Tijdbad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad.

Beginsituatie

Anderen kijken naar jou. Daar kun je niet omheen. Ze zien aan de dingen die jij zegt en doet, wat jij belangrijk vindt. Of, wat je juist niet belangrijk vindt. Door hoe jij je gedraagt vormen anderen zich een beeld van jou. Ze leren jou kennen. Dit vind jij belangrijk en dat niet. Of: hier word je vrolijk van en dat maakt jou boos. Kinderen zullen deze ‘beeldvorming’ zeker herkennen. Zelf kijken ze ook op die manier naar de mensen om hen heen. Door goed te kijken naar die ander, leer je dus die ander beter kennen. Zo ben jij eigenlijk een soort ‘brief’, die anderen mensen ‘lezen’. De inhoud van een brief kan heel verschillend zijn. Kinderen weten dit, doordat ze zelf wel eens een brief geschreven of gekregen hebben of door de opdrachten die ze krijgen in de taallessen op school. In een sollicitatiebrief schrijf je waarom jij vindt dat jij geschikt bent voor die baan. In een brief naar je vriend(in) schrijf je hoe het met je gaat en wat je allemaal beleefd hebt. Kinderen schrijven ook kleine briefjes aan elkaar. Bijvoorbeeld: ‘Kun je spelen’ of ‘Sorry, dat ik dat gedaan heb’. Dat je een brief van Jezus kunt zijn, moet je de kinderen uitleggen. Andere mensen kunnen aan jou zien dat je bij Jezus hoort. Je bent dan een brief van Jezus. Die ‘gelezen’ kan worden door de mensen om jou heen. Die brief hoef je niet zelf te schrijven, dat doet Jezus Zelf voor jou. Hij doet dat door zijn Geest. Deze woorden klinken heel mooi en kinderen zullen dit ook van je aannemen. Maar, het is goed om hier ook ‘handen en voeten’ aan te geven. Anders bestaat de kans dat de inhoud aan de kinderen voorbij gaat.

Persoonlijke voorbereiding

2 Korinthe 3:1-6

– Lees het Bijbelgedeelte door.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding.

Aanbevelingsbrieven

Waarom begint Paulus in dit Bijbelgedeelte over ‘aanbevelingsbrieven’? Paulus is een apostel van Jezus en heeft contact met de gemeente in Korinthe. Nu zijn er in deze gemeente valse leraren aan ‘het werk’, die geld proberen te verdienen door te claimen dat zij de waarheid spreken. Hierover staat in vers 17 van hoofdstuk 2 ‘die handeldrijven met het Woord van God’. Natuurlijk geeft dit een negatief geluid over verkondigers van het Woord van God. Het lijkt erop dat er mensen zijn die ook aan de geloofwaardigheid van Paulus als apostel twijfelen. Paulus wijst de mensen erop dat hij nooit een rekening gepresenteerd heeft of van iemands vrijgevigheid in Korinthe heeft geprofiteerd (zie hoofdstuk 11:7-12). Aanbevelingsbrieven worden gebruikt om de geloofwaardigheid van de leraar (apostel) extra te benadrukken. In deze brieven getuigen andere gemeenten dat deze leraar een waar geloof en een goed karakter heeft.

Samen een brief zijn

Paulus zegt tegen de gemeente in Korinthe dat zij zijn aanbevelingsbrief zijn. Er is geen gelikt verhaal nodig over zijn optreden. Aan de gemeenteleden in Korinthe kan je aflezen dat Paulus de waarheid spreekt. Niet omdat zij zulke geweldige getuigen zijn. Maar hun bestaan als gemeente is het bewijs dat de heilige Geest aan het werk is. God verandert mensen, Hij neemt initiatief, zelfs in een lastige gemeente zoals Korinthe. Met veel invloeden van ‘buitenaf’ en veel onenigheid door o.a. ‘valse leraren’. De gelovigen bij elkaar als de gemeente van Christus laat zien Wie Jezus is. De gemeente zelf is een ‘brief’ die door haar omgeving ‘gelezen’ wordt! Maar, hoe kunnen we dan als gemeente een leesbare brief zijn? In de brief van Paulus worden twee concrete voorbeelden gegeven. In 2 Korinthe 7 gaat het over rein leven in een onreine omgeving en in 2 Korinthe 9 gaat het over barmhartigheid en gul geven. Dit laatste doet de gemeente in Korinthe door te collecteren voor de kerk in Jeruzalem. Zo laten zij aan anderen zien dat het Evangelie waar is.

Jezus als auteur, leesbaar door de Geest

In vers 2 lezen we dat deze brief ‘geschreven is in onze harten’. Toch is hij zichtbaar en leesbaar voor alle mensen. Met andere woorden: wat Gods Geest met ons doet, begint van binnen, maar komt zeker ook naar buiten. De gemeente is een brief geschreven door Christus zelf (vers 3), door Paulus opgesteld. Jezus is de auteur, de schrijver, van de brief. Paulus mag de woorden van Jezus doorgeven. De heilige Geest zorgt ervoor dat het in je hart ‘geschreven’ wordt. Geen brief die met inkt geschreven wordt of in stenen platen gegrift (zoals bij Mozes), maar deze brief wordt in je hart geschreven.

Gods werk

De lat ligt hoog. Hoe kunnen we als gemeente dit waarmaken? Dat wij een goed leesbare brief van Christus zijn? Vaak lukt ons dit niet. We willen wel het goede laten zien, maar in de praktijk is dit nog heel lastig. In dit gedeelte lezen we ook dat we het uiteindelijk niet alleen hoeven te doen. In vers 4 en 5 spreekt Paulus over vertrouwen en bekwaamheid. Paulus vertrouwt niet op zichzelf, maar op God! God maakt hem door Christus bekwaam om het Evangelie in Korinthe te verkondigen. We worden ‘bekwaam’ gemaakt. God geeft ons de competenties om ons hierin te ontwikkelen. Zodat er een ‘leesbare gemeente/brief’ is ontstaan. Het hangt dus uiteindelijk niet van ons af. Het is Gods werk!

Het oude en nieuwe verbond

In dit Bijbelgedeelte spreekt Paulus ook over het oude en nieuwe verbond. Het nieuwe verbond is dat God ons zijn Geest geeft, die ons leven van binnenuit vernieuwt. In het oude verbond, met de wet, lopen wij stuk op de zonde en worden wij ter dood veroordeelt. Maar de Geest schenkt ons de mogelijkheid om op een nieuwe manier te leven door Gods kracht. In de rest van het hoofdstuk legt Paulus uit dat de heerlijkheid van het nieuwe verbond (in Christus) daarom nog veel groter is dan de heerlijkheid van het oude verbond.

Doelstelling

Weten: Kinderen horen dat de gelovigen in de gemeente samen een brief zijn. Een brief van Jezus, die door anderen gelezen wordt en waarmee zij laten zien Wie Jezus is.

Ervaren: Kinderen beseffen dat zij zelf ook zo’n brief mogen zijn en dat anderen naar hen kijken.

Doen: Kinderen oefenen in het zijn van ‘een brief van Jezus’ door op te schrijven en/of te vertellen waarom Jezus voor hen belangrijk is.

Lied

Zing met elkaar het lied ‘Laat zo je licht maar schijnen’ uit de liedbundel ‘Op Toonhoogte’. Laat jonge kinderen in het lied een aantal kernwoorden onderstrepen: licht, schijnen, doet, God is goed, liefde. Als je nu in één zin moet vertellen waar dit lied overgaat, wat zou jij dan zeggen? De mensen om jou heen kunnen aan jou zien, dat God goed is. Daar gaat het vandaag over.

Andere liederen:

Psalm

Heer, uw licht en uw liefde schijnen (379)

Juicht, doe allemaal mee (536)

Maak een vrolijk geluid (540)

Vertel het aan de mensen (553)

Gebed

Dank God ervoor dat Hij ons de Bijbel heeft gegeven. De Bijbel is Gods brief aan ons. Door de Bijbel weten wij Wie Jezus is en wat Hij voor ons gedaan heeft. Vraag God om Zijn hulp en kracht om aan anderen te latenzien Wie Jezus is.

Verhalen delen: Gesprek over een brief

Nodig: Zoek van tevoren een aantal verschillende ‘soorten’ brieven op (of schrijf ze even zelf). Een stuk of drie/vier is genoeg. Bijvoorbeeld: een brief met uitleg over een actie of een goed doel, een brief van een sponsorkind, een brief van een vriend/vriendin, een sollicitatiebrief, een uitnodiging voor een feest, enz. Zorg er ook voor dat je een Bijbel bij de hand hebt.

Gesprek: Kijk eens wat ik meegenomen heb? Laat de brieven zien en leg ze neer in de kring. Wat zijn dit? Precies, allemaal brieven. Denk je dat het allemaal dezelfde brieven zijn? Zullen we eens lezen waar deze brieven over gaan? Laat één kind een brief uitkiezen en openmaken. Als het kind kan lezen, mag hij de brief voorlezen. Anders lees je de brief zelf voor. Vraag kort of de kinderen kunnen vertellen waar de brief over ging? Dit doe je ook met de andere brieven. Probeer in het gesprek goed naar voren te laten komen dat de inhoud van de brieven verschillend zijn. Als je een brief naar je vriend(in) schrijft, schrijf je hele andere dingen op dan in een brief waarin je solliciteert daar een baan. Stel je voor dat jij een brief schrijft naar een goede vriend(in). Wat zou jij er dan inzetten? Laat een aantal kinderen hierover vertellen. Maak de overstap naar het Bijbelgedeelte als volgt: Door een brief te schrijven, leest jou vriend(in) wat je gedaan hebt, wat je leuk vond om te doen, maar ook waar je misschien wel van baalt. Met zo’n brief, laat jij dus zien wie jij bent! Door een brief te lezen (die vriend van je), leer je dus de schrijver kennen (dat ben jij)! Nu heb ik nóg een hele belangrijke brief bij mij. Als wij die lezen, leren we de Schrijver ook kennen! Pak nu de Bijbel en laat deze zien aan de kinderen. Dit is eigenlijk ook een brief. Een hele dikke. Weet jij Wie de schrijver is van deze brief? We gaan een stukje van de apostel Paulus lezen uit de Bijbel. Hij heeft het ook over een brief. Ga door met de opdracht onder ‘Bijbel’.

Een brief uit de Bijbel

Pak het werkboek erbij en lees samen het Bijbelgedeelte uit 2 Korinthe 3:1-6. Kies eventueel voor een eenvoudige vertaling. Laat de kinderen, als ze kunnen lezen, meelezen! Vertel van tevoren dat we een stukje uit een brief gaan lezen. Deze brief is geschreven door Paulus. Paulus was een apostel (leraar) van Jezus. Dat wil zeggen dat hij de mensen over Jezus vertelde en over Gods Koninkrijk. We gaan de brief samen lezen. Na het lezen maak je samen de opdrachten die in het werkboek staan. Bij de eerste opdracht bespreek je samen de plaatjes die hier staan. Wat heeft elk plaatje nu met het geloof in God en Jezus te maken? Hiermee maak je voor de kinderen heel concreet hoe je een ‘leesbare brief’ kunt zijn voor anderen. Eventueel kun je de kinderen vertellen dat de gemeente in Korinthe ook collecteerde voor andere kerken, die het veel minder hadden. Bij opdracht twee komt het dichterbij wie jezelf bent. Hoe kunnen anderen nu aan jou zien dat je van Jezus houdt? Dat je bij Hem wil horen? De plaatjes bij opdracht één kunnen zeker als voorbeeld fungeren. Probeer het vooral concreet en klein te houden. Ze zien dat jij nooit mee doet met schelden, ze merken dat jij bidt voor het eten, ze zien dat jij vriendelijk bent tegen iedereen, je durft gewoon te praten over je geloof, enz. Een hart staat voor liefde. Je doet dit dus uit liefde voor Jezus. En dat wordt door anderen gezien en opgemerkt. Bij opdracht drie mogen ze zelf een klein briefje schrijven waarin ze vertellen waarom ze in Jezus geloven. Help de kinderen, die nog niet zo goed kunnen schrijven, hiermee. Deze brief laat je nu aan anderen lezen.

In beweging: Bezorg een brief

Bezorg een brief

Nodig: Zorg voor gekleurd papier, stiften en/of stempelkussens en materiaal om te stempelen. Eventueel kun je het Bijbelgedeelte uit 2 Korinthe 3:1-6 voor elk kind uitprinten/kopiëren. Extra mooi worden de brieven als je deze tekst in een mooie, sierlijke letter uitprint.

Werkwijze: Zet de kinderen eerst aan de slag om briefpapier te maken. Dit kan door de rand van het papier te versieren met stift (plakkers/glitters e.d.), maar ook door een mooie rand te stempelen met bijvoorbeeld een stempelkussen en kurken of wattenstaafjes. Als het briefpapier klaar is, laat je het even drogen. Hierna gaan de kinderen aan de slag met de tekst van de brief. In het werkboek wordt aangegeven dat de kinderen vers 3 gaan overschrijven in deze brief, maar je kunt ook (zeker oudere kinderen) andere opdrachten geven (afhankelijk van leeftijd): – Schrijf in de brief waarom je van Jezus houdt en in Hem gelooft. De opdracht in het werkboek (bij Bijbel) kan als voorbeeld dienen.

– Schrijf het Bijbelgedeelte uit 2 Korinthe 3:1-6 over in hele mooie (sier)letters (of alleen vers 3).

– Plak een uitgeprinte versie van het Bijbelgedeelte op in de brief. Schrijf erbij wat jij hier mooi aan vindt.

Zet je naam op deze brief en stop deze in een envelop. Schrijf op de envelop de naam aan wie jij de brief wilt geven. Dat kan aan je vriend, klasgenoot, je vader, je moeder of je oma zijn. Maar, je kunt ook opdracht geven om deze brieven uit te

delen aan de gemeenteleden. Schrijf dan op de envelop: Aan de gemeente van … (plaatsnaam). Eventueel kun je, na afloop van de kerkdienst, de brieven op het kerkplein uitdelen. Extra mooi is het dan als de kinderen bij het uitdelen ook vertellen waarom ze dit doen. Laat ze iets vertellen over wat ze van Paulus en zijn brief geleerd hebben. Misschien wil de predikant hier ook wel kort aandacht aan geven tijdens de dienst.

Gebed

Eindig de bijeenkomst met gebed. Vraag aan de kinderen gebedspunten. Denk even terug aan de brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe. Wat vonden ze mooi? Wat moeilijk? De gemeente in Korinthe laat zien aan anderen dat zij Jezus willen volgen. Gelukkig hoeven ze dit niet zelf te doen, maar God en zijn Geest helpt hen hierbij. Zo mogen wij ook vragen om Gods hulp en kracht om een ‘brief’ te zijn. Zodat iedereen aan ons kan zien, dat wij van Jezus houden.