Gesprek 5: Jezus komt, verwacht Hem!
Tijdpad
Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Introductievorm en de Vertelling. Kies voor de oudere kinderen voor het onderdeel Bijbel en In beweging.
Beginsituatie
Staan kinderen stil bij de komst van Jezus? De meeste kinderen doen dit niet ‘vanzelf’. Juist daarom is het goed om dit te thematiseren en daar is het jeugdwerk een prachtige plek voor.
Dat Jezus terugkomt en dat Gods Koninkrijk eraan komt, hebben kinderen vast weleens gehoord. Maar dat je je hierop voor moet bereiden en hoe je dat dan doet is voor de meeste kinderen onduidelijk. Het kan helpen om een vergelijking te maken met een groot feest, bijvoorbeeld de bruiloft van je zus of een 25-jarig huwelijksfeest van je ouders. Maanden van tevoren beginnen de voorbereidingen van zo’n groot feest. Als kind ben je hier ook druk mee. Je doet volop mee in de voorpret, je wilt een leuke verrassing organiseren, je hebt nieuwe kleren nodig, enz. Je doet er alles aan om jouw zus of ouders een onvergetelijke dag te geven. Logisch dat je niet op de laatste dag begint met de voorbereidingen. Zo is het ook met de komst van Jezus. Daar komt nog bij dat je niet weet wanneer Jezus terugkomt, maar wél is zeker dat Hij komt! Het is dus belangrijk om nu al met je geloof bezig te zijn en niet stil te blijven staan. Dit betekent blijven bijbellezen, bidden, naar de club en kerkdienst gaan, zodat je geloof als een lichtje blijft branden. Anderen kunnen jou hierbij helpen, maar ze kunnen je het geloof niet geven alsof het een pakketje is. Daarvoor is geloof te persoonlijk, het mag in jouw hart en leven gaan groeien en nóg sterker worden.
Persoonlijke voorbereiding
Mattheüs 25:1-13
– Lees het bijbelgedeelte door.
- Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding.
– Dit bijbelgedeelte kan allerlei gevoelens/emoties bij je oproepen. Onderstreep de zin die bij jouw gevoelens van blijdschap oproepen. Onderstreep ook de zin die juist een naar gevoel bij je oproept. Waar komt dit nare gevoel vandaan?
Context
Jezus gaat een gelijkenis vertellen waarin Hij duidelijk wil maken hoe belangrijk het is om klaar te staan voor Zijn wederkomst. Hij vergelijkt Zichzelf in deze gelijkenis met een bruidegom en de gelijkenis gaat dus over een bruiloft.
Joodse bruiloft
In Nederland kennen we, in tegenstelling tot andere landen, de traditie van bruidsmeisjes nauwelijks. In de cultuur van het oude Israël hielpen deze meisjes, vaak vriendinnen of zussen, de bruid om zich klaar te maken voor de komst van haar bruidegom. Je kunt je iets voorstellen bij de opwinding in de uren voor het zover was.
Het was traditie dat de bruiloft begon met de bruidegom die op weg ging om zijn bruid op te halen. Deze feestelijke optocht vond vaak ’s avonds plaats, vandaar dat we lezen over olielampjes. Samen met zijn vrienden vertrok de bruidegom in een feestelijke stoet naar het ouderlijk huis van de bruid. Onderweg voegden zich steeds meer vrienden bij de stoet. In de stoet werd muziek gemaakt en gezongen. Bij het ouderlijk huis van de bruid stond de bruid mooi aangekleed te wachten. Samen met haar dienstmeisjes voegde de bruid zich dan bij de feestelijke stoet en gingen ze onderweg naar het ouderlijk huis van de bruidegom. Daar begon het feest echt: een verschil met een Nederlandse bruiloft is dat een joodse bruiloft een week duurt!
Lampen
In een tijd van wachten kan het stil worden. Misschien is de bruidegom nog heel ver weg. Je kunt zomaar in slaap vallen, net als de meisjes. Maar opeens, midden in de nacht, is het zover: de bruidegom is in aantocht! Er is even verwarring, ze zien geen hand voor ogen. Maar daar hebben ze alle tien rekening mee gehouden, ze hebben lampen meegenomen. Wij denken vaak aan zo’n klein oliekruikje van klei, maar het zou ook om fakkels kunnen gaan. Lange stokken met in olijfolie gedrenkte vodden bovenop. De verbrande vodden worden afgeknipt en wat overblijft wordt opnieuw in de olie gedoopt. Van de tien meisjes hebben er vijf geen extra olie bij zich. Zij dachten dat ze aan het kleine beetje olie in het lampje/op de fakkel wel genoeg zouden hebben. De wijze meisjes hebben wel extra olie meegenomen. Zij hebben er van tevoren wél rekening mee gehouden dat de bruidegom misschien wel laat zou kunnen komen, en dat ze dan extra olie nodig zouden hebben!
Je kunt dit vergelijken met de komst van Jezus. We weten niet wanneer, maar we weten wél dat Hij komt en dat wij ons hierop moeten voorbereiden. Dát is wijs zijn. Je maakt je klaar, vanuit de overtuiging dat het elk moment kan gebeuren!
Zelf voor olie zorgen
De dwaze meisjes vragen of de wijze meisjes, die wél een voorraadje hebben, hun olie met hen kunnen delen. Dat willen de wijze meisjes echter niet, want dan heeft níemand genoeg! Dat lijkt misschien best egoïstisch. Delen is toch iets goeds? Het is blijkbaar erg belangrijk dat je je eigen lampje brandende houdt! Dit geeft aan dat geloven uiteindelijk heel persoonlijk is. Ieder mens heeft zelf brandstof nodig om te blijven verwachten, geloven en uitdelen. Bij Jezus’ komst kun je niet bouwen op het geloof van je familie of je vrienden, het gaat erom dat iedereen persoonlijk klaar is om Hem te ontmoeten.
Tegelijkertijd vraag je je af, wat als Jezus, de bruidegom, het zou horen, zou Hij er dan niet voor pleiten dat ze hun olie zouden delen? We zien in vers 12 een andere kant van Jezus, Hij laat de dwaze meisjes die eerst olie moesten gaan kopen en daardoor de aankomst van de bruidegom en het begin van het feest misten, niet binnen in de feestzaal. Sterker nog, Hij zegt dat Hij hen niet kent. Hun leven was niet op Hem gericht, niet aan Hem gewijd. Dat dit niet zonder consequenties blijft, is de waarschuwende oproep in dit bijbelgedeelte.
Wijs en dwaas
Deze gelijkenis die Jezus vertelt, is een verhaal met een boodschap, een les. Jezus waarschuwt mensen die weten dat ze zich moeten voorbereiden op Zijn wederkomst, maar dit toch niet doen. Tien meisjes: de ene helft handelt wijs, de andere helft laat het maar over zich heenkomen. Ze zien wel wat er gebeurt. Wijs en dwaas. In Mattheus 7:24-27 gaat het ook over wijs en dwaas. De één bouwt op de rots, de ander op het zand. Terwijl het levenshuis van de één blijft staan, zakt het andere weg in de vloed. Blijkbaar is alleen horen én niet doen, niet genoeg. En blijkbaar is alleen weten dat Jezus terugkomt niet genoeg, maar gaat het ook over hoe betrokken ben je nu echt op de bruidegom? Als iemand echt belangrijk voor je is, dan zorg je dat alles in orde is als hij komt.
Maar is binnengelaten worden op het Bruiloftsfeest dan geen kwestie van genade? Jazeker! En toch blijft staan: wat is een lamp zonder olie? Jezus zegt in dezelfde Bergrede: Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. (Mattheüs 7:21)
Uitzien / Verwacht Hem
Jezus wil met deze gelijkenis benadrukken dat het Koninkrijk, de komst van de Koning, op een onverwacht moment zal zijn. Daarover sprak Hij in het hoofdstuk daarvoor ook: zelfs de engelen weten het niet (24:36), dat moment komt als een dief in de nacht (24:43). Als je waakt, ben je daarop voorbereid. En waken wordt in de Bijbel ook wel genoemd: wandelen als een ‘kind van het licht’. (1 Thess.5:4,5). Het duister van de nacht is voorbij, het eerste morgenlicht is al te zien: de Dag van Christus is nabijgekomen. Daarbij past geen ‘duister’ leven, maar een leven in geloof, hoop en liefde (1 Thess.5:8,9). In dat perspectief leer je keuzes te maken, en je leven in te richten. Veel van wat belangrijk lijkt, wordt daarmee relatief. Status, inkomen, luxe, je eergevoel … vul maar aan. En andere zaken komen op de voorgrond te staan: hulpvaardigheid, een leven in harmonie met God en met de ander aandachtig leven. En zelfs in zorgelijke tijden is er perspectief: de Heer komt. En dat uitzicht geeft de diepste vreugde in het ‘gewone’ leven van elke dag. Reken er maar op dat er van zo’n leven iets uitgaat!
Doelstelling
Weten: Kinderen horen dat het Koninkrijk van God komt en dat Jezus mensen oproept om wijs en waakzaam te blijven.
Ervaren: Kinderen beseffen dat zij, net als de vijf wijze meisjes, goed voorbereid moeten blijven op de komst van Jezus. Dit doe je door actief met je geloof bezig te zijn.
Doen: Kinderen denken na hoe zij actief met hun geloof bezig kunnen zijn. Wat helpt mij en hoe kan ik anderen hierbij helpen?
Lied
Heet alle kinderen hartelijk welkom: wat fijn dat je er weer bent! Wat verwachten jullie dat we gaan doen vandaag? Laat een paar kinderen even raden. Vertel dan: als je iets verwacht, dan denk je aan de dingen die gaan gebeuren. Als je iets verwacht, kijk je er meestal heel erg naar uit! Je kunt niet wachten… je gaat écht op het puntje van je stoel zitten.
Vraag: Voor welke dingen ga jij nog meer op het puntje van je stoel zitten?
Wij gaan vandaag nadenken over iets dat zeker weten gaat gebeuren! Namelijk: dat Jezus terugkomt! Dit lied gaat over die verwachting… ga maar eens op het puntje van je stoel zitten. Zing met elkaar uit de liedbundel Op Toonhoogte, nummer 524 ‘Ik zit op het puntje van m’n stoel’.
Andere liederen:
Psalm 27:7
Give me oil in my lamp (270)
Ik zit op het puntje van m’n stoel
Jezus leeft in eeuwigheid
Wij zullen opstaan
(luisterlied jonge kinderen Youtube) Tien maagden – Elly en Rikkert
Gebed
Jezus, we weten uit de Bijbel dat U terugkomt op de aarde. Maar we weten niet wanneer. En dat is voor ons best lastig. Wilt U ons leren om Uw komst echt te blijven verwachten? Dat vraagt geloof van ons, maar we mogen weten dat U ons daarbij wilt helpen met Uw Heilige Geest. Amen
In beweging/ Verhalen delen
Jezus komt! Verwacht Hem!
Nodig: Groot vel papier of flapover, stiften. Verdeel het papier even in twee vakken.
Gesprek 1: Schrijf in het eerste vak: ‘Jezus komt!’. Vraag de kinderen om hierop te reageren. Waar denk jij aan als je dit leest? Laat de kinderen lekker zelf schrijven en vertel dat ze ook op elkaars teksten/woorden mogen reageren. Stel vragen als ze niets meer weten: Wanneer komt Jezus dan? Hoe weet je dit zo zeker? Wanneer komt Hij? Wat gebeurt er dan? Wat weet je erover? Hoe weet je dat Jezus terugkomt? Hoe vind jij dat?
Gesprek 2: Schrijf nu in het tweede vak: ‘Verwacht Hem!’. Laat kinderen ook op deze woorden reageren. Waar denken ze aan? Praat even kort door over wat verwachten is. Geef voorbeelden: naar een feestje toeleven, wachten op iets dat je besteld hebt over de post, enz. Verwachten zij Jezus ook? Hoe kun je op Jezus wachten? Naar Hem uitkijken? Denk je hier weleens over na?
Maak de overstap naar het bijbelgedeelte: We weten dat Jezus terugkomt, maar we weten niet wanneer. En dat maakt het misschien ook wel zo lastig om Hem écht te verwachten. Over Zijn komst en over op Hem wachten, dáár gaat het over in dit bijbelgedeelte. Jezus leert ons een belangrijke les hierover.
Bijbel
Wijze en dwaze meisjes
Nodig: werkboek, pennen.
Werkwijze: Vertel dat jullie samen het bijbelgedeelte gaan lezen en dat we meteen wat beter naar de tekst gaan kijken. Pak het werkboek erbij en bekijk eerst samen de eerste opdracht.
– Let goed op welke mensen in het verhaal voorkomen. Dit mag je meteen noteren in het schema bij de eerste opdracht.
– Nu je weet wie er allemaal in het verhaal voorkomen, gaan we kijken wat we over deze personen kunnen vertellen. Wat doen ze in het verhaal? Wat hebben ze bij zich in het verhaal? Help kinderen hierbij op weg: bijv. de bruidegom, wat weet je verder over hem? Dat hij lang wegblijft, dat hij uiteindelijk wel komt en naar binnen gaat voor de bruiloft. Hij is het ook die in vers 12 zegt: ik ken u niet. De meisjes: er zijn vijf dwaze en vijf wijze meisjes. Ze vallen allemaal in slaap, ze hebben allemaal een lampje mee genomen. De wijze meisjes hebben nog extra olie meegenomen. Zij gaan mee naar binnen. Enz.
– Nu je heel goed weet wie er in het verhaal voorkomen én ook wat ze wel of niet doen, mag jij aan al deze mensen een vraag stellen. Stel je even voor dat je journalist bent en je bent heel erg nieuwsgierig. Welke vraag zou jij willen stellen?
– Als de vragen opgeschreven zijn, is het leuk als kinderen elkaar hun vraag voorleggen en hier samen een antwoord op verzinnen. Maak hiervoor tweetallen of kleine groepjes. De antwoorden mogen ook opgeschreven worden.
Slot: Wat wil Jezus ons nu leren met deze gelijkenis? Met dit verhaal? Dit kun je vooral merken aan wat Hij zegt in vers 13. Lees dit vers eventueel nog een keertje. We weten niet wanneer Jezus terugkomt, maar wél dat Hij terug komt. Hij vraagt ons waakzaam te zijn, dus goed op te letten. Hij vraagt ons om ons voor te bereiden. Dat kan door bezig te blijven met je geloof. Hoe kun je dat doen?
In beweging 1
Licht-pot
Nodig: Het werkboek. Naast of in plaats van de opdracht in het werkboek, kan deze opdracht ook ‘in het echt’ uitgevoerd worden. Zorg dan voor: kleine kaartjes, pennen, een leuke glazen pot en lichtjes (bv. nep-waxinelampjes). Schrijf op de pot een leuke bijpassende kreet.
Gesprek: Jezus roept ons op om wijs te zijn én ons voor te bereiden op de komst van Hem. Maar, hoe doe je dat nu? Door bezig te blijven met het geloof, blijf je actief en zorg je ervoor dat je voorbereid bent. Hoe kun je bezig blijven met je geloof? Waar denk jij dan aan? Laat een aantal kinderen aan het woord. Help ze eventueel op weg met een voorbeeld.
Werkboek: Kinderen schrijven in de kaartjes hun idee. Steeds als er één kaartje is geschreven, mag er ook één lichtje in de pot gekleurd worden. Laat zoveel mogelijk lampjes branden.
Werkwijze ‘echte licht-pot’: Maak kleine groepjes en ga aan de slag om zoveel mogelijk ideeën op te schrijven. Schrijf elk idee op één kaartje. Geef de groep om te beginnen vijf lege kaartjes. Ze kunnen altijd kaartjes bijhalen.
Als de kaartjes geschreven zijn, mogen de kinderen één voor één de kaartjes in de pot komen doen. Ze lezen voor wat erop staat en stoppen het vervolgens in de pot. Er komt steeds meer ‘licht’ in de pot! Om dit beeldend te maken, kun je ook hier samen met één kaartje steeds één brandend waxinelampje in de pot stoppen. Er komt steeds meer licht in de pot.
We hebben nu een pot vol met ideeën om actief bezig te blijven met ons geloof. Deze pot laten we staan in onze ruimte en we halen er de komende tijd steeds ééntje uit. Dan worden we bij elke bijeenkomst aan de les van Jezus herinnert.
In beweging 2
Spellen ‘Glow in the dark’
Nodig: Glow in the dark sticks en de materialen die onder werkwijze staan.
Werkwijze: Speel één of meerdere korte spellen met glow in the dark sticks. Leuk als afsluiter van dit programma.
Spel 1: Maak een bowlingbaan. Vul lege flessen met een laagje zand en stop een aantal glow in the dark sticks erin. Rol met de bal zoveel mogelijk flessen om. Leuk om in het donker te spelen.
Spel 2: Geef de kinderen een aantal sticks en laat ze hiermee iets uitbeelden: een vorm, een letter, enz. Kunnen de andere raden wat het is?
Spel 3: Teken vooraf op groot papier een boter, kaas en eierenveld. Of teken dit met stoepkrijt buiten. Maak rondjes en kruisjes van de sticks en speel het spel.
Spel 4: Zet een kleine speurtocht uit, waarbij de kinderen hun eigen kleur sticks moeten vinden. Groep rood zoekt de rode sticks, enz. Of maak pijlen van de sticks die een andere groep moet gaan volgen.
Tip: Groepjes maken kan ook met de sticks (groep rood, blauw, enz.) Geef de kinderen na afloop van de bijeenkomst een stick mee naar huis.
In beweging 3
Quiz: Hoelang brandt jouw licht?
Nodig: Quizvragen, voor elke groep tien nep-waxinelichtjes.
Werkwijze: Maak groepjes van vier kinderen. Geef elke groep tien lichtjes. Laat ze alle lichtjes op een rijtje zetten en ook aan doen. Er branden nu tien lampjes. Hoeveel kun jij er laten branden?
Stel de vragen. De kinderen schrijven hun antwoord op. Kijk de antwoorden na. Bij elk fout antwoord, moet je één lichtje uitdoen. Welke groep heeft na de tien vragen nog alle lampjes aan?
Voorbeelden van quizvragen over bruiloften:
– Met wie was Abraham getrouwd? (Sarai)
– Wat was het eerste wonder dat Jezus deed? Dat was ook op een bruiloft. (Kana: Jezus verandert water in wijn)
– Hoeveel meisjes wachten er op de bruidegom? (tien)
– Wie was de man van Elisabeth: Jozef, Zacharias of Jakob. (Zacharias)
– In welk bijbelboek wordt gesproken over ‘de bruiloft van het lam’: in Daniël, Lucas, of Openbaring? (Openbaring)
– Wie werkte er zeven jaar voor zijn schoonvader om te kunnen trouwen met zijn grote liefde: Abraham, Isaak, of Jakob? (Jakob)
– Wat waren de vijf dwaze meisjes vergeten? (olie)
– Waar of niet waar: Boaz was getrouwd met Ruth, en Mozes met Sippora. (waar)
– Wat zei de bruidegom toen vijf dwaze meisjes op de deur klopten? (Ik ken jullie niet)
– Wat wil Jezus met dit verhaal de mensen duidelijk maken/leren? (Wees waakzaam, blijf bezig, verwacht de komst van de Bruidegom… enz. Altijd goed!)
Gebed
Waar heb jij hulp bij nodig om met jouw geloof bezig te zijn? Om wijs te zijn, zoals de wijze meisjes waar Jezus over vertelde in dit bijbelgedeelte. Wat maakt jou wijs?!
Laat even een paar kinderen reageren of geef een minuutje de tijd om hierover na te denken en dingen op te schrijven in het werkboek.
Bid samen of God jullie met Zijn Geest hierbij wil helpen.
Dank Hem voor de waarschuwing en voor Zijn hulp om ook in jouw leven het licht te laten branden, om te blijven geloven in Hem.