijn wil bekend. We mogen het verlangen hebben om onze wil in lijn te brengen met Gods weg. Stel je vertrouwen op Hem en laat Hem de leiding nemen! Vanuit dit vertrouwen, mag je ook vragen wat je nodig hebt. Daar gaan de volgende drie gebeden over.

Geef ons heden ons dagelijks brood – Allereerst bidden wij om ons dagelijks brood. Dat is alles wat wij dagelijks voor ons levensonderhoud nodig hebben. Het vraagt van ons vertrouwen en afhankelijkheid om te leven uit Gods hand. Elke dag opnieuw.

En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven – Schulden zijn onze zonden, de momenten waarop we voor onszelf kozen en niet Gods weg volgden. Elke dag opnieuw hebben wij vergeving van onze schuld nodig. Deze vergeving van God is onvoorwaardelijk. Het is dus niet zo dat als ik een ander niet vergeeft, God mij niet vergeeft. Het is wel zo dat als je beseft dat God jou vergeeft, je bereid moet zijn om anderen te vergeven.

Leid ons niet in verzoeking – Deze woorden hebben alles te maken met de wereld waarin we leven. Waar we steeds opnieuw de strijd ervaren om Jezus te volgen en steeds opnieuw in verleiding gebracht zullen worden. Daarom is dit gebed, om kracht in deze strijd, elke keer opnieuw nodig.

Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid – Net zoals het gebed begon, eindigt het met de lofprijzing van God. Hij heeft gezag over alles. Aan Hem komt toe alle eer!

Doelstelling

Weten: Kinderen leren dat Jezus ons de opdracht geeft om te bidden en dat Hij met het Onze Vader ons een voorbeeld geeft van een volmaakt gebed. Dat bestaat uit: het aanbidden en prijzen van God, het belijden van schuld en het vragen om Zijn zegen over ons dagelijks leven.

Ervaren: Kinderen ontdekken dat de woorden van het Onze Vader ook voor hen in het dagelijks leven actueel zijn en dat dit gebed een voorbeeld mag zijn voor je eigen gebeden.

Doen: Kinderen worden gemotiveerd en gestimuleerd om te (blijven) bidden.

Lied

Begin samen met het zingen van het lied Onze Vader (Op Toonhoogte 542). 

Gebed

Vertel de kinderen dat we door het zingen van dit lied eigenlijk al begonnen zijn met gebed. Welk gebed hebben we hier gezongen? Zijn er ook kinderen die dit gebed helemaal uit hun hoofd kunnen opzeggen? Zullen we dat ook samen doen? (Vertel erbij dat het niet erg is als kinderen dit (nog) niet kunnen, maar dat het goed is om te oefenen. Misschien kun je wel al een paar woorden meebidden…)

Introductievorm

Ken jij dit gebed?

Nodig: Schrijf van tevoren het gebed op losse stroken papier. Gebruik voor elke bede één strook. Leg de stroken in de verkeerde volgorde op de grond of op een grote tafel. Ga met de kinderen hierom heen zitten of staan.

Werkwijze: Vertel dat het gebed door elkaar ligt en geef de opdracht om het in de juiste volgorde te leggen. Jonge kinderen, die nog niet goed kunnen lezen, helpt je hiermee door de stroken één voor één op te lezen. Of schakel oudere kinderen in om te helpen. Je kunt de opdracht ook andersom doen (voor kinderen die niet zo bekend zijn met dit gebed). Ik lees het gebed voor en jullie zoeken de juiste strook op.

Naar aanleiding van deze opdracht, vraag je de kinderen naar hun ervaringen met dit gebed. Heb jij dit gebed wel eens gehoord? Waar dan? Ken je het ook uit je hoofd? Weet jij in welk boek dit staat? Wie vertelt dit? Waar gaat het eigenlijk over?

 

Maak de overstap naar de vertelling als volgt: Wat goed dat jullie al zoveel weten over dit gebed. Toch weet ik zeker dat jullie nog niet álles weten… Luister maar goed naar het verhaal. En, dan wil ik na afloop van jullie horen wat jullie nog niet wisten. Dus: onthoud één ding dat je nog niet wist!

Bijbel

Vertelling

Vertel het Bijbelverhaal aan de kinderen. Hieronder vind je hiervoor een voorbeeldvertelling.

Geef de kinderen van tevoren een luistervraag. Noem één ding wat je nog niet wist uit dit Bijbelverhaal.

 

Voorbereiding

Verdiep je in het Bijbelgedeelte met hulp van de achtergrondinformatie die staat in de handleiding.

 

Brug van de introductie naar de vertelling

Wat goed dat jullie al zoveel weten over dit gebed. Toch weet ik zeker dat jullie nog niet álles weten… Luister maar goed naar het verhaal. En, dan wil ik na afloop van jullie horen wat jullie nog niet wisten. Dus: onthoud één ding dat je nog niet wist!

 

Verhaal

De Heere Jezus kijkt rond. Overal om Hem heen zitten mensen aandachtig naar Hem te kijken. Ze luisteren naar alles wat Hij zegt. Sommige gezichten zien er blij uit, bij anderen ziet Hij vooral dat ze aan het nadenken zijn. Het is ook erg druk. Vlak bij Hem in de buurt zitten zijn vrienden, zijn leerlingen. Ja, Hij wil hen zoveel mogelijk dingen leren over Zijn Vader, over de God die hemel en aarde gemaakt heeft. En het fijnste is dat je zelf met God contact kunt hebben door te bidden en te praten met Hem. En dan weet Jezus wat Hij de mensen rondom Hem vandaag nog meer wil vertellen en leren: bidden!

 

De vrienden van Jezus kijken rond. Wat zijn er ook vandaag weer veel mensen achter hen aangekomen. Nou, al die mensen komen natuurlijk niet voor hen, maar voor Hem! Ze komen om te luisteren naar de Meester, naar Jezus. En Hij heeft vandaag alweer zoveel dingen verteld en uitgelegd. Veel mensen kijken blij en vol verwachting naar de Heer, wat zal Hij nog meer gaan vertellen vandaag? Maar er zijn er ook bij die serieus kijken en hard lijken na te denken. En hier en daar staat ook iemand met een nors gezicht te kijken en te luisteren. Jezus is nu even stil, de mensen op de berg beginnen zachtjes wat te praten met elkaar. Hier en daar wordt een stuk koek gepakt en uitgedeeld.

 

En dan begint de Heere Jezus weer te spreken. Het geluid van stemmen verdwijnt snel en iedereen luistert aandachtig naar de stem van Jezus. ‘Als je gaat bidden, doe dat dan op een goede manier. Doe het niet zoals schijnheilige mensen dat doen. Zij staan graag te bidden op de hoeken van de straat of in het midden van de synagoge zodat iedereen ze kan zien en horen. Nee, als je gaat bidden dan hoeft niet iedereen dat te zien of te horen. Ga gewoon je huis in, zoek een rustige plek zoals bijvoorbeeld de voorraadkamer en doe de deur dicht. Dan kun je bidden met God, dan kun je rustig met Hem praten.’ Even stopt Jezus met spreken. De mensen kijken elkaar aan en knikken naar elkaar. Ze hebben allemaal al vaker meegemaakt wat Jezus net zei: als farizeeërs niet op tijd bij de tempel of de synagoge zijn om te bidden, doen ze dat gewoon op de hoek van de straat zodat iedereen hen kan zien. Maar volgens Jezus kun je dus gewoon in je eigen huis praten met God, volgens Jezus hoeft niemand te zien dat je met God spreekt.

Jezus spreekt weer. ‘Als je bidt, hoef je niet zoveel mogelijk woorden te gebruiken en hoef je niet maar door te blijven praten. Dat doen mensen die God niet kennen en andere goden aanbidden wel, ze praten maar door en gebruiken zoveel mogelijk woorden. Zij zijn bang dat hun goden anders niet naar hen luisteren. Maar dat moeten jullie dus niet doen! Je Vader in de hemel weet allang wat je nodig hebt, Hij weet dat al voordat je het aan Hem vraagt.’ De leerlingen kijken rond, dit wisten zij nog niet, en als ze de verbaasde gezichten van de mensen om hen heen zien, begrijpen ze de mensen wel. Wat Jezus hier zegt is wel even wat anders dan ze vaak zien en horen!

 

Jezus is weer even stil, Hij kijkt weer rond en gaat dan verder. Nu gaat hij al deze mensen leren hoe je kunt bidden! ‘Als jullie bidden, dan moet je dit zeggen:

“Onze Vader, die in de hemelen zijt.

Uw Naam worde geheiligd.

Uw Koninkrijk komen.

Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood.

En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.

Amen.”

Amen, zo is het! Dat is het laatste woord van het gebed. De leerlingen van Jezus zijn verbaasd. Dit is een kort gebed, meestal gebruiken ze veel meer woorden. Maar dat hoeft dus niet volgens de Heere Jezus. De Heere God vindt het goed, nee Hij vindt het juist beter als je niet teveel woorden gebruikt. De Heere Jezus gaat nog verder. Hij vertelt over een klein stukje uit het gebed dat Hij net gebeden heeft en geleerd heeft aan de mensen. ‘Je moet andere mensen hun fouten vergeven. Want als je dat doet dan zal je hemelse Vader ook jouw fouten vergeven. Maar als je andere mensen hun fouten niet vergeeft, dan zal je Vader ook jouw fouten niet vergeven.’ Dat is dus een belangrijke zin uit het gebed dat Jezus hen vandaag leert: ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven’.  De leerlingen van Jezus hebben heel wat om over na te denken. En ook de andere mensen die hier op de berg zijn en luisteren naar alles wat Jezus vertelt, zullen hier goed over nadenken. Ze leren het gebed dat de Heere Jezus hen leert uit hun hoofd. Zo weten ze altijd wat ze mogen bidden, ook als ze zelf geen woorden meer weten.

 

Afronding

Kom terug op de luistervraag. Wat heb je gehoord dat je nog niet wist?

In beweging

Zelf bidden  

Nodig: de opdracht in het werkboek, (geslepen!) kleurpotloden in de kleuren: blauw, rood en geel.

Werkwijze: In het werkboek staat de tekst van het Onze Vader afgedrukt. Vertel dat de kinderen sommigen woorden een kleurtje mogen geven. Om deze opdracht een speels karakter te geven, kun je gebruik maken van een grote dobbelsteen. Beplak deze van tevoren met de kleuren blauw, rood en geel. Beiden kleuren komen dus twee keer voor. Laat één kind gooien met de dobbelsteen. Noem een woord op van deze kleur en geef kinderen de opdracht dit woord op te zoeken in de tekst en ook zelf te kleuren met deze kleur. Jonge kinderen moet je hierbij helpen. Dit doe je door van tevoren het gebed op een groot vel papier te schrijven en de woorden aan te wijzen/mee te kleuren.

– Blauw: hemelen, naam, koninkrijk, Uw wil.

– Rood: brood, vergeef, schulden, verzoeking, boze.

– Geel: U, Koninkrijk, kracht, heerlijkheid, eeuwigheid.

Loop hierna alle kleuren nog een keertje langs, maar vertel er nu bij waar dit het leven van de kinderen raakt. Ze kunnen meeschrijven in het werkboek. Je kunt ook zelf meeschrijven en dat wat ze noemen meenemen in je gebed aan het einde van deze bijeenkomst.

Dit gesprek kun je zo doen:

– Alle woorden die blauw zijn gaan over God. Dat Hij goed is en regeert over alles! Hoe weet/zie jij dat God Koning is? Dat Hij goed is? Waar wil jij Hem voor bedanken?

U bent de Koning. Ik wil U bedanken voor…

– Alle woorden die rood zijn gaan over dat God voor ons zorgt. Het gaat erover wat Hij allemaal aan ons wil geven. Wat krijg jij allemaal van Hem?

U zorgt zo goed voor mij. Dit krijg ik van U…

– Alle woorden die geel zijn gaan erover dat God alle lof en eer moet krijgen. Hij is de sterkste en de grootste! Hoe kun jij aan God vertellen dat Hij de sterkste is?

Ik loof en prijs U omdat…

Eindig de opdracht met een oproep om ook zelf ‘in beweging’ te komen als het om bidden gaat. Jezus leert ons om zo te bidden. Dat mag jij ook doen, elke dag opnieuw. Denk maar terug aan de kleurtjes. Die helpen jou om te bidden.

Gebed

Het Onze Vader wordt over de hele wereld gebeden. Laten we het vandaag samen bidden met alle mensen die Engels (Duits, Frans) spreken. Schrijf van tevoren het gebed in deze taal op een groot vel papier en hang het voor iedereen zichtbaar op. Bid samen deze woorden hardop.

 

In het werkboek staan een aantal vertalingen van het Onze Vader. Stimuleer de kinderen om het gebed in een andere taal te leren.