Jongeren 16 min
Gesprek 2: Als je toch moet kiezen
Beginsituatie
- Als christen-jongeren hun gewone leven leiden, kunnen ze toch in situaties terechtkomen waarin ze moeten kiezen: profi leer ik me hier als christen, of ga ik mee met de stroom? Niet elke jongere is zich hiervan bewust. Veel jongeren schakelen vrij makkelijk tussen een leven waarin ze christelijke dingen doen en een leven waarin ze doen wat iedereen doet. Het kan dus nodig zijn om hen erop te wijzen dat christen-zijn soms vraagt om keuzes die hen ‘anders’ maken.
- Terreinen waarop het christen-zijn in confl ict kan komen met de moderne Nederlandse cultuur, zijn bijvoorbeeld die van seksualiteit en vrijetijdsbesteding. Sommige jongeren zullen geconfronteerd worden met de geseculariseerde vooronderstellingen in de wetenschap. Andere krijgen ermee te maken in de werksfeer, als ze verplicht worden iets te doen wat in strijd is of lijkt met christelijke normen en waarden.
- Jongeren gaan op heel verschillende manieren met deze vragen om. Sommigen gooien het al gauw op een akkoord met die cultuur (zien het probleem mogelijk niet eens), anderen houden zich angstvallig afzijdig van alle situaties waarin mogelijk een confl ict zou kunnen ontstaan – met alle posities die daartussen liggen. Voor de ene is werken op zondag geen enkel probleem, voor een ander leidt dat tot een groot gewetensconflict. Dat kan binnen de kerkelijke groep dan weer spanningen geven, of tot onbegrip leiden.
Doelstelling
- Jongeren worden zich ervan bewust dat als God alles te maken heeft met hun dagelijkse leven, hun identiteit als christen in conflict kan komen met wat gewoon is in hun omgeving. Ze ontwikkelen fijngevoeligheid voor situaties waarin dat het geval is of kan zijn.
- Ze spiegelen zich hierin aan de houding van Daniël, die zich enerzijds zoveel mogelijk verbond met de cultuur waarin hij leefde en daarbij anderzijds een duidelijke grens stelde.
- Ze durven hierin vanuit hun hart (Dan. 1:8) concrete stappen te zetten – of het nu is richting ‘verbinden’ of richting ‘afstand bewaren’.
Kern
Aan de ene kant verbond Daniël zich zoveel mogelijk met de heidense cultuur waarin hij leefde. Aan de andere kant stelde hij daarbij een duidelijke grens. Dat kan voor jongeren een verschillende spiegel zijn: voor de ene jongere is het nodig dat hij duidelijkere grenzen stelt, terwijl een andere jongere zich misschien meer mag verbinden met de cultuur waarin hij leeft.
Lied
U bent de God die roept’ (OTH 210)
Of ‘Wees niet bang’ (OTH 556)
Gebed
- Bid om onderscheidingsvermogen in het staan in de cultuur, zodat we zien wat wel en wat niet naar Gods wil is.
- Belijd dat we ons soms téveel laten ‘inpakken’ door cultuuruitingen die ons niet dichter bij God brengen, maar ons juist van Hem vandaan willen trekken.
- Bid dat God ons hart wil vernieuwen, zodat we steeds méér op Hem gericht zullen zijn in alles wat we doen en laten.
Bijbelstudie: Daniël in zijn cultuur – en wij in de onze
Tieners lezen Daniël 1:1-8 en plaatsen zichzelf in deze geschiedenis.
Benodigdheden
- Voor iedereen het Bijbelgedeelte, de vragen uit het werkboek en een pen
Werkwijze
- Maak groepjes van 4 à 5 personen
- Vertel dat Daniël op een bijzondere manier te maken had met dezelfde vragen als wij: hoe sta je in een cultuur die niet gestempeld wordt door het geloof in de God van Israël? Lees het Bijbelgedeelte en vertel kort iets over de achtergrond ervan.
Laat tieners aan de slag gaan met de vragen uit het werkboek
- Na de bespreking kun je eventueel plenair nog aandacht vragen voor een paar vragen, maar dat is niet per se nodig • Benadruk tijdens de afronding dat Daniël zich niet helemaal afzijdig hield van de Babylonische cultuur, maar dat hij er óók niet in opging. Hij wist waarop het aankwam (vgl. Fil. 1:10), doordat zijn hart gericht was op de God.
Daarin is hij voor ons nog steeds een voorbeeld.
In beweging: Zo ben ik herkenbaar!
Tieners geven aan op welke manier zij (meer) herkenbaar kunnen zijn als christen.
Benodigdheden
- Lege kaartjes en voldoende pennen
- Inventariseer samen op een whiteboard of groot vel papier een aantal kenmerken van een christen, waarvan jongeren zeggen: daaraan kun je meer herkenbaar zijn. Hieronder worden er ook een aantal gegeven.
Werkwijze
- Op welke manier zouden jongeren (meer) herkenbaar kunnen zijn als christen, ‘iemand die van Christus is’? Waarin willen ze anders zijn dan de wereld om hen heen? Waarin willen ze duidelijk keuzes maken, zoals Daniël deed? Help jongeren op weg door wat ‘kenmerken van een christen’ op te noemen of op te schrijven, zoals: God steeds betrekken in alle dingen die je doet en meemaakt | de Bijbel lezen | trouw zijn | God dienen om Hem te eren | kijken wat anderen nodig hebben | geen verlangen naar succes en status | ook aanwezig zijn in de wereld waar God niet wordt gediend | je leven laten bepalen door wat God wil en niet door wat allerlei mensen om je heen roepen of van je verwachten | dankbaar zijn | bidden | liefde hebben voor mensen | zorgen voor de schepping | oprecht berouw tonen over zonden |…
- Ze mogen dit schrijven op het kaartje in de vorm van een gebed naar God, een voorbeeld, een vraag etc. Goed om alle kaartjes ergens op te hangen en er een paar voor te lezen. Het gaat er niet om dat alle kaartjes aan bod komen, maar dat duidelijk wordt dat je op verschillende manieren ‘christen’ kunt zijn. Laat de tieners aan het eind zelf nog langs de kaartjes lopen. Misschien zijn er dingen door anderen opgeschreven die hen helpen om te groeien in christen-zijn.
- Moedig de jongeren aan om als ‘christen’ te leven. Bid hier ook samen voor.