Beginsituatie

  • Jongeren verlangen ernaar om God (meer) te ervaren. Daarvan kun je zeggen: welke christen doet dat níet? Maar voor jongeren geldt dat waarschijnlijk in sterkere mate. Ze groeien op in een cultuur die erg gevoelsmatig is ingesteld en zijn – gegeven hun leeftijd – zelf vaak ‘gevoelige mensen’. Nu is ‘God ervaren’ niet hetzelfde als Hem ‘voelen’, maar het verschil tussen die twee wordt meestal niet zo scherp gezien (is ook lastig).
  • Voor jongeren leidt dat ertoe dat ze snel kunnen zeggen dat ze God in de kerk/de gemeente niet ervaren. Vaak bedoelen ze daarmee: ‘Ik voel Hem niet!’ Of: ‘De kerk voelt niet goed.’ Zulke geluiden moeten we natuurlijk serieus nemen. Wel mogen we er ook een correctie in aanbrengen: het bij elkaar samenkomen, het lezen uit Gods Woord, het bidden tot Hem – het zijn allemaal Godservaringen, ook als we er geen speciaal gevoel bij hebben.
  • Een paar elementen uit Psalm 84 zullen bij veel jongeren wel resoneren: God loven (vers 5) en tot Hem bidden (vers 9 en eigenlijk de hele psalm). Dat wil niet per se zeggen dat ze daar geen vragen bij hebben. Vooral bidden vinden ze waarschijnlijk lastig: luistert God wel, hoe doe ik het, hoe houd ik het vol? Als dit soort vragen opkomen, spreek dan af dat jullie daar een andere keer over doorpraten.

Bijbelgedeelte

Psalm 84

Psalm 84 is een gebed tot God waarin het verlangen naar Hem wordt uitgesproken. Het is een interessante vraag hoe het komt dat de dichter dat verlangen zo sterk koppelt aan het ‘in de gemeente zijn’. Waarom voelt hij zich daar zo thuis? Wat hebben wij nodig om ons meer thuis te voelen in de gemeente? Veranderingen in de liturgie? Meer opwekkingsliederen? Zal het vooral ook niet zijn: meer focus op God?

Doelstelling

  • Jongeren beseffen dat de gemeente bij uitstek de plaats is om God te ontmoeten en te ervaren. Maar ook dat God ervaren niet hetzelfde is als een prettig gevoel bij Hem hebben.
  • Het verlangen naar Hem wordt gewekt en/of versterkt, in de verwachting dat God dat verlangen zal vervullen als ze Hem tot hun bron maken (vers 7).
  • Ze maken concreet hoe ze de lofprijzing meer bewust een plek kunnen geven in hun geloofsleven.

Lied

Natuurlijk zingen we Psalm 84 (OTH 33). Doe het eventueel in de versie van Psalmen voor Nu (OTH 34).

Gebed

Dank God dat Hij altijd heel dichtbij ons is. Vertel Hem dat we dat lang niet altijd ervaren, maar dat we er wél naar verlangen.

Verhalen delen

We halen de ervaring van de afgelopen morgendienst naar boven, aan de hand van een quiz erover.

Benodigdheden

Maak van tevoren een aantal vragen over de morgendienst, bijvoorbeeld:

  • Wie was de voorganger?
  • Noem twee liederen die werden gezongen.
  • Waarvoor was de collecte?
  • Wie was er ouderling van dienst?
  • Wat was de tekst van de preek?

Op de avond zelf heb je pennen en papier nodig.

Werkwijze

  • Als iedereen de betreffende dienst heeft meegemaakt, kun je de quiz individueel laten doen. Maak anders groepjes, zodat de niet-kerkgangers niet teveel opvallen.
  • Stel de vragen één voor één en laat de antwoorden opschrijven.
  • Laat iedereen (elk groepje) zijn antwoorden geven aan iemand anders, die de antwoorden controleert. Loop de vragen snel door en geef de juiste antwoorden. Wie heeft de meeste vragen goed?
  • Vertel dat je dáárvoor natuurlijk niet naar de kerk gaat. Het gaat er niet om dat je vragen uit een quiz kunt beantwoorden. Waarvoor gaan de tieners/jongeren wél naar de kerk? Laat een aantal daar iets over vertellen.
  • Wat heeft hen in de afgelopen morgendienst het meest aangesproken?

Introductievorm: de kerkdienst missen?

Tieners proberen zich voor te stellen wat ze zouden missen als ze niet meer naar de kerk konden gaan. Zonder dat dat er al bij wordt verteld, verplaatsen ze zich daarmee een beetje in de positie van de dichter van Psalm 84. Naar de kerk gaan… misschien is dat heel gewoon voor je. Je hebt er niet altijd evenveel zin in, maar het hoort er gewoon bij. Zou je het missen als je voor langere tijd niet meer naar de kerk kon gaan?

Na hoeveel weken denk je dat je het gaat missen?

  • de eerste week al
  • na 3 à 4 weken
  • na 2 maanden
  • na een half jaar
  • na een jaar
  • nog later of… nooit

Noem drie dingen die je het meest zou gaan missen.

Benodigdheden

Pennen en werkboekjes.


Werkwijze

  • Maak groepjes van ca. 4 personen.
  • Introduceer de vragen zoals in het werkboek wordt gedaan, maar dan met meer woorden.
  • Geef de opdracht om de vragen eerst individueel te beantwoorden, dus zonder er met elkaar over te praten.
  • Laat ze vervolgens hun antwoorden delen met de andere groepsleden.
  • Vraag eventueel plenair een paar reacties terug. Maak dan de overgang naar de Bijbelstudie, met woorden van de volgende strekking: We hebben allemaal zo onze eigen ervaringen met de kerkdienst. Vanavond leggen we de ervaring van Psalm 84 daarnaast.

Bijbelstudie

Psalm 84

Psalm 84 is de psalm van een kerkganger. Hij had niet de luxe om elke sabbat naar ‘de kerk’ te kunnen, want zijn kerk was de tempel in Jeruzalem. Des te groter was zijn verlangen om ernaar toe te kunnen.

We lezen de psalm in drie delen:

  • Vers 1-5: Verlangen naar het huis van God
  • Vers 6-9: Op weg naar het huis van God
  • Vers 10-13: Thuis in het huis van God

Benodigdheden

Het Bijbelgedeelte op papier, zodat er aantekeningen bij gemaakt kunnen worden.

Werkwijze

  • Lees Psalm 84 met elkaar. Vertel iets over de context aan de hand van de achtergrondinformatie (onder ‘Heimwee’). Vraag of de betekenis van alle woorden en zinnen duidelijk is. Licht zo nodig toe.
  • Maak (of handhaaf) de groepjes.
  • Leg uit hoe ze de opdracht moeten maken. Eerst beantwoordt iedereen voor zichzelf de vragen a, b en c bij vers 1-5. Daarna gaan ze er met elkaar over in gesprek. Vervolgens doen ze hetzelfde bij vers 6-9, enz.
  • Vraag ten slotte een paar reacties (plenair) terug. En vooral: zijn er vragen opgekomen die ze met de andere groepjes willen delen? Laat daarover gesprek ontstaan. Hou wel in de gaten of het gesprek nog ‘spannend’ blijft. Niet alles wat in de groepjes besproken is, hoeft plenair worden overgedaan.
  • Waarschijnlijk kun je wel afronden met woorden als volgt (en pas anders aan): We herkennen het verlangen van de dichter van Psalm 84. Maar in de praktijk wordt dat verlangen niet altijd vervuld. Kunnen we daar iets aan doen?

In beweging

Mogelijkheid 1 – Verlangen naar God

Tieners/jongeren denken na over de verschillende onderdelen van de eredienst en hoe ze daarin God (kunnen) ervaren.

Benodigdheden

Voor iedereen een pen en een werkboekje.

Werkwijze

  • Werk in groepjes. Laat iedere deelnemer eerst voor zichzelf het schema uit het werkboekje invullen – in ieder geval de eerste twee kolommen. Aan de hand daarvan gaan ze met elkaar in gesprek. Stimuleer de tieners/jongeren om bij de dingen die in de tweede kolom zijn aangekruist, praktische tips aan elkaar te geven (derde kolom). Dus bijvoorbeeld: wat kun je ervoor doen om God meer te ervaren in het samenzijn?
  • Vertel kort iets over het belang van wat in vers 7b staat, namelijk over het ‘God tot je bron maken’. Dáárom gaat het in de kerkdienst. Met deze stelling zijn niet alle vragen opgelost, maar ze komen er wel mee in het juiste licht te staan. God tot je bron maken, doe je vooral door Hem te zoeken in de kerkdienst en Hem te loven!
  • Vraag ten slotte eventueel plenair of iemand iets wil delen uit de gesprekken die gevoerd zijn. Zo niet, ga dan direct door naar Verhalen delen. Het gesprek in de groepjes is waarschijnlijk al waardevol genoeg geweest, dat hoef je niet nog eens te ‘herkauwen’.
  • Sluit af met het zingen van één van de lofliederen uit de afgelopen morgendienst.

Mogelijkheid 2 – God loven

Tieners/jongeren bespreken hoe God werd bezongen in de liederen/psalmen van de afgelopen morgendienst. Daarmee komen ze op het spoor van misschien wel de belangrijkste functie van de eredienst: het loven van God.

In de morgendienst van afgelopen zondag is God in verschillende liederen/psalmen bezongen. Welke liederen dat waren, krijgen jullie op papier of op de beamer. Welk lied spreekt jou het meest aan als het gaat om jouw relatie met God op dit moment?

Benodigdheden

  • Voor iedereen een lijstje met de gezongen liederen/psalmen. Je kunt er trouwens ook voor kiezen om niet álle liederen te geven (omdat ze anders teveel tekst moeten doornemen). Kies dan bijvoorbeeld drie liederen/psalmen met verschillende thema’s of sferen.
  • Voor iedereen een exemplaar van de bundel(s) waarin deze liederen te vinden zijn. Maar misschien is het handiger als je de teksten van de liederen bij elkaar zet op één vel papier.

Werkwijze

  • Je kunt deze vorm in groepjes doen, maar ook plenair. Geef in het laatste geval even de gelegenheid om de teksten van de liederen door te nemen. Doe vervolgens een rondje waarin iedereen kort zegt welk lied (eventueel: welke regel daarin) hem/haar het meest aanspreekt en waarom.
  • Vraag hoe je de lofprijzing bewuster een plaats kunt geven in je leven en in het beleven van de kerkdienst.
  • Sluit af met het zingen van één van de genoemde liederen.