Tijdpad

Als je dit programma gebruikt op de kindernevendienst, zul je een keuze moeten maken uit de verschillende programmaonderdelen. Maak voor jezelf van tevoren een tijdpad. Kies voor jonge kinderen voor de Introductie en het Bijbelverhaal. Kies voor de oudere kinderen voor de Introductie en het onderdeel Bijbel.

Beginsituatie

Een plek waar je welkom bent, is vooral een plek waar je jezelf mag zijn. Het is een plek waar je gewaardeerd wordt en waar je je fijn voelt. De meeste kinderen zullen het gezin waar zij uitkomen als zo’n plek ervaren. Maar houd er ook rekening mee dat er in jouw groep kinderen kunnen zijn die hun ‘thuis’ niet als een fijne, veilige plek ervaren. Naast het gezin kan ook de school, de club of de vriendengroep zo’n plek zijn waar kinderen zich thuis/welkom voelen.

Kinderen voelen het vaak haarscherp aan als ze ergens niet welkom zijn. Dat kan een verdrietig en eenzaam gevoel geven. Kinderen spelen ook zelf een rol in het wel/niet gastvrij zijn naar anderen, bijv. als zijzelf anderen buitensluiten en/of het gevoel geven er niet bij te horen. Het woord ‘gastvrij’ zegt kinderen waarschijnlijk niet veel. Ze zullen wellicht denken dat er visite komt. Maar gastvrijheid is veel meer dan dat. Het is een basishouding van openheid ten opzichte van andere mensen: je huis en je hart staan open, je wilt je gasten verwennen. Deze openheid hebben kinderen vaak al uit zichzelf. Ze kunnen spontaan vragen of mensen bij hen blijven eten of komen logeren. Volwassenen hebben soms de neiging om deze spontane gastvrijheid af te remmen vanwege allerlei praktische bezwaren. Bij gastvrijheid kun je ook denken aan de manier hoe wij asielzoekers en/of vluchtelingen verwelkomen in ons dorp of in onze stad. Ervaringen rondom gastvrijheid zullen per kind erg verschillen. Dit heeft sterk te maken met de opvoeding thuis en met de leefwereld van de kinderen. Gastvrijheid is ook een Bijbelse opdracht. Niet elk kind zal dit zo zien, het is dus belangrijk om kinderen uit te leggen waarom God gastvrijheid zo belangrijk vindt.

Persoonlijke voorbereiding

Genesis 18:1-8

– Lees ter voorbereiding hoofdstuk 18 in z’n geheel door. Concentreer je daarna op de verzen 1 t/m 8 en lees de achtergrondinformatie door.

– Gebruik onderstaande punten voor je eigen voorbereiding. Denk na over gastvrijheid aan de hand van de verschillende ‘principes van gastvrijheid’.

 

Context

Genesis 18:1-8 laat op een bijzondere manier zien hoe iemand die in afhankelijkheid van God leeft, gastvrij is. Uiteraard gebeurt er in dit gedeelte iets heel bijzonders (God zelf is te gast) en staat het helemaal in de context van Gods reddingsplan met deze wereld, maar tegelijk laat Abraham ons principes van gastvrijheid zien die wij ter harte kunnen nemen en waarvan wij kunnen leren.

 

Principes van gastvrijheid

 

Houd de deur open, dan kun je zien

Abraham zit in de ingang van zijn tent. Het is het heetst van de dag. Dan zou je toch denken dat hij zich terugtrekt in de tent? Abraham doet dit niet. Hij blijft zitten op de grens van buiten en binnen. Hij houdt de deur open! En blijft zich zo, zelfs op het heetst van de dag, beschikbaar stellen voor iedereen die voorbij komt. Hij kan bij wijze van spreken de drie mannen in de verte al zien aankomen. Als je rust neemt en je beschikbaar stelt, dan zie je ook wat er om je heen gebeurt! Meteen in vers 1 wordt de identiteit van de gasten onthuld. De Heere neemt initiatief om Abraham op te zoeken. We weten niet of Abraham dit meteen doorheeft, maar het lijkt er wel op. Het is alsof Abraham vermoedt dat hier meer speelt. Zo houdt hij ook zijn ogen open voor Gods weg en Zijn plannen. Mamre was een stamhoofd van één van de Kanaänitische volken. op deze plek vestigde Abraham zich en hier bouwt hij een altaar voor God. Mamre betekent ‘Die wordt gezien’. Een toepasselijke naam bij deze geschiedenis. Gastvrijheid begint met ‘zien’.

 

Zien én handelen

In vers 2 staat ‘Hij sloeg zijn ogen op, en keek’ en ‘toen hij hen zag’. Het begint dus met zien. Daarna valt het op dat Abraham geen afwachtende houding aanneemt, zo van: komen die mensen wel voor mij? Of: even wachten wat ze willen. Nee, we lezen: Abraham ‘zag’ en ‘liep hun snel tegemoet’. Gastvrijheid bestaat alleen bij actieve benadering, anders wordt het al snel een verplichting. Dan krijg je zoiets als: ‘Ik wil eigenlijk niet, maar ik moet wel opendoen omdat ze voor de deur staan’.

 

Abraham stapt uit zijn eigen veilige setting en komt daarmee op gelijk niveau met de gast, op neutraal terrein, wel in de brandende zon trouwens. We lezen in vers 2 ook dat hij zich buigt voor zijn gasten. Hier zit iets van nederigheid in, iets van de ander hoger stellen dan jezelf, niet pronken met jezelf en ‘wat je wel niet hebt en kunt’. Een mooi beeld ook met het oog op gastvrijheid.

 

Geef de gast-vrijheid

Een gast is niet een toevallige voorbijganger. Degene die komt, heeft altijd betekenis voor jouw leven. Geen enkele ontmoeting is neutraal. Mensen komen en gaan, maar zijn geen verzameling van knikkers in een zak. Het biedt allerlei kansen om de ander nabij te zijn. Er is een God die mensenlevens leidt en elkaar laat kruisen op hun levensweg. Je geeft een gast ook vrijheid; hij hoeft zich niet aan jou te binden. Bij gastvrijheid claim je geen mensen, je mag voor even voorbijganger zijn. De gast mag tijd nemen om jou te beoordelen: zouden jullie het fijn vinden om bij mij een kop thee te nuttigen? Het hoeft niet, maar ik zou het fijn vinden. Er ligt uiteindelijk nog een beslissing bij de gast. Hij heeft het laatste woord. Gast-vrijheid.

Een gast ontvangen vraagt durf om te dienen: complete beschikbaarheid, jezelf ondergeschikt maken. Dit zien we terug in vers 3 waar Abraham vraagt of de mannen wíllen blijven en ook in vers 5 waar Abraham zijn gasten vrij laat om te gaan als zij wíllen gaan.

 

Wat is praktisch nodig?

In de verzen 4 en 5 lezen we hoe Abraham zijn gastvrijheid vertaalt in praktische zaken. Het gaat erom wat die ander nodig heeft. Het klinkt in vers 4 nog wat ‘zuinig/bescheiden’: een weinig water, een stukje brood, maar uiteindelijk legt hij ze helemaal in de watten. Hij geeft het maximale. Hij nodigt zijn gasten echt uit om even op adem te komen en het zich gemakkelijk te maken. In vers 5 staat dat Abraham brood aanbiedt, niet alleen als maagvulling, maar ook om nieuwe energie op te doen ‘zodat u op krachten kunt komen en verder kan gaan’. De gasten pakken de gastvrijheid van Abraham ook aan. Ze laten het gebeuren, ze laten de gastheer ook praktisch voor zich zorgen.

 

Inschakelen van anderen

Abraham schakelt heel zijn huishouden in. Tijd voor gastvrijheid: dan loop je soms ook je benen uit je lijf voor de ander, terwijl de ander met zijn voeten zit te badderen, benen gestrekt. De gast merkt dus niet wat er achter de schermen uit de kast wordt gehaald. Oud brood is niet goed genoeg, het worden verse koeken (3 maten is gelijk aan 39 liter). Abraham doet meer dan gewoon of wenselijk is of zelfs verwacht wordt; hij spreekt een deel van zijn eigen vermogen aan. Het beste van het beste is niet goed genoeg. Verder gebeurt alles met haast, iedereen wordt opgetrommeld. Ieders capaciteit, bezit en tijd wordt ingezet.

 

Gedraag je als gastheer

Abraham gedraagt zich ook werkelijk als gastheer; je maakt het af door zelf te serveren. Je staat erbij, je hebt het allemaal wel geregeld, het is aan jou te danken, maar toch neem je geen centrale positie in. Hij blijft wel in de buurt voor als de gasten nog iets zouden wensen. Hij laat het initiatief van het gesprek bij de gasten; hij vraagt niet wat hebben jullie vandaag allemaal gedaan? Abraham geeft de gasten de ruimte om tot hun punt te komen.

Doelstelling

Weten: Kinderen horen op welke manier Abraham zich gastvrij opstelt als er vreemdelingen op zijn pad komen.

Ervaren: Kinderen ervaren hoe het is om gastvrij ontvangen te worden en zich ergens welkom/thuis te voelen.

Doen: Kinderen denken na over de manieren hoe zijn gastvrij kunnen zijn in hun eigen omgeving.

Lied

Ga bij de deur staan en heet alle kinderen één voor één welkom. Vertel dat je blij bent om ze weer te zien en dat je jezelf een echte gastheer/vrouw voelde, zo bij de deur. En jullie zijn dan de gasten waar ik voor mag zorgen. ‘Gezellig en wees welkom!’. Start daarna met het zingen van het lied ‘Here, maak mij uw wegen bekend’ (OTH 505). Wij zijn hier om samen te ontdekken wat God van ons vraagt. Daarom zongen we ook: ‘Laat ons zien wat U wilt door uw Woord en door uw Geest.’

Je kunt ook een mooi welkomlied zingen of laten horen bij binnenkomst. Denk bijvoorbeeld aan ‘Welkom, welkom’ van Marcel &Lydia Zimmer.

Andere liederen:

Psalm 119:53

Ik heb een plekje voor Jezus (OTH 516)

Ik volg de Heer (OTH 519)

Gebed

Dank God dat wij altijd welkom zijn bij Hem. En dat wij ook op onze eigen manier gastvrij mogen zijn. Zodat iedereen zich welkom voelt. Bid voor gastvrijheid onderling in de groep en in de gemeente. Bid of God wil helpen om écht gastvrij te zijn.

Verhalen delen

Terugblik Gesprek 3

Kijk kort met de kinderen terug naar de opdracht bij ‘In beweging’ bij Gesprek 3.

Hebben ze nog een Dorkas ontmoet? Hoe ging dit gesprek? Wat vond je bijzonder? Wat wil je onthouden?

 

Hoe gastvrij ben jij?

Met deze werkvorm ervaren de kinderen wat gastvrijheid is.

 

Werkwijze: Verdeel de groep in drie groepen. Geef elke groep een eigen plek in de ruimte. Vertel dat jullie groepje al jaren dikke vrienden met elkaar is en dat jullie vandaag bij elkaar zijn gekomen om eens lekker bij te kletsen en gezellig samen een film te kijken. Jullie zitten net heerlijk op de bank, met chips en cola, en dan opeens staat er iemand voor de deur. Iemand die jullie niet hadden uitgenodigd, die ook helemaal niet wist dat jullie vandaag bij elkaar zouden komen… Maar, natuurlijk is deze onverwachte gast ook welkom bij jullie groep. Hoe laten jullie dat merken? Geef de groepen 5 minuten de tijd om zich op de komst van deze gast voor te bereiden. Leef je samen in hoe je een gastvrije ontvangst kunt geven aan die onverwachte bezoeker. Verdeel ook de rollen in de groep.

Na 5 minuten komt de onverwachte gast (één van de leiding) binnen en belt aan bij groep 1. De andere groepen kijken mee hoe de groep deze gast ontvangt. Hierna gaat de gast naar groep 2 en daarna naar groep 3.

 

Gesprek: Bespreek met elkaar hoe het was om de gast te ontvangen. Hoe vonden de anderen groepen het gaan? Wat vond je leuk? Wat zou beter kunnen? Denk je dat de onverwachte gast zich écht gastvrij voelde bij jouw groep? Gebeurt zo iets wel eens in het ‘echt’? Hoe reageer je dan? Maak de overstap naar het Bijbelgedeelte als volgt: Abraham krijgt ook onverwachte gasten. Hoe ontvangt hij deze mensen? Wat doet en zegt hij tegen ze? Ik ben benieuwd of hij net zo gastvrij is als wij net zijn geweest. Of, misschien was hij nog wel véél gastvrijer en kunnen we nog iets van hem leren. Ga door met de opdracht bij Bijbel.

Bijbel

Checklist gastvrijheid


Nodig:
werkboek, pennen.

Werkwijze: Zorg ervoor dat elk kind het Bijbelgedeelte voor zich heeft en kan meelezen. Pak hiervoor het werkboek erbij of geef ze een eigen kopie van het Bijbelgedeelte. Laat de kinderen bij deze opdracht in het Bijbelgedeelte zoeken naar de antwoorden en deze lekker onderstrepen, omcirkelen, enzovoorts. Zodat er echt gezocht en gewerkt wordt met het Bijbelgedeelte erbij. Leg de opdracht uit, daarna gaan de kinderen in tweetallen hiermee aan de slag.

 

Opdracht: Hoe gastvrij is Abraham? En hoe gastvrij ben jij? Je gaat dit ontdekken door middel van de checklist! Lees Genesis 18:1-8 heel goed door en vul daarna, samen met je maatje, de checklist in voor Abraham. Bespreek nu eerst deze checklist van Abraham, zodat je eventueel met behulp van de achtergrondinformatie extra informatie en wetenswaardigheden kunt vertellen aan de kinderen. Daarna vullen de kinderen de tweede checklist in, maar hier gaat het over je eigen gastvrijheid! Ook deze lijst kun je kort bespreken met de kinderen. Vallen er dingen op? Wat kun je leren over gastvrijheid van Abraham? Tot slot maken de kinderen de zin af in het werkboek: Gastvrijheid is…

 

Gemeente: Laat de gemeente ook zien wat jullie ontdekt hebben. Neem een groot vel papier en schrijf in het midden ‘Gastvrijheid is…’. Laat alle kinderen hun zin op dit vel papier overschrijven. Hang dit papier vervolgens op een centrale plek zodat alle gemeenteleden dit kunnen zien.

In beweging

Verwen je gasten!

Nodig: Nodig een aantal gasten uit om aan het eind van (of tijdens) jullie bijeenkomst op bezoek te komen. Denk van tevoren na hoe je dit gaat organiseren. Geef de kinderen bijvoorbeeld een week van tevoren een uitnodiging mee, waarmee ze één gast mogen uitnodigen voor dit bezoek. Dat mag een ouder zijn, maar ook een tante, oom of opa. Je kunt ook zelf een aantal mensen regelen die je vraagt om het laatste kwartier bij jullie te gast te zijn.


Let op:
Je kunt hier ook alleen over alle voorbereidingen na laten denken, zonder het nu al uit te voeren. Dat zou ook op een later moment kunnen. In dat geval kost de opdracht nu dan minder tijd. Als je wel van plan bent om meteen al gasten uit te nodigen, kost deze opdracht uiteraard meer tijd in het voorbereiden en klaarzetten/maken van allerlei dingen.

 

Werkwijze: De kinderen maken in kleine groepjes plannen om de gasten zo hartelijk mogelijk te verwelkomen en voor ze te zorgen. Schrijf alle plannen uit. Denk na over: de ontvangst bij de deur, het welkom heten, de aankleding van de ruimte, het aanwijzen van de zitplaatsen, het uitdelen van eten en drinken, het regelen van een achtergrondmuziekje, het maken van een praatje, enzovoorts. Laat de kinderen vooral zelf met ideeën komen. Geef de groepjes 5 á 10 minuten de tijd hiervoor. Hierna bespreek je de plannen met de hele groep en verdeel je de taken onder de groepjes. Je kunt de groepjes ook van tevoren al een afgebakende taak geven, waar zij dan over na moeten denken. Groepje 1 zorgt voor de binnenkomst en ontvangst in de hal, groepje 2 voor de aankleding van de ruimte en de muziek, groepje 3 zorgt voor het eten en drinken, groepje 4 zorgt voor de zitplaatsen en de praatjes, enzovoorts. Na afloop van het bezoek, vraag je aan de gasten om dit bezoek een cijfer te geven. Welk cijfer geeft u voor onze gastvrijheid? Geef ze hiervoor een briefje en een pen. De cijfers verzamel je in een doos bij de uitgang.

 

Wedstrijdelement: Om de oudere kinderen uit te dagen voor deze opdracht, kun je er een wedstrijd aan koppelen. De gasten geven voor elk onderdeel een cijfer. Welke groep heeft het hoogste gemiddelde gekregen?

Gebed

Verzamel gebedspunten die de kinderen zelf hebben. Dank voor het mooie Bijbelgedeelte over Abraham, waar wij veel van mogen leren als het gaat om gastvrijheid. Dank God dat Hij gastvrij is naar alle mensen, ook naar ons. Hij zorgt zo goed voor ons! Elke dag opnieuw! Bid samen om te leren nog meer gastvrij te zijn: echt je hart en huis open te stellen voor andere mensen.

Extra opdracht (voor op de kinderclub)

Wees welkom!

Maak een mooi ‘Wees welkom-bord’ zodat jouw gasten zich nog meer thuis voelen!

 

Nodig: Zorg voor canvasdoeken of houten plaatjes triplex (bv. 20 bij 30 cm), verf in allerlei kleuren en dunne kwasten (of stiften) en voorbeelden van handlettering.

 

Werkwijze: De kinderen maken hun eigen ‘Wees welkom-bord om thuis neer te zetten bij de voordeur of om op te hangen aan hun eigen slaapkamerdeur. Op het internet zijn hier voorbeelden genoeg van te vinden. Je vindt hier ook allerlei mooie spreuken, die de kinderen kunnen gebruiken. Ook zijn er op internet allerlei mooie sierletters te vinden als je de zoekterm ‘handletteren’ intypt. Zorg voor voldoende voorbeelden en ideeën. Met de oudere kinderen kun je ook de zinnen gebruiken over gastvrijheid, die ze bij de Bijbelopdracht zelf bedacht hebben.

 

Ga als volgt te werk:

– Geef het doek of de houten plank eerst in z’n totaal een kleurtje verf.

– Laat dit drogen en ga ondertussen alvast nadenken over de tekst die op jouw bord komt.

– Maak op een papiertje even een voorbeeld hiervan, waarbij je nadenkt over de verdeling van alle woorden.

– Schrijf met een grijs potlood eerst heel dun de tekst op het doek of de houten plank. Hierna trek je het heel secuur over met kwast en verf of met viltstiften.