Gesprek 5: Dienen en delen
Introductie
Doelstelling
De deelnemers gaan inzien dat de diaconale opdracht van de gemeente niet een vrijblijvend extra is, maar zelfs door Christus zelf verbonden wordt aan het laatste oordeel.
Weten: “Diaconale barmhartigheid telt dus wel terdege mee, op het moment dat ons leven, onze levenswandel gewogen wordt.” (dr. Noordegraaf)
Ervaren: Dat het dienen van onze naaste in nood echt wat kost, maar ook heel veel geeft.
Doen: Een concrete stap zetten om iemand in onze omgeving barmhartigheid te tonen door hulp, aandacht of meeleven.
Lied
Zing het lied ‘Toen ik naar mijn naaste zocht’ (OTH 376) met elkaar (of één van de andere liederen of een zelfgekozen lied).
Gebed
Dank God dat Hij jullie hier bij elkaar gebracht heeft en noem een aantal concrete dank- en gebedspunten. Bid tenslotte om Gods aanwezigheid bij deze bijeenkomst en zijn leiding in dit gesprek.
Bijbelstudie
Lees de tekst van de introductie of geef zelf woorden aan de intentie ervan, zodat voor iedereen duidelijk is dat het in dit gesprek gaat om iets dat Jezus kort voor zijn lijden, sterven en opstanding naar voren brengt. Een heftig onderwerp, namelijk het oordeel. Dit blijkt verbonden aan onze zoektocht naar barmhartigheid en gerechtigheid voor de minsten van de samenleving.
Mattheus 25:31-46
Laat het gedeelte door iemand uit de groep lezen en vraag de anderen actief mee te lezen door gespreksvraag 1 alvast te benoemen:
Gespreksvraag 1
Welke ‘werken van barmhartigheid’ noemt Jezus in dit Bijbelgedeelte? Kan je een aantal hedendaagse aanvullingen bedenken?
Deze vraag ligt dichtbij de voorafgaande ‘verhalen delen’ opdracht. Als jullie die uitgebreid gedaan hebben, kan je hier volstaan met ze nog één keer te noemen. Zo niet, wanneer jullie dat onderdeel bijvoorbeeld overgeslagen hebben, bedenk dan dat deze gespreksvraag is bedoeld om als groep even dieper in het Bijbelgedeelte te duiken en te kijken wat er staat. Geef mensen de ruimte om eerst voor zichzelf na te denken. Laat een paar mensen een antwoord noemen en dat toelichten. Het is niet nodig om nu alle vragen naar aanleiding van de tekst te beantwoorden of dingen uit te leggen. De meeste zaken komen waarschijnlijk later in deze studie nog een keer boven. ‘Parkeer’ vragen daarom even. Probeer deze wel te onthouden of schrijf ze even op en controleer aan het einde van de avond of er geen vragen meer openstaan.
Lees de toelichtende tekst over ‘oordeel’, ‘ernst’ en ‘gezegenden’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 2*
In onze traditie is er veel aandacht voor ons persoonlijk heil. Het lijkt erop in dit Bijbelgedeelte dat dat heil gekoppeld is aan ons dienen en delen. Wat vind je van de stelling van Dr. Noordegraaf: Diaconale barmhartigheid telt dus wel terdege mee, op het moment dat ons leven, onze levenswandel gewogen wordt.
Dezelfde theoloog Dr. A. Noordegraaf zei ‘Reformatorische christenen zijn vaak sterk betrokken op de twee polen Woord en geloof. Sola fide, alleen door geloof. Dat is stellig waar, maar levend geloof is vruchtbaar in de liefde.’ Ergens anders zegt hij: ‘Wij worden in onze protestantse kring uit onze comfortzone gehaald. Diaconale barmhartigheid telt dus wel terdege mee op het moment dat ons leven, onze levenswandel gewogen wordt. Je kunt je er niet gemakkelijk van afmaken door weg te kruipen achter woorden als: het komt alleen op geloof aan. Echt geloof draagt ook vrucht.’ We moeten dus uit onze protestante comfortzone komen.
Lees de toelichtende tekst over ‘gerechtigheid’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 3*
Wie zijn de ‘geringste broeders’ waar Jezus het in vers 40 over heeft?
Hier zijn veel verschillende meningen over. Je zou dit kunnen vatten in een beeld van meerdere cirkels: eerst medechristenen, maar daaromheen een grote kring van alle armen en mensen in nood, en uiteindelijk iedereen. Niemand valt daarbuiten.
Lees de toelichtende tekst over ‘geen excuus’ in het werkboek of geef met eigen woorden enige toelichting.
Gespreksvraag 4
Breng met elkaar in kaart welk soort diaconaal werk er binnen en vanuit jullie gemeente gebeurt. Zijn er misschien blinde vlekken, groepen in nood die wel bereikbaar zijn voor de gemeente, maar nu niet gediend worden?
Dit hoeft geen volledig plaatje op te leveren, misschien hebben jullie geen zicht op alles wat er gebeurt. Probeer een aantal dingen te noemen die zowel formeel vanuit diaconie ondernomen worden als individuele initiatieven vanuit de gemeente. Welke ‘doelgroep’ ontbreekt er in jullie plaatje?
Dienen en delen
Dit is opnieuw een doe-opdracht. Peil of er energie en animo voor is. Misschien zijn sommigen nog bezig met de in beweging-opdracht van vorige keer waarbij ze aangemoedigd werden om mensen thuis te ontvangen voor een maaltijd. Geef daar dan alle ruimte voor om daar verder mee aan de slag te gaan. De voorbeelden die in het werkboek genoemd worden kunnen dan als inspiratie voor eventuele toekomstige activiteiten beschouwd worden. Als er enthousiasme is om met elkaar een project aan te pakken, werk dan zeker een plan uit. Zulke diaconale projecten samen doen is behalve nuttig voor de naaste ook een goede vorm van teambuilding.
Gebed
Dank God voor zijn grote genade en het vermogen om daarvan door te geven. Bid om open ogen, oren en harten om opmerkzaam te zijn voor de nood binnen en buiten de gemeente en zoeken naar gerechtigheid. Vraag een zegen over de handen van de gemeente die mensen in nood in liefde, zorg en waar nodig materieel tegemoet komen.