Gesprek 3: Jezus spreekt ons aan
Doelstelling
Denken: deelnemers weten dat woorden van Jezus altijd iets uitwerken en dat weerstand, ook bij onszelf, vaak een eerste reactie is.
Ervaren: deelnemers ervaren dat er iets van weerstand bij zichzelf en bij anderen aanwezig kan zijn. Ze ervaren ook dat we in het doorgeven van woorden van God helemaal afhankelijk zijn van Zijn hulp en Geest.
Doen: deelnemers denken na over hoe zij met iemand uit hun omgeving in gesprek kunnen gaan over het geloof en bidden langduriger concreet voor één persoon.
Lied
Heet de groep welkom en zing het lied ‘Here Jezus, om uw woord’ (Op Toonhoogte 229:1 en 2) (of één van de andere liederen of een zelfgekozen lied). Kijk bij het zingen steeds of jouw groep het lied kent en er eventueel begeleiding is.
Gebed
Ga voor in gebed en neem in de dankzegging ook mee wat mensen hebben ervaren in de kijkoefening.
Bijbelstudie
Introductie
Kom kort terug op wat jullie vorige keren hebben gedaan: Het eerste gesprek ging over de eerste ontmoeting met Jezus, het tweede gesprek over het kijken door Jezus. Vandaag staan we stil bij wat Jezus zegt en het effect ervan.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Achtergrondinformatie
Lukas 4:14-30
Laat iemand uit de groep lezen. Laat de anderen actief meelezen door vooral te letten op de reactie van de mensen in het eerste gedeelte.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 1
In vers 22 geven de dorpsgenoten van Jezus hun instemming en zijn ze verwonderd, in vers 29 willen ze Hem vermoorden. Wat gebeurt er tussen die twee verzen dat verwondering verandert in haat?
Om je in te leven in het Bijbelgedeelte een vraag om helder te krijgen wat er nu precies gebeurt. Bedenk ook zelf in je voorbereiding wat er nu de oorzaak van zou kunnen zijn dat de emoties zo omslaan van verwondering en bewondering naar haat en agressie. Zegt Jezus iets verkeerds? Doet Hij iets niet of wel? Wat gebeurt er? Probeer met elkaar woorden te geven aan de reden van de omslag.
Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Achtergrondinformatie
Gespreksvraag 2 *
Woorden van Jezus doen iets met mensen. Het zijn radicale woorden. Ze halen mensen uit hun comfortzone, uit hun eigen gemaakte beelden van God. Kun je een voorbeeld geven uit je eigen leven dat Jezus’ woorden verrassend voor je waren of je zelfs stevig corrigeerden? Wat deed dat met je?
Geef mensen even de tijd om hier voor zichzelf over na te denken.
Vraag daarna aan een paar een voorbeeld en wat het met hen deed. Was er ergens ook iets van weerstand? Realiseer je dat de woorden van God ten diepste niet passen in ons eigen denken en manier van leven. Altijd zet God iets op de kop in ons leven. Woorden van God zijn levende woorden die nooit leeg tot Hem weerkeren maar iets uitwerken. Mogelijk kom je in het gesprek over deze vraag iets daarvan op het spoor. Bedenk ook een voorbeeld uit je eigen leven. Lees de toelichtende tekst in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 3 *
Wat is voor ons mensen in Nederland nu precies het meest ergerniswekkende van het Evangelie? Wanneer zie je iets van de weerstand tegen Jezus?
We leven in een westerse wereld van individualisme, waar veel mensen leven zonder God nodig te hebben dan alleen als je er zelf niet meer uitkomt. Een wereld waarin we denken alles onder controle te hebben en voor een scheppende God wetenschappelijk gezien geen ruimte is. Een wereld en denken dat ook heel diep in onszelf zit. Probeer met elkaar te verwoorden waar het Evangelie niet overeenkomt met ons westerse denken en waar het vervreemding oproept. Probeer ook iets van de weerstand die in onszelf zit op het spoor te komen. Let op al te snelle antwoorden dat het Evangelie sowieso strijdig is met ons zondige mensen. Vraag dan door op voorbeelden en eigen ervaring.
In beweging
Geef aan dat je naar de praktische oefening van vandaag gaat. Lees de toelichtende tekst of geef met eigen woorden enige toelichting. Laat mensen in tweetallen kort nadenken wat moeilijk is aan het spreken over het geloof of het delen van het Evangelie met mensen om je heen. Laat mensen het concreet maken door een persoon in gedachten te nemen.
N.B. het onderstaande is een meer veilige setting om concreet te bidden voor namen die het tweetal aan elkaar vertelde.
Optioneel Geef de tweetallen de gelegenheid om met en voor elkaar en de genoemde persoon te bidden.
Zeg dat ze nu met elkaar kunnen bidden. Dat ze kort afspreken wie begint en dan voor elkaar bidden. Zeg dat als ze klaar zijn met bidden ze gewoon met elkaar hardop kunnen doorpraten totdat jij een seintje geeft. Dat geeft ruimte voor degenen die nog aan het bidden zijn. Anders zit de hele groep te luisteren naar het laatste gebed. Geef het seintje dat je weer verder gaat en lees de laatste opdracht van in beweging.
Gebed
Verzamel de punten en bid eventueel concreet voor namen van mensen (veiligheid?). Zie verder genoemde punten.
Gespreksplanner
Doelstelling van de avond
Denken: deelnemers weten dat woorden van Jezus altijd iets uitwerken en dat weerstand, ook bij onszelf, vaak een eerste reactie is.
Ervaren: deelnemers ervaren dat er iets van weerstand bij zichzelf en bij anderen aanwezig kan zijn. Ze ervaren ook dat we in het doorgeven van woorden van God helemaal afhankelijk zijn van Zijn hulp en Geest.
Doen: deelnemers denken na over hoe zij met iemand uit hun omgeving in gesprek kunnen gaan over het geloof en bidden langduriger concreet voor één persoon.