Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Introductievorm en de Vertelling. Kies voor de oudere kinderen voor het onderdeel Bijbel en In beweging.

Beginsituatie

Kinderen horen volop bij de gemeente en mogen hier ook hun eigen plek innemen. Maar, niet elk kind zal dit ook zo ervaren. De samenkomsten van de gemeente zijn vaak meer op volwassenen gericht, dan op kinderen. Dit zal ook zeker per plaats verschillend zijn.

Als er zondagsschool en/of nevendienst is, dan zullen de meeste kinderen het fijn vinden om hier naar toe te gaan. Hier kunnen allerlei redenen voor zijn: gezellig samen zijn met vrienden, even uit de ‘gewone’ dienst kunnen stappen of het maken van een mooie knutsel. Deze eigen dienst is volop onderdeel van de totale gemeente van Christus. Dat zal niet elk kind zo zien.

Thuis en op school wordt vaak uitgebreid aandacht besteedt aan de omgang met elkaar. Kinderen zullen de meeste woorden van Paulus zeker herkennen (vriendelijk, geduldig, vergeven, liefde, vrede, leren van…). Andere woorden klinken ouderwets en moeten uitgelegd worden: ontferming, nederigheid, zachtmoedigheid.

Kinderen zullen herkennen dat geloven soms best moeilijk is, denk maar terug aan gesprek 1 en 2. Het is dan goed om te weten dat je er niet alleen voor staat. In de gemeente mogen we hierover praten en mogen we elkaar bemoedigen.

Persoonlijke voorbereiding

Kolossenzen 3:12-17

– Lees het Bijbelgedeelte door. Pak er ook eens een andere vertaling bij.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding. Dit helpt je om straks met de kinderen in gesprek te gaan.

Eén lichaam: want jullie horen bij Hem!

Paulus roept de mensen in de stad Kolosse op tot een heilige levenswandel. Dat is: hun handel en wandel moet in overeenstemming zijn met hun geloof in God en in Zijn Zoon Jezus. Hij wijst de mensen erop dat ze door God Zelf zijn uitgekozen. Ze horen nu volledig bij Hem! Daarom moeten jullie ook samen leven zoals Hij het heeft bedoelt. Bij alles wat je doet en zegt moeten jullie eraan denken dat je bij Hem hoort. Als jullie dat doen dan zullen jullie één lichaam (één kerk of gemeente) zijn. Prachtige woorden! Wat een uitstraling zal een gemeente dan hebben… Verlang jij naar zo’n gemeente?

 

Christelijke gemeente zijn

Paulus noemt in dit gedeelte prachtige deugden op van de gelovigen in de gemeente. Als dit de adem is van de gemeente, dan is het ‘samen zijn’ binnen die gemeente werkelijk een feest! Een plek waar Christus woont en Zijn liefde heerst.

Opdracht: Lees het gedeelte goed door en onderstreep alle woorden die iets zeggen over de houding van christenen (hoe moet je zijn/wat moet je doen). Leg deze woorden eens naast je eigen gemeente. Wat zie je hiervan terug?

 

Doelstelling

Weten: Kinderen leren dat de gemeente van Christus een plek is waar liefde voor God en voor elkaar is.

Ervaren: Kinderen ervaren dat zij er in de gemeente van Christus helemaal bij horen.

Doen: Kinderen genieten van hun eigen plek in de gemeente van Christus en danken God hiervoor.

Lied

Zing het lied en vraag hierna welke mooie woorden ze allemaal gehoord hebben. Het zijn woorden die passen bij het leven van christenen.

Ik wens je… (OTH 520)

 

Andere liederen:

Psalm 133:1, 3 (OTH 61)

Ik zal de Here God liefhebben (OTH 523)

Gebed

Vraag of God jullie wil helpen om tijdens deze bijeenkomst goed met elkaar om te gaan.

‘Help ons om vriendelijk te zijn en geduldig, om elkaar te helpen en ook te luisteren naar elkaar. Zodat we het fijn hebben met elkaar!’

Introductievorm

Iedereen hoort erbij

Kom terug op de opdracht van de vorige keer (Gesprek 2, Zoek je naam). Heb jij de betekenis van je naam nog opgezocht? Laat kinderen vertellen wat ze gevonden hebben.

 

Vertel nu dat jij één naam gaat opnoemen en dat je, als je je naam hoort, mag gaan staan. De anderen kinderen bedenken iets waar zij bij jouw naam aan moeten denken. Het moet iets aardigs zijn! Denk aan: eigenschap, hobby, iets wat hij/zij graag eet, enz. Doe dit een aantal keren.

 

Maak de overstap naar het Bijbelgedeelte door te zeggen: Bijzonder om te merken dat we allemaal anders zijn, maar dat we toch ook allemaal bij elkaar horen. Samen horen we bij de gemeente van Christus. En, wij niet alleen! Vraag de kinderen: Wie horen er nog meer bij? Schrijf in het werkboek zoveel mogelijk namen op. Tip: maak dit niet te lang, zet bijvoorbeeld de stopwatch op één minuut.

In de Bijbel staat een brief, die geschreven is door Paulus. Deze brief is voor een gemeente met ook allerlei verschillende mensen. Luister maar…

Bijbel

Samen lezen

Lees samen het Bijbelgedeelte of vertel in je eigen woorden wat hier staat. Maak eventueel gebruik van een ‘makkelijker’ vertaling. Zeker met de kinderen uit groep 4 en 5 kun je dit samen doen.

 

Teken jouw woord

 

Nodig: de opdracht uit het werkboek of een A-4 papier met een groot hart erop.

Werkwijze: In dit Bijbelgedeelte komen hele mooie woorden voor. Wie kan er ééntje opnoemen? Waar moet jij aan denken bij dit woord? Na dit korte gesprekje, mogen de kinderen één woord uitkiezen waar zij een tekening over gaan maken. Ze tekenen dit woord in het hart. Want alle woorden gaan eigenlijk over één belangrijk woord, namelijk liefde. Als je van God houdt én van elkaar, dan is er liefde in de gemeente.

In beweging

Hartjes uitdelen

Kinderen laten mede-gelovigen (letterlijk) genieten van de liefde van God.

 

Nodig: zakjes met snoephartjes en hieraan een strookje met een Bijbeltekst vastgeknoopt.

Werkwijze: Maak deze zakjes eventueel samen met de kinderen. Zij kunnen: zakjes vullen, lintje eromheen knopen en/of een Bijbelvers overschrijven op een strookje papier. Voor dit laatste kun je ook het werkboek gebruiken.

Geschikte verzen zijn: 14, 15 of 17. Geef elk kind twee zakjes: één voor zichzelf en één om uit te delen aan iemand die ook gelooft in Jezus. Als de kerk uitgaat, kunnen ze dit meteen doen. Of: neem naar huis en deel daar uit.

Gebed

Lees vers 16 voor uit het Bijbelgedeelte: Zing voor de Heere met dank in uw hart! Ga voor in gebed en zing daarna een danklied.

– Dank God speciaal voor de gemeente.

– Vraag of kinderen tijdens het gebed iets willen opnoemen waar ze blij van worden of dankbaar voor zijn als ze denken aan hun gemeente (zondagsschool/nevendienst/club). Eventueel laat je ze dit opschrijven en oplezen tijdens het gebed. Zie ook het werkboek.

 

Zing een danklied (‘Dank U voor de wond’ren die gebeuren’ OTH 482)